Wat een ellende, die ziekmakende tsunami aan sportprijzen
Wat een ellende. De warmste week noemen ze dat. Zelfs als Deboosere zegt dat het droog is, hangt je fiets na een simpel ritje onder de modder. Op straat loop je om de haverklap tegen verkouden mensen aan. En na vier uur doen ze buiten het grote licht uit en floept die ellendige kerstverlichting aan. Neen, dit zijn niet de vrolijkste weken van het jaar.
Komt daar nog eens bij: die ziekmakende tsunami aan sportprijzen. Collega’s hadden de tel bijgehouden: dit weekend is Nafi Thiam de vijfde prijs gaan ophalen. In oktober was Thiam als Rising Star van de Europese Atletiekfederatie gelauwerd. De internationale bond IAAF kon niet achterblijven en gaf haar diezelfde prijs. We moeten een beetje eerlijk blijven, eigenlijk zijn dit achterafprijsjes. Internationaal vragen ze zich nog altijd af of dat meisje geen two day wonder was en wij zouden ook beter een slag om de arm houden, maar zo zijn wij niet in de sportwoestijn België. Wij vonden Thiam al onze beste sportvrouw toen ze met een EK-bronsje naar huis kwam en we negeerden de allerbeste bokster van de wereld.
2016 was natuurlijk super met dat Olympisch goud, dus konden we weer niet om Nafi Thiam heen: ze kreeg van de atletiekbond de Gouden Spike, de vierde op rij al. Dat was dan prijs drie voor 2016. Vorige week kreeg ze prijs vier: de Nationale Trofee voor Sportverdienste.
Dat is met afstand de meest archaïsche en niet-transparante prijs in prijzenland. Een klein clubje buigt zich onder de auspiciën van de stad Brussel elk jaar over wie de Trofee moet krijgen. Soms slaat ze daar de bal compleet mis, wellicht door een flagrant gebrek aan sportkennis. Zo vonden ze in 2008 niemand om de prijs aan te geven. Tia Hellebaut had weliswaar goud gewonnen, maar die had hem al eens gekregen en aangezien je die geen twee keer kon krijgen, dan maar niemand, redeneerden ze. Ze zagen daarbij over het hoofd dat Ann Wauters datzelfde jaar voor de vijfde keer Europees speelster van het jaar was geworden.
Ook redelijk hallucinant zijn die amechtige pogingen om het taalevenwicht te respecteren. De laatste tien jaar is de prijs vijf keer aan een Franstalige uitgereikt en dus ging dit jaar Nafi Thiam met de Trofee lopen en niet pakweg Greg Van Avermaet of zelfs Pieter Timmers. Die had hem misschien nog het meeste verdiend voor zijn opmerkelijk parcours en zijn zilver op gevorderde leeftijd in een olympisch koningsnummer.
Nafi Thiam haalde zaterdag haar vijfde prijs op: die van Sportvrouw van het Jaar. Die prijs wordt uitgereikt na een bevraging onder de leden van de Sportpersbond, ook een raar clubje. Voetbaljournalisten willen niet weten dat er nog andere sporten bestaan en stemmen met tegenzin (of niet) op wielrenners. Omgekeerd stemmen wielerjournalisten zelden op voetballers. Journalisten die andere sporten coveren, proberen daarom zo weinig mogelijk op voetballers en wielrenners te stemmen. En Franstaligen stemmen bij voorkeur op Franstaligen.
En zo gebeurde het dat David Goffin afgelopen zaterdag de derde genomineerde was voor de Sportman van het jaar terwijl Dirk Van Tichelt in één van de zwaarste judocategorieën toch maar mooi olympisch brons had behaald. Goffin tenniste dit jaar erg regelmatig. Hij speelde zich het ene na het andere toernooi de ziel uit het lijf voor puntjes, maar als het erom ging spannen, gaf hij niet thuis. Conclusie: in potentie geniaal, maar te weinig werker en vooral te weinig atleet.
Ook komisch was de verkiezing van trainer van het jaar. Dat had natuurlijk Shane McLeod van het zilveren hockeyteam moeten zijn. Hockey werd terecht Ploeg van het Jaar, maar McLeod mocht niet worden verkozen omdat hij een buitenlander is. Verander dat snel tegen 2018. Als we de World Cup winnen, kunnen we die arme Roberto Martínez geen prijs geven. Hoe belachelijk zou dat niet zijn?
Ten slotte, niks tegen haar trainer Roger Lespagnard, maar iedereen die zijn oren te luisteren legt bij de specialisten, krijgt te horen dat Nafi Thiam misschien wel ondánks en niet dank zij Lespagnard staat waar ze nu staat. Die moet ook bevestigen en de toekomst zal uitwijzen of hij het talent van Thiam kan conserveren en verbeteren, dan wel zal verknoeien.