Column Eden Hazard in De Morgen van zaterdag 10 december 2022

Eden Hazard

Het lezen en aanhoren van de éloges, waarbij alleen de plussen overbleven en de minnen in een ach-ja-dat-ook-nog-zinnetje verstopt zaten, deed pijn aan de ogen en oren. De compilatie in Villa Sporza afgelopen woensdag kwam dan weer net op tijd om het geheugen op te frissen en was goed voor een glimlach, balancerend tussen medelijden en bewondering.

Bonjour. Meer heb ik nooit gekregen van Eden Hazard, maar dat hoeft ook niet want ik heb ook nooit meer verwacht omdat ik nooit meer heb gevraagd. Zo’n afgebakende ‘relatie’ schept alvast duidelijkheid.

Een bewonderaar van Hazard ben ik ook nooit geweest. Deels omdat ik sportjournalist ben geworden onder de vleugels van cheffen die mij op het hart drukten dan idolatrie moest worden vermeden. Dat was voor fans. Tegenwoordig ook voor fans die een laptop hebben en plaats krijgen in allerlei media om zonder al te veel kennis of achtergrond hun geloof in de ene of het gene te belijden.

Er is een tijd geweest, en die is al een tijd voorbij, dat je Hazard vereeuwigd op een shirt overal in de wereld tegenkwam. Letterlijk overal. Hangend aan een kraampje in Padum in de Zanskar-vallei bijvoorbeeld, meer afgelegen kan haast niet. Of boven op Khardung La. Het is daar 5.359 meter hoog, maar het was geen hallucinatie. Daar liep zowaar een Indiër met op de rug ‘Hazard’. Duidelijk namaak, wel in het rood van de Rode Duivels en niet in het blauw van Chelsea. Big in Ladakh, zo groot is deze kleine man geweest.

Zo groot dat mijn avondlijke radiopraatje bij de NPO langer dan de gebruikelijke vijf minuten duurde. Of de Rode Duivels en de natie België het zullen overleven, een leven zonder Hazard, was de centrale vraag. Dat zullen ze. Bovendien ben ik van mening (hoop ik) dat in deze eeuw van de sportieve comebacks een vertrek nooit definitief is.

Stel nu dat Hazard een club vindt die hem weghaalt uit Madrid, naar een plek waar het ook goed toeven is, waar de zon schijnt en het in de winter lente is. En stel dat hij de tijd krijgt en de goesting om zich wat op te trainen. Dat er in dat team achter hem een
paar gasten lopen die hem willen ontlasten van wat tegenwoordig heet ‘vuile meters maken’, dat ellendige storen en meeverdedigen waardoor je geen lucht meer hebt als je weer aan de bal bent en kan aanvallen. Stel dat hij rustig kan groeien. Dat er vervolgens een bondscoach komt die hem kan overtuigen. Het zou zomaar kunnen…

De lofdichten waren vaak compleet naast de kwestie. De analyse van ex-ploegmaat Steven Defour in Villa Sporza was zelfs op het hilarische af. Dat het nu wat minder gaat met hem was de schuld van alles en nog wat en iedereen, maar niet van Eden, “zo ne goeie, plezante gast”.

Ongetwijfeld, maar dat doet er niet toe. Hazard hééft geleden onder blessures, maar wie niet? Hij hééft pech gehad dat die op het verkeerde moment kwamen, maar hij heeft vooral geleden onder zijn belabberde basisconditie. Veel van zijn ellende heeft hij over zichzelf afgeroepen.

In het moderne sneltreinvoetbal à rato van twee optredens per week is hij alvast niet langer bedrijfszeker. Dat hij in de wedstrijd tegen Kroatië maar helemaal op het laatst kon invallen, lag echt niet aan Roberto Martínez. Die had hem maar wat graag langer opgesteld, zelfs van bij de aftrap, maar Hazard was van die twee keer een uur tegen Canada en Marokko simpelweg niet hersteld. Voor iemand van 31 en blessurevrij moet dat een heel pijnlijke vaststelling zijn.

Dat mag hij zichzelf aanrekenen en misschien moet hij ook zijn opeenvolgende coaches ter verantwoording roepen en vragen waarom ze niet eerlijk tegen hem zijn geweest. Hebben zij hem nooit voorspeld dat hij voor zijn speelstijl, gebaseerd op snelheid, wendbaarheid en explosiviteit, beter elke dag krachttraining zou doen en tegelijk aan zijn uithouding werken? Dat hij voor het moderne voetbal van twee keer per week honderd minuten beter geen hele zomer lang op zijn luie kont aan het strand kon zitten om met zijn kinderen te spelen?

De waarheid was al langer bekend bij insiders, maar nu heeft ook de wereld het gezien: Hazard was een groot talent dat te weinig uit zijn immense vat aan intrinsieke kwaliteiten heeft gehaald. Nog pijnlijker: Hazard is voorlopig de miskoop van de eeuw in het topvoetbal.

115 miljoen euro heeft Real Madrid voor hem betaald toen zijn marktwaarde op 150 miljoen werd geschat. Een koopje, dachten ze. Hij bleek een kat in een zak. Hazard heeft tot nog toe 2.400 competitieminuten voor de Koninklijke gespeeld. Dat is 48.000 euro per minuut.

Volgens Transfermarkt is hij nog 7,5 miljoen euro waard. Van kapitaalvernietiging gesproken. En toch, had ik het geld en had ik een club, ik zou het erop wagen.