TEAM GB, het kwam en bleef (met ketonen update) in De Morgen van 17 aug

Hoe de Britten kwamen en bleven

De Britse olympische ploeg ligt op schema voor een unieke prestatie: meer medailles winnen in het verre Rio dan thuis in Londen in 2012. China verstoten van de tweede plaats is het doel.

Telkens als een Engelse roeiboot klaar was met roeien, stond hij daar, één rijtje voor ons, het voorrecht van de rechtenhouders: Sir Steve Redgrave was zowaar een collega geworden. De man die in zijn eentje, maar dan in pejoratieve zin, verantwoordelijk was voor de geboorte van een nieuwe supernatie in de sport: Groot-Brittannië. Om precies te zijn: het Verenigd Koninkrijk.

Even een tussenbemerking voor Anglofielen die zich dan de moeite van het twitteren kunnen besparen: Groot-Brittannië, Verenigd Koninkrijk en Engeland worden hier door elkaar gebruikt. Het VK of UK, zoals in UK Sport, is de drijvende kracht, maar op het olympische niveau is de entiteit Great Britain en ook dat is niet helemaal correct, want officieel heet het team Team Great Britain and Northern Ireland, al zijn er fanatieke katholieke Noord-Ieren die met Ierland aantraden. Negentig procent van de Britse olympiërs zijn Engelsen.

Terug naar Redgrave. In 1996 eindigde België met zijn twee gouden medailles vóór Groot-Brittannië in de medaillestand. Zij hadden maar één keer goud. De natie die sport over de wereld had verspreid, was gedegradeerd tot een ontwikkelingsland. Alleen Steve Redgrave en Matthew Pinsent hadden in hun dubbel twee de Britse eer kunnen hoog houden. Redgrave zou ook in 2000 een vijfde gouden medaille winnen in een viermansboot en werd daarna Sir, Commander of the British Empire Deputy Lieutenant.

Die laatste vier jaar tussen Atlanta 1996 en Sydney 2000 maakte hij de hergeboorte van de sportnatie mee. “It was amazing. Dingen die we vroeger zelf moesten uitzoeken, werden ineens voor ons gedaan. Wetenschappers kwamen ons opzoeken, onze trainer was er altijd bij. Fysiotherapeuten, voedingsdeskundigen, overnight werden we een sportland.”

Redgrave had na Atlanta een vernietigend interview gegeven over het onbestaande Britse sportmodel en dat was mee de aanleiding geweest tot het opstarten van het English Institute of Sport, een onderzoeksinstituut dat praktijkondersteuning biedt aan topsporters. Tegelijk werd in gokland Engeland nog maar eens een nieuwe loterij in het leven geroepen. De opbrengst daarvan zou vanaf 1998 de sport ten goede komen.

Inmiddels zijn de sportinvesteringen stevig verankerd en per jaar vloeit 150 miljoen euro naar de sport, waarvan 105 miljoen naar de topsport. (Vóór de devaluatie van het pond was dat 180 en 125 miljoen euro respectievelijk.) Daarmee worden ongeveer 1.300 atleten ondersteund. UK Sport werd een begrip na de Spelen van Sydney, waar 11 keer goud werd gewonnen op een totaal van 28, tegenover 1 gouden en 15 medailles in Atlanta. In Athene stagneerde het even (9 op 30), maar vanaf Peking (19 op 47) schoot het de hoogte in. Londen werd een triomftocht voor de home nation of sports: 29 keer goud op een totaal van 65 medailles. Cameron besloot tot een stijging van de lottery funding met 10 procent.

Ter vergelijking: in België wordt jaarlijks ruim 30 miljoen euro in topsport geïnvesteerd voor ongeveer 200 topatleten, proportioneel meer dan in het Verenigd Koninkrijk. Het grote verschil zit hem in de sponsoring: die is in kmo-land België haast te verwaarlozen terwijl in Engeland grote en middelgrote bedrijven graag investeren in nationale sporttrots. Wie genoeg inkomsten haalt uit de privé, krijgt geen inkomen meer, maar wordt wel nog wetenschappelijk en technisch ondersteund.

Er is geen geheim…

Een land dat de Spelen heeft georganiseerd, verliest traditioneel minimaal 20 procent van zijn medailles. Groot-Brittannië lag na tien van de zestien dagen Olympische Spelen drie medailles voor op het schema, maar had wel één gouden minder. Eén van de sporten waarin merkelijk beter werd gepresteerd, is zwemmen. Drie medailles en geen gouden in Londen werden hier in Rio zes medailles met één gouden. Ook in gymnastiek betaalden de inspanning zich verlaat uit: Max Whitlock won twee gouden medailles, een Britse primeur.

Het onuitgesproken maar goed begrepen doel is tweede worden in de medaillestand achter het ongenaakbare Team USA, dat met name in teamsporten nog een vracht medailles mee naar huis zal nemen. China onttronen als nummer twee, nu Rusland gedecimeerd is, is de directe consequentie.

Dag elf (gisteren dinsdag) was een hele belangrijke want in Londen werden toen acht medailles gewonnen. Vandaag kunnen ze een eventuele achterstand inhalen, want vier jaar geleden wonnen ze er geen enkele op diezelfde dag. Wie dat graag van naderbij bestudeert: de BBC heeft een Team GB Medal Tracker. De Britten zijn in 23 van de 28 olympische sporten actief en hebben 27 van hun 29 olympische kampioenen van Londen kunnen recycleren. 45 procent is vrouw.

“Er is geen geheim in topsport”, zegt Charles van Commenée, vandaag een van de Nederlandse performance managers, maar tot 2012 in Engeland de grote baas van het atletiek. “Er is ook geen Brits geheim. De juiste dingen juist doen met de juiste mensen, daar komt het op aan. Het Britse schoolsysteem zorgt voor een sportcultuur. De opleiding is kwalitatief goed, de competitie wordt aangewakkerd en er is talentdetectie. Dat hebben de Britten wel voor op ons.”

In een aantal sporten hebben ze een haast onoverkomelijke voorsprong. Neem nu het baanwielrennen. De ene na de andere medaille is Brits en meestal met een wereldrecord. Bradley Wiggins was een pistier, won enkele keren goud, vermagerde, won de Tour. verdikte terug, en won hier in Rio een vierde keer goud. Hoe groter de maakbaarheid van succes in een sport, hoe succesvoller een model als dat van UK Sport zal zijn. En als het eenmaal op eigen benen staat, kan het zelfs een spin-off worden zoals Team Sky, dat altijd de Tour wint en ook in het omnium goud pakte, zij het dan met de Italiaan Elia Viviani.

 

Toen Sir Chris Hoy na zes keer goud stopte, zou de Britse sprint in een zwart gat vallen. Niet echt: Jason Kenny – het lief van miss omnium Laura Trott – verloor alle sprints van Hoy, maar wint nu alle sprints tegen zijn nummer twee Callum Skinner. En samen wonnen ze de teamsprint. Kenny kan ook op zes gouden medailles uitkomen.

De steun vanuit de overheid voor het wielrennen bedroeg de voorbije vier jaar 40 miljoen euro, 36 miljoen na de brexit. De steun van de Vlaamse overheid aan het wielrennen, waaronder het wielerbaanproject, bedroeg in diezelfde olympiade ook 12 miljoen euro.

… of toch: ketonen

Behalve gedreven, rijk maar spaarzaam, sportwetenschappelijk en trainingstechnisch onderlegd, wil de Britse sport ook innovatief zijn. De Britse baanwielrenners zouden met een revolutionair pak rondfietsen dat hun enkele procentjes winst zou opleveren. De Britse zeilers hebben dan weer getraind in gevechtssimulatoren van de Royal Air Force om hun periferisch zicht en reactiesnelheid te verbeteren.

De Britse roeiboten en roeispanen zijn tijdens trainingen en testen hightech geëquipeerd met sonars en allerlei meetapparatuur, bedoeld om de techniek te verbeteren, tweehonderd slagen lang. Kajakkers testen in dezelfde omgeving waarin onderzeeboten worden getest, een watertank van 270 meter lang. Het is opvallend hoe vaak bedrijven in de dans springen die ook voor het Engels leger werken. De virtual-realitybrillen voor de kajakkers en triatleten zijn ontwikkeld door BAE Systems, een spin-off voor en door het Engelse leger.

Van leger gesproken, hoe zou het met de ketonen zijn? Goed, en ze zijn integraal terug in Britse handen, als we een betrouwbare bron mogen geloven. Ketonen (DM 9/5/2015) is een energiebron die de mens in kleine hoeveelheden aanmaakt bij de verbranding van vetten. Ketonen zijn een heel rijke energiebron, ook in kleine hoeveelheden, en kwamen daardoor op de radar van het Amerikaanse leger, dat een tender uitschreef om ketonen te synthetiseren, na te maken dus. De Amerikanen waren op zoek naar een compacte directe energiebron die licht was en niet zou bederven in hete omgevingen zoals een woestijn.

Die tender werd binnengehaald door professor biochemie Kieran Clarke van de universiteit van Oxford. Zij slaagde erin ketonen te produceren en begon ook met testen op topatleten. De proefkonijnen zaten in de Britse atletiek en onder meer bij Team Sky, wat een verklaring kan zijn voor hun erg magere toprenners die zware vermogens kunnen leveren.

Het eerste wetenschappelijke artikel verscheen deze zomer in het vakblad Cell Metabolism. De titel was: ‘Nutritional Ketosis Alters Fuel Preference and Thereby Endurance Performance in Athletes’. Vrij vertaald: ketonen helpen. Hoeveel helpen ze? Drie procent, zegt de studie. Drie procent is het verschil tussen goud en top tien.

“Die data zijn oud, maar zijn nu pas gepubliceerd om tactische redenen.” Dat zegt een onderzoeker die zijn naam niet in de krant wil, maar die betrokken was in het onderzoek. “Uit alle tests die ik heb gedaan met topatleten, blijkt dat ketonen helpen en met name in de recuperatiefase schitterende resultaten opleveren, wat een cumulatief effect heeft bij inspanningen over meerdere dagen.”

Professor Clarke liet daarop haar productiemethode patenteren, richtte een bedrijf op en zocht een producent om op grotere schaal te produceren. Wat toen gebeurde, is niet heel duidelijk. De onderzoeker: “Wellicht moest ze te veel van het product afnemen. Het is ook niet zeker dat het zal aanslaan, want het smaakt vreselijk slecht, dus er moet nog wel wat gebeuren wil het toegang vinden tot een brede markt aan een redelijke prijs.”

Vandaag kosten ketonen stukken van mensen en zijn ze rotslecht van smaak. Toch worden ze ook in Rio gebruikt. Dat leidt onze onderzoeker af uit het feit dat hij er geen meer kreeg. “Clarke produceert ze nog in haar labo, maar dat zijn kleine hoeveelheden. UK Sport heeft gezegd: alle ketonen blijven in Oxford. Het is duidelijk dat ze die voor de Britse atleten in Rio wilden voorbehouden.”