Mecenaat
Interessante suggestie gelezen van de week in Voetbalmagazine van zwemcoach Ronald Gaastra, bekend van het zilver van Pieter Timmers en eerder het goud van Fred Deburghgraeve. Hoewel hij dat eerst niet van plan was, denkt Gaastra nu dat Pieter Timmers best nog wat zou willen doorzwemmen, maar wel niet aan een schamele 1.500 euro per maand.
1.500 euro? Dat zal wel het nettosalaris zijn dat hij als topsporter van Sport Vlaanderen krijgt en daar zou dus wat bij moeten, via sponsoring bijvoorbeeld, of mecenaat. De sponsors stonden na Rio blijkbaar niet te dringen, dus hebben we het over mecenaat. Gaastra opperde dat een voetbalclub Pieter Timmers een salaris van 50.000 euro zou kunnen toestoppen. Hij verwees met naam en toenaam naar KAA Gent en hun manager Michel Louwagie, die in zijn vrije tijd ook voorzitter is van de nationale zwembond. Wel grappig, maar tegelijk een beetje wanhopig. Ook een beetje zoals we Ronald Gaastra kennen: om te jennen.
Toch is de achterliggende gedachte niet zo absurd als ze lijkt: waarom verplichten we niet bij wet dat een percentage van de tv-gelden de andere sporten ten goede moet komen? Tien procent van wat in België aan tv-rechten wordt betaald zou dan een hulpkas of een OCMW van de topsport spijzen. Dat kan in België 15 miljoen euro opbrengen en dan moeten we dat nog verdelen over Franstaligen en Vlamingen, maar daar komen we wel uit.
Van de overheid moeten we niks verwachten. Er is geen extra geld voor topsport. Ik heb op een terras op Copacabana de arm van de minister omgewrongen en hij was formeel: er komt niks bij. Stel dat er wel extra geld zou zijn, ware het dan wenselijk om dat in de vorm van een extra salaris aan een gearriveerde en uitgebreid gefêteerde topatleet uit te geven in de hoop dat hij zijn pensioen uitstelt? Ik dacht het niet.
Hoe gaat dat in andere landen? Neem Nederland, het geboorteland van Gaastra en waar Timmers ook heeft gezwommen. Zilver in Nederland is net-niet-goud. Het zilver van Timmers is het mooiste zilver uit de Belgische sportgeschiedenis, maar het is zilver. Er zit meer waarheid dan men zou denken in de Nike-boutade You don’t win silver, you lose gold.
Pieter Timmers zou in Nederland een stipendium krijgen, zo heet daar de overlevingsbeurs voor topsporters. Dat bedrag is vergelijkbaar met zijn nettosalaris als bediende bij Sport Vlaanderen, maar Timmers is statutair oneindig veel beter af als bediende bij Sport Vlaanderen dan in Nederland als beurstrekker. Als hij in Nederland 10.000 euro boven zijn stipendiuminkomsten gaat met sponsoring, prijzengeld of wat dan ook, wordt die beurs dienovereenkomstig ook nog eens verminderd.
Sport Vlaanderen vraagt niet wat Pieter en zijn Els nog bijschnabbelen aan optredens, verschijningen, sponsoring, startgelden en premies. Hij is bij sportspreker.be te boeken aan 2.250 euro voor drie uur + administratiekosten. Sport Vlaanderen checkt ook niet wat hij verdient aan sponsoring bij AA Drink, Vivaldis Interim, The Night Store, Kia en of het innovatief sponsorplatform BeStrong namens hem in actie is geschoten. Hoeveel die extra’s ook opleveren, hij blijft altijd zijn salaris behouden. Zijn Belgische premie van 30.000 euro voor het zilver werd minimaal belast. In Nederland zou hij 22.500 krijgen voor dezelfde medaille en zou het bedrag als salaris worden belast.
Neen, Timmers en andere Vlaamse/Belgische topsporters hebben absoluut niet te klagen en de vergelijking tussen zwemmers en voetballers of wielrenners gaat gewoon niet op. In sport word je betaald volgens je economische waarde en de uren dat je daar over kniest en zeurt, kun je beter wijden aan training.
Eigenlijk verdienen onze staatsatleten te veel. Wat zou je niet besparen als je de salarissen halveert, niet langer diploma- en leeftijdsafhankelijk maakt en met prestatiebonussen werkt? Het vrijgekomen geld kun je dan besteden aan het verbeteren van de topsportprogramma’s.
Je zou jonge talenten een ideaal traject kunnen bieden en een voorwaardenscheppend beleid kunnen voeren waarbij de ambitieuze atleet wordt uitgedaagd om in ideale omstandigheden de best mogelijke prestaties neer te zetten. Blijken die prestaties uiteindelijk niet te volstaan om van te leven, jammer maar helaas, dan is de speeltijd voorbij en is het tijd om aan het echte leven te beginnen.