FORMIDABLE
Eh, bébé, oups: mademoiselle,
Je vais pas te draguer, promis, juré,
J’suis journaliste et depuis samedi putain,
J’suis fou de ton talent!
Formidable, formidable
Tu étais formidable.
Daar zat ze dan op haar stoeltje, Nafissatou Thiam uit Namur/Namen. Springers rechts van haar, lopers op de baan, polsstokspringers aan de andere kant. Ze vertrok geen spier. Met nog twee nummers te gaan stond ze op één in de zevenkamp of heptatlon, het nummer van de godinnen van het stadion. Speerwerpen was aan de beurt en haar elleboog deed pijn. Pijnstilling bij topatleten die hun vasculair systeem moeten aanspreken, is een heikel ding en was tot een minimum beperkt. Primum non nocere, eerst niet schaden, was de boodschap, want het zou op die gruwelijke 800 meter aankomen.
Ze voelde aan haar elleboog, warmde benen en lichaam op, gooide haar speer in de opwarming welgeteld één keer, net voorbij haar grote teen. Ze ging weer zitten. Zorgen? Niet echt. Ze nam een energiereep, knabbelde en babbelde mondje vol tegen de Française Antoinette Nana Djimou. Het was grappig en ze lachten. Daarna keek ze weer voor zich uit. Ze had al anderhalve dag een camera in haar zog en was het gewend: waar ze ging, hoe ze ademde, ze werd gevolgd.
Het gezicht van Nafi Thiam was dat van de verwondering, de ogen die van de onschuld, de lichaamstaal niet eens die van een kampioene met zicht op het podium. Ze was een kwetsbaar meisje: moedig alleen onderweg naar nieuwe hoogten. Vluchten kon niet meer, ze had haar kaarten op tafel gelegd: drie persoonlijke records gebroken, een medaille voor het grijpen. Alleen de kleur was nog niet zeker.
In het speerwerpen kon ze Jessica Ennis-Hill – ‘The mum olympic champion’, kopten de Engelse media bij voorbaat – op een haast onoverbrugbare achterstand plaatsen. Ze gooide één keer: bam, 53.13 meter, een vierde persoonlijk record. Mission accomplie. Geen gil, geen overdreven vreugde. Te midden van de chaos van Rio bleef ze the girl in the bubble. Nooit eerder heeft de flow, de natte droom van elke sporter, zich zo geopenbaard als in het postuur van Nafi Thiam, die haar stoeltje weer opzocht. 53.13? Is er iets gebeurd?
Orakelwaarde
Even zal ze hebben gedacht: jakkes, nu alleen nog mijn slechtste nummer, die laatste dubbele ronde. Ze liep naar coach Roger Lespagnard en hij zei wat wij allemaal wisten: ‘Dix secondes’, houd haar binnen de tien seconden en je wint. Hij zei het als een dienstmededeling.
De afloop is bekend. Ze gaf maar 7.47 seconden prijs aan Jessica Ennis dankzij een fenomenale laatste 100 meter, waarin ze systemische dieptes en energiedepots aansprak waarvan ze het bestaan niet eens vermoedde. PR nummer vijf was binnen. PR nummer zes was haar totaal: 6.810, een verbetering met 300 punten.
21 jaar en olympisch kampioene in de zevenkamp. Een Belgische olympische kampioene in misschien het meest mythische nummer van de atletiek. Is dit echt: een meisje uit het Onderlandia van de sport en dan nog uit het zuiden van Onderlandia, waar de randvoorwaarden voor topsport nog minder zijn, dat hiertoe in staat is? Kan iemand eens hard knijpen?
21 jaar is ontzettend jong, maar wat jong en goed is, komt snel. Wat jong en zeer goed is, komt zeer snel. De orakelwaarde van deze rubriek is zwaar op de proef gesteld, maar vóór de Spelen begonnen, stond hier deze zin met betrekking tot de medaillekansen:
… “Nafi Thiam in een begenadigde dag, waarom niet? Die is ook jong en ze wil wat, net als Hannes Obreno, die in de skiff een goeie dag en een gunstige wind kan hebben…”
De maat der dingen
Zaterdag 13 augustus was de dag van het jong Belgisch talent. Golfer Thomas Pieters had dan wel juist zijn slechte dag en werd op zondag vierde. Ook hij is uit het goede hout gesneden. Zaterdagochtend was de 25-jarige roeier Hannes Obreno vierde geworden in het koningsnummer van het roeien en de speeltuin van de oude, sterke mannen, de skiff. Dat smaakt allemaal naar continuering.
Nafi Thiam was na een sterke eerste dag bovenin geëindigd in de tussentijdse klassering en het werd rekenen op welke plaats ze na nog eens drie nummers zou kunnen eindigen. Een olympisch diploma, of misschien een dichte ereplaats en met wat meeval – concurrenten die het misschien lieten afweten – zat brons erin voor het jonge veulen uit Namen. Neen dus, het veulen rook de stal en gaf de eerste plek niet meer af. Wat jong is en supergoed, komt dus supersnel.
21 jaar is geen uitzondering in de zevenkamp, maar nog minder de regel. Wie haar voorging, was ook jaren de maat der dingen: de blonde godin van de meerkamp, Carolina Klüft, was zelfs een paar maanden jonger dan Nafi Thiam toen ze in Athene met 6.952 punten (tegenover 6.810 voor Thiam nu) olympisch goud pakte. Klüft zou jarenlang de norm worden en heeft jonge meisjes over de hele wereld geïnspireerd.
Dat kan Thiam ook. In België en zelfs ver daarbuiten, als ze haar schroom laat vallen, maar willen we dat? Die onbevangenheid, die onschuld, die verwondering op het randje van naïviteit, is juist deel van haar charme. Altijd is het een beetje lachen met haar. Eén anekdote: op de olympische stage op Lanzarote bestelt ze een Cola Zero. “Hielo (ijs)?”, vraagt de ober, en spreekt dat uit als yellow, zoals Spaanse obers dat doorgaans doen. Waarop Nafi, die nog nooit van gele cola heeft gehoord: “No, black.”
Zij is zelf black, bruin eerder, een beauty geboren uit een blanke moeder en een Senegalese vader die in Afrika woont. In tijden van vreugdekreten over verongelukte jongens met een kleurtje kan deze medaille tellen. Wellicht de mooiste gouden medaille in honderd jaar Belgische sport is ook de eerste individuele olympische medaille voor een Belgische sporter met Afrikaanse roots. Nafi Thiam, zo zag je in Road to Rio, komt uit een beschermend maar bescheiden milieu waarin moeder haar eigen sociale hordenloop heeft moeten lopen. Het zal hen voortaan beter gaan.
Knijp in die arm, laat het nog even doordringen, Nafi Thiam heeft in de nacht van zaterdag op zondag wellicht de grootste prestatie in de Belgische vrouwensport of sport tout court neergezet. Voortaan is zij de standaard waartegen sportieve grootsheid in dit land wordt afgemeten. Na Justine Henin heeft België weer een sportgodin.