This ís soccer
Gisterenochtend ging het op Radio Eén in De Ochtend over Theo Francken, de N-VA en de wereldvreemde rechters. Rond de tijd dat ik aan de dagelijkse latte macchiato begon, haalden ze Christian Denoyelle, voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie, voor hun micro. Die vergeleek het gedoe van uitspraken naast zich neerleggen en aanvechten met een voetbalmatch waarbij gele en rode kaarten en uitsluitingen en regels zoals niet met de hand spelen niet werden aanvaard door een deel van de spelers. Zo dreigde het voetbal te ontaarden in een chaos en op de duur zou dan niemand meer naar het voetbal willen gaan kijken, want het was een soort rugby geworden.
Interessante en omwille van het simplisme ook een verdienstelijke vergelijking, en ongetwijfeld koren op de molen van de nieuwscheffen op allerhande redacties die steeds benadrukken dat hun moeder en de mensen aan de toog het onderwerp ook moeten begrijpen. Beetje jammer dat de hoge man van de Hoge Raad er het rugby bij haalde, want als er nu één sport aan elkaar hangt van wederzijds respect, regels waartegen niét wordt gezondigd en de autoriteit van de scheidsrechter als metafoor voor de rechterlijke macht nóóit in twijfel wordt getrokken, dan wel rugby. Als klap op de vuurpijl: rugbysupporters schelden ook, maar staan niet gescheiden.
Eén keer per jaar is het mijn plicht u te wijzen op het filmpje van rugbyscheidsrechter Nigel Owens dat u op YouTube kunt vinden als u zijn naam en ‘this is not soccer’ intikt. Let op hoe hij die ene speler de regels en de machtsverhoudingen uitlegt en besluit met ‘we spelen geen voetbal’. Dat laatste sloeg op het in twijfel trekken van de sportiefrechterlijke macht. Vorig jaar gaf hij op de World Cup een Schot die nogal makkelijk neerging een uitbrander: “Als je zo wilt duiken, moet je hier over een week of twee terugkomen.” De wedstrijd werd gespeeld in St. James’ Park, normaal het voetbalstadion van Newcastle United.
Owens, zeg ik er maar even bij, is niet de eerste de beste ref: hij floot de laatste World Cup-finale en hij is een getrouwde homo die daar openlijk voor uitkomt. Twee keer hebben ze hem homofoob bejegend en twee keer heeft hij een klacht ingediend. In de stadions hoor je niks. Stel je voor dat hij een voetbalscheidsrechter was in dit land en pakweg in Gent een discutabele beslissing zou nemen. Tegen Club. Je wilt het niet gedroomd hebben.
Ik ben het niet eens met de stelling dat het voetbalpubliek zich misdraagt omdat die arme abonnees slecht worden behandeld, niet genoeg worden begeleid in hun fanschap en niet genoeg inspraak krijgen. Ik ben het wel eens met alle community en andere sociale programma’s die clubs willen verankeren in hun omgeving, maar men mag niet doorschieten in dat stammengevoel want dat is dan weer al te snel de aanleiding voor supportersoorlogen.
Die geschifte en gefrustreerde supporters in rood-wit en zwart-wit van vorig weekend, kunnen we daar alstublieft eens keihard tegen optreden? Kunnen we ook eens stoppen met eieren leggen onder dat crapuul dat aan een abonnement het recht ontleent om wedstrijden te ontregelen, mensen te beledigen/bedreigen en een stadionbezoek voor alle normale mensen hoogst onaangenaam te maken?
Al te lang is men meegegaan in de premisse dat het voetbal het eindstation was voor alle maatschappelijke problemen. Neen, voetbal en de hele voetbalcultuur zijn zelf het probleem. Dat bewijst het rugby dat dezelfde roots heeft, maar een andere weg is ingeslagen. Voetbal is een sector die meer mag dan alle andere sectoren samen terwijl het een verpletterende maatschappelijke en ecologische voetafdruk heeft.
Voetbal profiteert van minimale belastingen en microscopische sociale lasten, organiseert openlijk mensenhandel, wordt/werd internationaal geleid door een corrupte bende, krijgt overheidspersoneel cadeau om de veiligheid te garanderen, verwarmt en verlicht hele velden een hele week lang en open tribunes de dag van de wedstrijd en dat alles tot grote tevredenheid van alle gretige afnemers, waaronder ondergetekende. Maar als een deel van de voetbalklanten zich misdraagt, is het nooit de schuld van de voetbalklant, het voetbalproduct of de voetbalwinkel, maar van de maatschappij. Het wordt tijd dat de overheid de voetbalsector voor zijn verantwoordelijkheid plaatst. Beheers die handel. Of betaal lasten zoals elke andere economische activiteit.