Op (eenzame) hoogte
Sporza, de site, daar hielden ze laatst een poll. Dat was na Parijs-Roubaix, gewonnen door Mathieu van der Poel voor wie het
is vergeten, of is dat nu te veel zout in de Vlaamse wonde strooien? Enfin, de vraag van de poll luidde: wat vond u de mooiste voorjaarsklassieker van 2023? Het voorjaar, dat nog maar drie weken oud was, stopte dus na het tweede weekend van april voor Sporza, of althans voor wie die dag aan de digitale knoppen zat en de lumineuze ingeving had om de voxpop bij de zaak te betrekken.
Ten eerste: het voorjaar duurt officieel tot 1 of 21 juni, afhankelijk of u meteorologisch dan wel astronomisch denkt. Ten tweede: quid Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik? Nooit van gehoord. Of niet belangrijk. Of zich afspelend in een ander land (of landsdeel), dus van geen tel. Wat zal het zijn?
De Amstel? Oké, gekke koersdirecteur, en die willen de Ronde van Vlaanderen van Nederland spelen, en jawel, lastige koers, maar wie doet daar mee en wie staat daar op de erelijst? Welnu, onder meer Van der Poel, Van Aert (Pidcock, zegt Pidcock) en Pogacar wonnen er al een keer. De Waalse Pijl? De laatste tien jaar vier keer Valverde, drie keer Alaphilippe en afgelopen woensdag nog Pogacar. Luik-Bastenaken-Luik dan? De laatste drie jaar: Roglic, Pogacar en Evenepoel, drie winnaars van grote rondes.
Hoezeer Vlaanderen ook zijn eigen Ronde market naar het buitenland, Luik-Bastenaken-Luik wordt internationaal nog steeds als de belangrijkste en lastigste wielerklassieker aangezien. Een klassieker reken je niet af op de liters cava, vaten pils of braadworsten, niet op de kasseien en ook niet op de toeschouwers in de bermen van het parcours. Een klassieker reken je af op zijn historisch prestige, zijn parcours en zijn erelijst.
Daarom heeft Luik-Bastenaken-Luik een bijnaam: La Doyenne, de Oude Dame. De wedstrijd dateert van 1892 en is de oudste van de monumenten, 21 jaar ouder dan de Ronde, overigens de jongste van de monumenten. (Paris-Roubaix is van 1896 en is de tweede oudste. Lombardije en Sanremo dateren van 1905 en 1907.) Deze eeuw hebben twaalf verschillende nationaliteiten de koers naar Luik gewonnen. Geen enkel ander monument is diverser, internationaler in zijn erelijst.
Op dat schouwtoneel, en tot spijt van Sporza nog steeds in het voorjaar, misschien zelfs met een beetje winter op de hoogste toppen, nemen Tadej Pogacar en Remco Evenepoel het zondag tegen elkaar op. Dat is een bijzonder interessante confrontatie. Niet het minst omdat het de eerste keer is dit jaar dat de beste renner van de wereld de benchmark wordt voor wie de beste renner van België wil worden. Of misschien al is, maar dat zal de komende jaren duidelijk moeten worden.
Laten we ook meteen een onweerstaanbare drang de kop indrukken. Als Evenepoel zondag toevallig weer op La Redoute zou wegrijden zoals vorig jaar en weer niemand zou kunnen/willen volgen, en hij klopt Pogacar, dan is hij niet – we herhalen: níét – de beste renner van de wereld omdat hij die ene keer de allerbeste van de wereld heeft geklopt.
Evenepoel mag dan een uitzonderlijk fenomeen zijn op planeet Koers, Pogacar komt van verder, van een ander zonnestelsel. Afgezien daarvan, als Evenepoel weer wint zou dat een verdomd knappe prestatie zijn waar niks van moet worden afgedaan. Evenmin als hij verliest van Pogacar, of een ander.
Of het zondag een strijd met gelijke wapens wordt, daar gaan nu de debatten over. Zo wil het narratief dat Pogacar weleens over de top zou kunnen zijn. Dat kan, maar tussen 18 maart en 19 april heeft Pogacar amper vijf keer in wedstrijdmodus op de fiets gezeten. Zijn laatste drie optredens won hij. Over de top? Dan eerder mentaal.
Sowieso staan beide heren met een totaal verschillende voorbereiding aan de start. Evenepoels laatste wedstrijd dateert van 26 maart, toen hij zich op en rond Montjuich in Barcelona de tanden stuk beet op Primoz Roglic en tweede eindigde in de Ronde van Catalonië. Terwijl Pogacar op eenzame hoogte fietste en grote wedstrijden won, trainde Evenpoel op en rond de Teide, ook op hoogte.
Voor Pogacar breekt na Luik een lange periode van rust aan. Voor Evenepoel begint het nu pas. Hij wil de Giro winnen en die begint al over twee weken. Overigens heeft Evenepoel dit jaar drie koersdagen meer dan Pogacar: 21 tegenover 18. Hij heeft ook meer wedstrijdkilometers: 3.345 tegenover 3.247. Allemaal erg interessant, ook al omdat Pogacar sinds Sanremo verschillende wedstrijden van meer dan 250 kilometer achter de kiezen heeft, terwijl de langste rit in Catalonië 188 kilometer was.
Beste Sporza, na zondag mogen jullie het klassieke voorjaar afsluiten.