Column Trainerskerkhof in De Morgen van 24 december 2022

Trainerskerkhof

Dit stond eergisteren op een nieuwssite: “De spelers van Club Brugge hebben donderdag, een dag na de 1-4-bekernederlaag
tegen Sint-Truiden, niet getraind. De bekeruitschakeling van woensdag hakte er stevig in bij Club Brugge. De geplande training van donderdag zou niet zijn doorgegaan. Intussen zou er op bestuurlijk vlak druk beraadslaagd worden. Het is nog onbekend of coach Carl Hoefkens moet vrezen voor zijn job.”

Gisteren bleek dat hij mag blijven. Voorlopig, want zijn krediet is opgebruikt. Dat moet niet verwonderen. Nergens worden trainers sneller ontslagen dan in België en dat zal Hoefkens dra ook overkomen. Afgezien daarvan moet je je de vraag stellen – en misschien doen ze dat in Westkapelle beter ook – op welke basis Hoefkens ooit hoofdtrainer is geworden.

Tot zijn aanstelling in mei was zijn meest opvallende rol in het Belgische voetbal het uitreiken samen met Gunther Schepens van de eerste Gouden Pump aan een voetbal-WAG en dat in het gezegende jaar 2003. Wie toen die prijs als mooiste voetbalvrouw kreeg weet ik nog. Het was de Gentse mooie Eveline Hoste, van wie je nu huizen kunt kopen en die later ook meedeed aan het wereldrecord fietsbelrinkelen.

De Gouden Pump, alleen al de naam, alleen al de prijs, alleen al die uitreiking, geen idee of het nog bestaat, laten we hopen van niet. Die Hoefkens dus, met één titel als voetballer op zijn palmares en als trainer vier jaar actief in de opleiding, is vorig jaar de keurige mens en prijzenpakker Philippe Clement opgevolgd als hoofdtrainer van Club Brugge.

Nogal wat intimi van het Belgische voetbal verklaarden dat als volgt: “De manager en de voorzitter denken niet alleen dat ze de beste manager en voorzitter van België zijn, maar diep in hun binnenste denken ze ook de beste voetbaltrainers te zijn. En zo hebben ze na de koppigaard Clement iemand neergezet die én goedkoper is én wel naar hen luistert.”

Tot zover een analyse die kan kloppen. Aangezien Club Brugge onder het mom van voetbalvertier voor zijn vele fans toch in de eerste plaats winst wil maken op de import en export van voetbaltalent is het handig om je trainer aan een leiband te kunnen houden en te wegen op wie speelt en wie niet.

Voetballers voelen dat. Je mag hen niet van overdreven veel inzicht in het reilen en zeilen van hun club verdenken, maar als ze voor iets een neus hebben, dan wel voor de wankele machtsbasis van hun chef. Zodoende is Hoefkens na de bekerblamage tegen Sint- Truiden aangeschoten wild en daar zal de ‘steun van de kleedkamer’ niks aan veranderen.

Natuurlijk was het een rare wedstrijd waarin voor Club niks aan de hand leek, tot de man die dit seizoen nooit flatert toch in de fout ging. Daarna was alles prijs wat op de kooi van Simon Mignolet werd afgevuurd.

Dat kan gebeuren in voetbal. Op het veld werd niet gereageerd en dus werd gekeken naar de coach om het vuur in de ploeg krijgen. Door wissels, door prikkels, door schelden, door ruzie te zoeken met de ref en/of met de tegenstand. Hoefkens kreeg het ook niet
in gang en dat is niet voor het eerst. Hoewel dat uiteraard niet aan hem alleen ligt, wil de harde logica wel dat zijn hoofd nu op het kapblok ligt.

In weerwil van alles wat hiervoor staat, heeft Hoefkens dit seizoen ook al wel wat gepresteerd. Denk maar aan de prachtige Europese campagne. Het zou zonde zijn, meer zelfs, het zou compleet krankjorum zijn als de eerste Brugse trainer die overwintert in de Champions League ontslagen wordt, maar het zou geenszins verwonderen.

Tenslotte is dit België, een trainerskerkhof dat zijn gelijke in de wereld niet kent. Weet u wie de langst zittende trainer is in de Jupiler Pro League? Marc Brys bij OHL, tweeënhalf jaar staat hij aan het roer. De op één na langste? Hein Vanhaezebrouck, net iets meer dan twee jaar. Vervolgens zingen Jonas De Roeck en Bernd Hollerbach het warempel al een jaar uit bij hun clubs Westerlo en STVV.

Veertien van de achttien huidige Belgische eersteklassetrainers hebben minder dan zes maanden dienst. In Nederland is de helft van de trainers langer dan een jaar in dienst, waarvan vijf langer dan twee jaar en Dick Lukkien houdt het al zes jaar uit bij FC Emmen.

Het spelersverloop is haast nergens groter dan hier en het trainersverloop slaat alle records. Ook de bestuur- en managementkamers ontsnappen niet aan de waanzin. Eergisteren berekende een krant dat bij Anderlecht in vijf jaar tijd dertig leidinggevenden zijn gepasseerd. Iemand moet die voetbalclubs van ons toch eens uitleggen dat continuïteit de eerste vereiste is voor sportief succes.