Bob Leekens
Gewaarschuwd door krantenberichten, heb ik deze week De Zevende Dag van vorige zondag nog eens herbekeken omdat in het sportblokje Georges Leekens te gast was. De neutrale kijker zonder veel voorkennis zal niets hebben gemerkt, maar ik kreeg een ongemakkelijk gevoel toen het onderwerp Lokeren aan bod kwam. Ik had hem willen horen zeggen: “Laat een jonge collega als Bob Peeters hier maar uitkomen.” Dat zei hij niet. De beslissing was de vorige avond na de nederlaag tegen OHL al gevallen, weten we nu.
Op de terugweg van een loopje diezelfde dag, vroeg ik mij af of Lokerens sportief directeur Willy Reynders mij nog zou kennen nadat we ooit eens lang geleden een sportquiz hadden gespeeld, een team van sportjournalisten tegen een team van voetbaltrainers. Het zal aan die ene oplopende straat hebben gelegen en het effect op de zuurstoftoevoer naar mijn hersenen, maar ik speelde heel even met het vermetele idee om hem te bellen en hem ongevraagd de raad te geven Georges Leekens niet te nemen als vervanger voor Bob Peeters.
Omwille van Bob Peeters? Een beetje, maar die is oud genoeg om voor zichzelf te zorgen. Meer omdat ik bezorgd ben voor Georges Leekens en dan niet omdat hij Lokeren niet zou aankunnen. Ik heb Leekens zien functioneren in Tunesië vorig jaar. De energie spatte eraf, hoewel de werkvoorwaarden allesbehalve ideaal waren: een klein salaris en een klein appartement en toch trok Georges elke dag lachend richting een voetbalbond waar niets nog leek te werken, tenzij dan tegenwerken.
Mitspieler willen we allemaal zijn, maar er zijn grenzen en dus heb ik niet gebeld naar Reynders. Mijn bezorgdheid had ik twee weken geleden wel al persoonlijk tegen Georges Leekens geuit en hij gaf mij toen gelijk, maar niet zo volmondig als ik had verwacht. Het was een mooie herfstochtend, ik was op de koffie gegaan, zijn vrouw stond op het punt naar de fitness te vertrekken en hijzelf bleef thuis.
Ik ben er al ontelbare keren geweest, maar nu gaf hij mij ongevraagd een rondleiding door zijn huis. De details zijn privé en laten we het hierop houden: Georges heeft het voor elkaar. Maar hij mag dan 66 zijn, pensioen is niets voor hem. Thuis in een mooi huis zitten in een mooi dorp en af en toe uitgenodigd worden bij Play Sports of VTM of om de week koffie drinken met een thuiswerkende buur- journalist, nog minder.
“Zo wil ik niet stoppen,” zei hij terug aan de keukentafel. “Ik moet nog één keer iets doen.” (Hetzelfde zinnetje had ik gehoord in 2012 na het ontslag bij Club.)
“Ja”, zei ik, “maar als ik jou was, zou ik Lokeren toch niet doen want dan krijg je weer dat gezeik met de pers zoals toen met de Rode Duivels.”
“Neen”, zei hij. “Dat zou geen goed idee zijn. Er zijn wel wat nationale ploegen die iemand willen.”
En dan tekende Hamdi Harbaoui voor Lokeren. Toen Leekens bondscoach was van Tunesië heeft hij hemel en aarde bewogen om de spits weer voor het nationale team te laten spelen. Harbaoui had wat onaardige dingen geroepen over zijn ploegmaats en over de bond en toen hij zich moest excuseren, lukte dat niet zo goed en beledigde hij de bond nogmaals, waardoor het einde verhaal was. Leekens bleef echter proberen en Harbaoui weet hoezeer zijn nieuwe coach toen zijn nek heeft uitgestoken voor hem. Met Harbaoui kwam Tunesië deze week naar Georges en zo is ook dat cirkeltje nu rond.
Aan de seniliteit van Roger Lambrecht moeten geen woorden meer worden verspild, maar geen kwaad woord over buur Georges, de man van de ondoorgrondelijke wegen. Net zoals met de Rode Duivels en Club in 2012 – ook dat werd hem afgeraden door al
zijn naasten – heeft hij ook nu weer zijn goesting gedaan. Dat is zijn volste recht, net zoals het mijn volste recht is om hem er bij het volgende koffiebezoek op te wijzen dat het na 31 jaar trainerschap erop of eronder is voor de trainer Georges Leekens. Of hij lukt en wordt de puinruimer par excellence, de betrouwbare Bob van de ploegen die de weg kwijt waren. Of hij mislukt en zijn mooie carrière zal worden vergeten. Erger nog, dan dreigt hij te worden neergezet als een oude clown die nog wilde maar het niet meer kon en die een jonge trainerscarrière van een andere Bob heeft geknakt.