Column Heja Norge in De Morgen van maandag 19 september 2022

Heia Norge

Ik was al tevreden geweest met een tiende plek, en stilletjes hoopte ik op een vijfde. Maar dit had ik nooit durven dromen.” Even tevoren had Tobias Foss zichzelf wakkergeschud. Randje automutilatie was het, die harde kletsen in het gelaat in zijn geval.

Hij zat al zo lang in die hotseat, dat ging niet gebeuren dat hij daar zou blijven, want de toppers kwamen er nog aan. En toch. Eén na één beten ze hun tanden stuk op zijn sterke tweede helft. Een Noorse stoomtrein was langs de kusten van South- Wales gedenderd en had iedereen verpletterd.

Foss ging verder: “Deze trui mogen dragen (alleen bij tijdritten, HV) zal iets heel speciaals zijn en ik zal hem alle eer aandoen.”
En toen sloop de krak in zijn stem en gingen zijn ogen op rood. Hij besefte het: champion of the world, klinkt beter dan het Noorse verdensmester, en dat voor een jongen die er om bekend staat dat hij bescheiden is, supergetalenteerd dat wel. Zoals hij zelf zei: “Ik heb niet altijd evenveel zelfvertrouwen.”

Het meest sprekende beeld was Evenepoel die zijn helm afdeed, zijn communicatie uit zijn oor pietste, vervolgens zijn gezicht afveegde en een slok tot zich nam, alleen wetend dat hij niet de beste is. Net dat moment liet een Belg in de mixed zon de naam Foss vallen als winnaar. Evenepoel kon het niet geloven. Schudde het hoofd: “Hu, Foss?”

Ja Foss. We zouden het moeten afleren om kampioenschappen in verre landen na lange reizen en met vele uren verschil te willen voorspellen. Dat geen Afrikaan of Zuid-Amerikaan zou winnen, oké, maar verder hadden de analisten, kenners en journalisten zich niet mogen wagen. Toch kwam uit een synthese van alle stellige prognoses een podiumstrijd tussen Filippo Ganna en Remco Evenepoel.

Goeie outsiders waren Pogacar, en de Zwitsers met Küng op kop en Bissegger als gevaarlijke klant. Het podium werd Foss uit Noorwegen, Küng uit Zwitserland en Evenepoel uit Schepdaal.

Stefan Küng lijkt de verliezer van de dag. Wie 1,5 seconde per kilometer toegeeft in de laatste tien kilometer heeft ofwel het parcours niet goed verkend, of te veel gegeven in het eerste deel of is gewoon fysiek niet optimaal. Niet vergeten: de biologische klok van een West-Europeaan stond bij het begin van de tijdrit op zeven uur. In de ochtend. Hoe een lichaam daar mee kan omgaan, is erg individueel.

Filippo Ganna is ook een rare kwiet. Kan best zijn dat hij op 8 oktober in Grenchen een werelduurrecord neerzet voor de eeuwigheid, kan best zijn dat hij daar de laatste weken iets te veel mee bezig was, kan ook zijn dat dit helemaal zijn parcours niet was, of dat hij een latere piek plant, maar zoveel toegeven is geen goed signaal.

Over Evenepoel kunnen we kort zijn. Dat brons is onverhoopt, behaald op pure klasse. Hij mist nog tijdritgoud op een WK, maar hij is op dit WK veruit de beste van alle groterondepretendenten. Evenepoels concurrent van ooit in de Tour, Tadej Pogacar, eindigt op bijna veertig seconden. En Pogacar heeft zich wel kunnen voorbereiden op dit WK, terwijl Evenepoel uit een slopende Vuelta komt met een onvermijdelijke decompressie achteraf.

Foss komt uit Noorwegen. Heb er deze zomer weer eens meer dan een maand rondgetoerd en neem het dus van mij aan, zo’n Tobias Foss met dat opgesneden blond-bruine haar, die blauwe ogen, dat gesis in dat Scandinavisch Engels, zo krijg je er honderd in een dozijn in Noorwegen.

Ook dat strakke lijf is Noors, al is dat in het hoge noorden waar ze genetisch gemuteerd of geselecteerd zijn om vet op te slaan, wel even anders. Tobias Foss heeft wat dat betreft geluk. Hij is geboren in de onderste (rijkere) helft van zijn land. Hij komt uit Vingrom. Dat ligt aan het Mjøsameer dat eigenlijk de afgedamde rivier Lågen is. Zegt het u niks? Vingrom is deel van de stad Lillehammer, waar in 1994 de winterspelen zijn doorgegaan.

Noorwegen is het dertiende land dat goud wint op negenentwintig edities van het WK tijdrijden. Heia Norge, hup Noorwegen, eindelijk. In geen enkel ander land wordt buitensporten zo gepromoot als in Noorwegen. Nergens is het beter sporten dan in dat deel van Noorwegen, Lillehammer en omstreken, waar ook nog eens de minste neerslag valt.

Noorwegen behaalde op de laatste twee Olympische Spelen samen 45 medailles voor 5,5 miljoen inwoners. Noorwegen is daarmee het best presterende sportland van de planeet. Het heeft een sportsysteem dat de jeugd zo lang mogelijk laat sporten zonder score, zónder competitie tenzij tegen zichzelf. Na zichzelf, heeft Tobias Foss zich nu ook dat andere Noorse specialisme eigen gemaakt, winnen van de klok.