‘Ik ben soms een dictator’
Philip Milanov, Belgiës eigen discobolus die vanmiddag in actie komt, heeft een Brugs accent, Bulgaarse roots, een sterke wil, een goddelijk lijf en een supertechniek. Maak kennis met zijn beschermer, opvoeder, trainer en vader. Een monoloog van ‘IJzeren Emil’.
“Ik heb geen trainingsplan. In het begin van de week weten we niet wat we gaan doen. Ik vraag Philip hoe hij zich voelt en als hij zegt ‘mijn benen zijn een beetje moe’, dan doen we niet veel met de benen. Of omgekeerd. Ik schrijf ook niks op. Eén keer per maand testen we zijn persoonlijke records en dat schrijf ik wel op. Hij gaat nog steeds vooruit.
“Maar ik heb natuurlijk wel een methode en die is tegenovergesteld aan wat ik vroeger heb geleerd en wat we gewend waren in het Oostblok. Daar werd heel veel getraind, en heel veel trainen betekent veel en lang recupereren. Om de recup te versnellen, had je…euh…chemicaliën nodig. Bij ons in Bulgarije hadden we die niet in dezelfde mate zoals in andere landen, dus moesten we slimmer zijn.
“Ik ben nu nóg slimmer geworden, want chemicaliën zijn nu helemaal uit den boze. Daarom trainen wij elke dag kracht, maar we doen slechts één of hooguit twee spiergroepen per training. En dat doen we steeds maximaal. Kwaliteit staat voorop. Jawel, ik heb daarvoor gestudeerd; vijf jaar aan de sportacademie in Sofia. Ik kon daar blijven en ik was professioneel discuswerper, maar wij woonden ver van Sofia en wij hebben een sterke familieband. Na een paar jaar ben ik naar huis gegaan.”
België, een paradijs
“Ik spreek niet graag over hoe we hier zijn terechtgekomen, omdat het niet interessant is. Moet ik er toch iets over zeggen? (spottend lachje) Allee, wij zijn in 1989 naar België gekomen. We zijn eerst proberen te vluchten via toen nog Joegoslavië, zo wilden we naar Italië, maar aan de grens hebben ze ons tegengehouden. Na de val van de Muur ben ik alleen naar België gekomen en ik heb eerst in Zon en Zee in Westende en later in het Militair Hospitaal in Bredene als vluchteling geleefd. Als ik die beelden zie van de vluchtelingen nu, dan kan ik mij daar iets bij voorstellen hoe die mensen zich voelen.
“Eigenlijk wilde ik via België naar Amerika of Canada. Toen we hier eenmaal waren geraakt, ging ik naar de ambassade van Canada en migreren was geen probleem. We moesten alleen een beetje wachten. Tijdens het wachten beseften we dat Europa toch Europa blijft en België dichter bij Bulgarije ligt dan Canada. Ik zei tegen Anna, mijn vrouw: ‘Neen, we blijven hier.’ En ik vind het nog steeds een goede keuze want wat is het hier toch een paradijs. Een kalm land, met kalme mensen, alles is hier goed. Ik voel mij hier echt goed thuis en mijn vrouw ook. Zij werkt weekends in een elektronicabedrijf, terwijl ze van opleiding lerares literatuur en geschiedenis is.
“Het enige wat we door die migratie hebben gemist, is een groter gezin. Ik had wel nog één of twee kinderen meer gewild, maar als migrant moet je eerst zorgen dat je je basis voor mekaar hebt en toen we eenmaal gesetteld waren, bleek Philip ons enige kind. Kindje alleen ja. (lacht) Philip is een brave jongen. Hij heeft geen vast lief, neen. Wel eens een avontuurtje zeker in het buitenland of op stage, denk ik. Dat mag, maar zijn studies en zijn sport gaan voorlopig voor.
“Philip was tot zijn 10 jaar een klein tenger manneke. Daarna is hij beginnen groeien en kwam er ook massa aan. Discuswerpen kreeg hij met de paplepel binnen toen hij met mij meeging terwijl ik Jo Van Daele trainde. Toen ik met Jo begon, wist hij niet wat hij moest doen. Met mij heeft hij verschillende keren zijn record verbeterd en dan… (aarzelt en mompelt) dan ben ik lelijk behandeld. Een beetje gediscrimineerd zelfs. Hij zei dat ik geen Belg was en zo.
“Ik heb Jo gecreëerd en op een dag, ik wilde beginnen met de wintertraining, hoorde ik dat hij naar Duitsland was gaan trainen met Jürgen Schult. Geen woord tegen mij en ik stond daar. Nadien heb ik Jo wel nog teruggezien. Ik denk dat het niet typisch Vlaams was, meer een probleem van persoonlijke cultuur of een gebrek aan cultuur.
De premie: een bak appels
“Nu ben ik professioneel trainer bij Sport Vlaanderen, dankzij de prestaties van Philip. Maar ik heb ook ander werk gedaan. Drie jaar in de grootste wasserij van Vlaanderen, technieker. Drie jaar in een chemische fabriek waar ook producten werden gemaakt voor het leger. Tot twee collega’s doodgingen van kanker en ik dacht: je moet hier weg. Dan bijna vier jaar bij New Holland, maar nu dus trainer. Philip behoudt zijn statuut als student-topsporter als hij top acht is in Europa en de finale haalt op de Olympische Spelen en ik ook.
“Gelukkig woont Philip bij ons, want met 1.200 euro in de maand kan hij echt niet alleen wonen. Ik vind dat toch een beetje lachen. Weet je wat Kazachstan hem wil betalen als hij verandert van nationaliteit? Eén miljoen euro voor het eerste contract. Maar dan mag hij twee jaar niet uitkomen op grote toernooien, dus dat is niet aan de orde.
“Nog iets: hij heeft de Gouden Spike gewonnen. Wij naar Brussel voor foto’s, interviews, enzovoort. We wilden die schoen meenemen naar huis. Ah neen, dat mocht niet, tenzij je hem drie keer hebt gewonnen. Weet je wat we hebben meegekregen? Een bak appels, van de sponsor van de Gouden Spike. Wij met onze bak appels terug naar Brugge. Dat kan ik niet uitleggen aan de Bulgaarse trainers en atleten.
“Voor zijn tweede plaats op het wereldkampioenschap heeft Philip alleen 30.000 dollar (27.000 euro) gekregen van de internationale atletiekbond, maar geen premie hier in België. Ja, ik hou mij bezig met de financiën van Philip. Zijn grootste sponsor is Nike. Voor elk klassement op de Diamond League, elke medaille, elke plaats op de wereldranglijst, krijg je een premie. Na zijn zilveren medaille is hij atleet bij Nike World Elite geworden en voor elke grote competitie krijgt hij nu startgeld.
“Philip is een snelle discuswerper, een echte Europeaan, geen Amerikaan. Amerikanen zijn ruwe sporten gewend, allemaal kracht en niet te fijne techniek. Het zijn meestal grote sterke mannen, maar niet snel en niet technisch. Europese werpers zijn lichter, maar sneller, hoewel daar ook weer een verschil is. De Duitsers zijn bijvoorbeeld allemaal een stuk langer dan twee meter.
“Ik heb Philip de basis aangereikt, maar zijn techniek heeft hij helemaal zelf ontwikkeld en die is apart want wij trainen niet in een groepje waar iedereen van elkaar afkijkt. Natuurlijk kijkt Philip rond en wat hij kan gebruiken, neemt hij over. Van de Litouwer Virgilijus Alekna hebben we bijvoorbeeld geleerd om meteen te gooien van als zijn naam op het bord verschijnt. Je hebt dan nog één volle minuut, maar Philip stapt in de ring en smijt die discus meteen weg. De competitie is er niet om na te denken. Weet je, van de winter in Zuid-Afrika kwamen ze nog naar mij: ‘Emil, Philip heeft de beste techniek van de wereld.’ Dan ben ik trots.
“Het is te hopen dat ze in Rio vergeten om de ring te polieren. Dat is niet goed voor ons. Philip moet ruw beton hebben, grip om snelheid te kunnen maken, en die zware kolossen hebben liever gepolierd. Maar wij hebben wel speciale schoenen met een ideale zool om te werpen. Nu ja, speciaal. Ze kosten maar 5 euro en het zijn Chinese schoenen die ik in Bulgarije koop. Ik spray daar dan het Nike-logo op. Ik hoop dat ze daar niet moeilijk over doen want met die schoenen heeft hij al zijn beste worpen gegooid. Andere atleten willen die nu van ons afkopen. Ongelooflijk toch?
“Philip en ik hadden veel discussies, en die hebben we nog. Of de atleet een mening mag hebben? Ja, maar niet op training. Na de training wil ik als vader wel eens luisteren, op de training ben ik de baas. Ik ben een beetje een dictator, jawel. Wij spreken Bulgaars tegen elkaar, we vloeken elkaar ook stijf in het Bulgaars. Philip kan heel goed Bulgaars en dat heeft hij zichzelf helemaal aangeleerd, inclusief het schrijven. Toen ik hem daar zag zitten alleen op zijn kamertje, Bulgaars aan het leren, was ik best trots.
“Wij spreken ook nog Bulgaars thuis en we kijken Bulgaarse televisie. Met die digitale kanalen is dat makkelijk. (haalt zijn smartphone uit) Hier, een Bulgaarse zender, het is net nieuws. Soms zit ik hier in mijn hoekje naar het nieuws in Bulgarije te kijken. Naar dat van België kijken we uiteraard ook.
Boven sigaretten roken
“Wat het probleem van de Bulgaarse sport is? Iedereen is daar vertrokken. In mijn tijd woonden er negen miljoen mensen in Bulgarije, nu nog maar zeven miljoen meer. Het is nochtans een mooi land en we hadden een goed sportsysteem, waar ik veel van heb overgenomen. België heeft geen echt sportsysteem. Er is wel veel talent dat meestal niet goed wordt ontwikkeld.
“Ik heb soms de indruk dat ik meer ambitie heb dan Philip, maar dat zal wel het leeftijdsverschil zijn. Tijdens de competitie laat ik hem met rust. Ik ben geen trainer die tussen twee worpen roept dat de linkerteen wat meer moet krullen en de rechterarm enzovoort. Neen, een goed getrainde atleet weet wat hij moet doen en de ene keer is hij beter dan de andere. Ik leg mij daarbij neer. Maar ik verga wel van de zenuwen. Als het toegelaten is, ga ik boven sigaretten roken.
“‘Wat is uw doel’, vroeg Wim Vandeven (ex-trainer van Tia Hellebaut en nu high performance manager bij het BOIC, HVDW) mij op de olympische stage in Lanzarote. Ik zei: ‘Kwalificaties overleven.’ Hij vond dat te laag gemikt want Tia had hem gezegd dat de Olympische Spelen haar makkelijkste competitie waren geweest. Ja, als je hebt gewonnen, wil ik dat wel geloven, maar eerst willen wij de kwalificatie overleven en daarna zien we wel. Met discus moet je ook een beetje chance hebben.
“Je wilt de methode-Milanov kennen, welnu ik heb nog iets dat ik anders doe dan anderen: ik wil geen massages voor Philip. Wij gaan hooguit een keer om de twee maanden naar een osteopaat, maar massages laat ik niet toe. Ik wil niet dat iemand contact maakt met zijn lichaam want die trekken de energie uit hem. (lacht) Een beetje zoals jullie journalisten met al die lange interviews.”