Column Import-Export in De Morgen van 17 dec 2016

Import-export

Van de week werden van twee clubs de jaarrekeningen in de kranten besproken. Afgezien van de onmogelijkheid om een compleet beeld te krijgen van hoeveel geld er echt in zo’n club omgaat – daarvoor zou je alle vennootschapjes moeten consolideren en dat wil men vaak niet – hebben de media gelijk als ze besluiten dat de Belgische clubs alleen maar goeie zaken doen als ze veel spelers kunnen verkopen. Bij voorkeur naar een groot voetballand en het liefste nog naar Engeland.

Boekhoudkundige cijfers worden altijd weer op verschillende manieren geïnterpreteerd: de ene krant sprak van 300.000 euro winst voor Anderlecht, de andere van 1,6 miljoen euro. Is dat het verschil tussen netto- en brutowinst? Zou kunnen, maar dat lijkt mij sterk. Waar de kranten het wel eens over waren, was het verlies van de FC Coucke. Vorig jaar 4,5 miljoen euro, nu 7 miljoen en volgend jaar komen daar nog eens de verbouwingskosten voor het stadion bij. Als KV Oostende ooit Europees wil spelen, zullen ze toch eens moeten uitleggen of die verliezen aanvaardbaar zijn. Ze zitten nog niet aan 30 miljoen euro over de laatste drie seizoenen, de grens voor de Financial Fair Play, maar dat hoeft ook niet om op de vingers te worden getikt: verlies moet enerzijds aanvaardbaar zijn, wat dat ook mag betekenen, en moet anderzijds worden gedekt door eigen vermogen. Met andere woorden: iemand moet dat putje vullen. Daar hebben ze Coucke voor aan het strand van Oostende en die zal dat nog wel even blijven doen.

Bij andere clubs is de financiering veel onduidelijker, maar de levensvatbaarheid van KV Oostende als topclub blijft precair. Zonder de Couveuse Coucke is dit baby-topteam veroordeeld tot kansarmoede. Zolang hij er de stekker niet uittrekt of Perrigo niet langskomt om de boel te kopen, zijn ze daar nog een tijd gerust.

Het meest belangwekkende cijfer van de week over ons Belgisch voetbal kreeg het minste aandacht. De Zwitserse onderzoekseenheid CIES, die al jaren de demografie van het voetbal in kaart brengt, had becijferd dat van alle onderzochte landen België met afstand de grootste exporteur was van minderjarig talent. Er zijn momenteel 38 voetballers met een Belgische identiteitskaart van jonger dan 18 jaar lid van een buitenlandse club: 18 in Nederland, 10 in Frankrijk, 6 in Engeland en 4 in andere landen. Zweden was nummer twee, maar al op respectabele afstand met 23 spelertjes, net als Frankrijk. Nederland heeft er bijvoorbeeld maar 13.

Met de toenemende export van talent van eigen bodem stijgt ook de import van goedkope buitenlandse werkkrachten. Een week eerder had CIES een ander rapport en daaruit bleek dat België van alle 31 onderzochte landen op drie landen na het meest buitenlanders had in de kernen: 60 procent. Nederland zat aan 35 procent.

De omloopsnelheid van de voetballer in de Belgische competitie is dan nog eens schrikwekkend hoog. Door die voortdurende talent drain en personeelswissels lijken onze voetbalclubs eerder op hun plaats bij de duivenbond. De finaliteit van ons profvoetbal is fout: enerzijds heel veel volk uit het buitenland halen en anderzijds ze samen met de talenten van eigen bodem zo snel mogelijk weer aan het buitenland verkopen.

Dat buitenland vindt België met zijn lage instapvoorwaarden voor niet-Europeanen een fantastisch transitland voor de import en export van half afgewerkte voetbalproducten. Samen met onze eigen generatie talentrijke jongeren willen ook alle buitenlanders hier zo snel mogelijk weg omdat ze geen vertrouwen hebben in de Belgische postformatie. Onterecht, maar we zitten er wel mee.

Nederland doet beter als het erop aankomt jong binnen- en buitenlands talent aan zich te binden en de weg te wijzen naar de absolute top. Na Engeland en Italië is Nederland voor min 18-jarigen het derde voorkeurland om hun voetbalkunsten verder te ontwikkelen. Vervolgens blijven ze ook gemiddeld twee tot drie jaar langer dan bij ons zodat de club er ook nog wat aan heeft. Ajax heeft Kasper Dolberg vorig jaar gehaald voor 270.000 euro. Zoals die zich ontwikkelt, wordt dat maal honderd. Belgische teams zouden zich beter concentreren op een paar grote buitenlandse talenten en die afwerken in plaats van elke zomer en winter weer enkele scheepsladingen goedkope voetbalcarrosserieën te laten overkomen in de hoop dat er een grote motor met goede voeten bij zit.