Verhaal over de hekserij schijfremmen in De Morgen van zat 4 maart 2017

De schuldige schijfrem

In achteroplopen op progressie, loopt het wielrennen steeds weer voorop. Aan schijfremmen zijn niks dan voordelen, maar toch worden ze afgebrand zoals de derailleur honderd jaar geleden. Achtergronden bij een hetze.

Tom Boonen heeft met schijfremmen gereden en is mee in het verhaal. Als het tegen die tijd nog mag, want dat is lang niet zeker in een sport geleid door windhanen, start hij er mee in zijn allerlaatste Parijs-Roubaix. Het team van Boonen wordt voor alle duidelijkheid niet gesponsord door een merk dat schijfremmen produceert maar rijdt met Shimano via Specialized.

Boonen begrijpt de hetze niet tegen de zogezegd gevaarlijke schrijfremmen. Hij wil zelfs een schijfrem met de blote hand stoppen aan 60 kilometer per uur. Wat prompt werd gedemonstreerd door een mechanicien uit een ander profteam en op YouTube werd gepost: geen brand- of snijwonden, zelfs geen pijn. Nairo Quintana heeft nog nooit met schijfremmen gereden maar deed van de week een Trumpje met zijn op eigen onwaarheden gebaseerde mening: “Schijfremmen zijn zwaarder, minder aerodynamisch, onveilig en remmen slechter.”

Schijfremmen zijn inderdaad marginaal zwaarder, voorlopig nog althans, zijn marginaal minder aerodynamisch, maar veel veiliger en remmen veel beter. In de regen of op een droge weg remmen maakt de rem niks uit. Je zult er ook na een zware afdaling met veel remmen geen carbonwielen mee opblazen zoals met oververhittende velgremmen wel eens gebeurt. Disc brakes zijn de laatste grote evolutie van de racefiets. Met de nadruk op race, want in toeristen-, stads-, toer- en crossfietsen, en uiteraard ook bij de early adopters van de mountainbike is een schijfrem de standaard geworden.

Er is een heel absurde situatie ontstaan: een mainstreamproduct dat zijn degelijkheid heeft bewezen in de meest extreme omstandigheden zoals zware regen, stofferige hellingen of modderige afdalingen en dat ook voor de gewone gebruiker niks dan voordelen heeft, is nog steeds niet tot het topsegment doorgedrongen. Alsof het ABS-remsysteem eerst in een Fiat 500 zou zijn gemonteerd en pas vijf jaar later in de Formule 1.

Wielrennen is selectief conservatief: inzake chemie bij de eersten, maar sceptisch voor technologie. Lucien Juy, fietsenhandelaar en -maker, lanceerde in 1928 de Simplex, een geveerd schakelsysteem waarmee renners hun ketting op twee verschillende achtertandwielen konden leggen. De ploegleiding van Alcyon – het Team Sky van toen – was meteen mee, en liet de hele fietsenstal uitrusten met Simplex voor Parijs-Roubaix. ’s Nachts stonden de renners op en demonteerden de “onbetrouwbare” derailleur. Drie jaar later werden tweehonderd wedstrijden gewonnen met de Simplex en tegen 1933 had Simplex 40.000 exemplaren in omloop.

Herinner u nog het triatlonstuur van Greg Lemond? Uitgevonden begin van de jaren 80 in het minuscule triatlon, vond het pas tien jaar later ingang in het wielrennen.

Bij Shimano herinneren ze zich nog de weerstand tegen de geïndexeerde versnelling, die bij elke schakeling gepaard ging met een klikje, handig voor de niet zo handige gebruiker. “Dat wilden de renners niet. Onze eerste systemen waren daarom uitgerust met een totaal overbodig extraatje: het klikje kon worden uitgeschakeld. Renners wilden artisanaal schakelen.”

Zelfde weerstand later tegen de geïntegreerde schakel- en remgrepen: iedereen heeft die nu. “Ook ons elektrisch schakelsysteem DI2 werd aanvankelijk weggelachen. ‘Zwaarder dan de mechanische versnelling?’, riep Michael Boogerd. ‘Dat zal niet gebeuren.’ Enkele jaren later wilde iedereen elektrisch schakelen.”

“Er zijn niks dan voordelen aan schrijfremmen”, weet Sven Nys, die ermee reed op zijn crossfiets en zijn mountainbike. “Je kunt veel later remmen, gecontroleerder, nauwkeuriger en in elke omstandigheid – nat of droog – is je remgedrag hetzelfde. Het systeem is voorlopig nog iets zwaarder en als je zo dom bent om je vingers tussen de draaiende schijven te steken, ben je die kwijt, maar dat heb je ook bij een wiel. Eventuele verwondingen zijn verwaarloosbaar, vergeleken bij de breuken die zich voordoen bij al die valpartijen. Er is wel een verschil in remafstand tussen een fiets met schijfremmen en één zonder.”

Als door een wesp gestoken

Dat is een van de argumenten van de tegenstanders en in één moeite wordt dan gewezen op het gevaar voor de meest vreselijke snijwonden bij eventuele botsingen. In april van vorig jaar kwam Fran Ventoso van Movistar (zelfde ploeg als die van Nairo Quintana, zie hierboven) ten val in Parijs-Roubaix. Zijn knie moest behoorlijk worden genaaid. “De schuld van de schijfremmen”, schreeuwde Ventoso het uit en dat werd gretig overgenomen door de media.

De UCI, zelden de slimste van de grote sportbonden, reageerde als door een wesp gestoken en verbood op slag schijfremmen in het profpeloton. Een hetze was geboren, hoewel al snel uit getuigenissen bleek dat er bij de valpartij van Ventoso geen fiets met schijfremmen in de buurt was. Per 1 januari 2017 liet de UCI de schijfrem in alle stilte weer toe.

Alleen Veranda’s-Willems Crelan, met een traditie in het veldrijden en dus bekend met de voordelen, ging vol voor disc brakes. Bij Quick-Step is het monteerbaar en overweegt men het systeem te gebruiken in Roubaix omwille van het beter gecontroleerde remmen. Voor alle duidelijkheid: een fietskader voor een schijf- of gewone rem verschilt, het kost dus een cent om van systeem te veranderen.

Van de week publiceerde de wereldbond van de sportgoederenindustrie (WFSGI) een eigen rapport. Conclusie: de verwondingen van Ventoso zijn meer dan waarschijnlijk veroorzaakt door de impact en misschien ten dele door de voorste of achterste tandwielen. Een snijwonde van een schijfrem zou een duidelijke vlakke snede zijn en verticaal. De snijwonde van Ventoso was gekarteld en horizontaal.

 

‘Potentieel moordwapen’

Vorige week was er nog het geval van Sky-renner Owain Doull, die in Oman ten val kwam en een snee in zijn schoen opliep. De schuld van de schijfremmen van Marcel Kittel, toeterde Doull. Ook hier verklaarden getuigen onmiddellijk dat de fiets van Kittel niet in de buurt van de schoen van Doull was geweest. Kittel reed een dag later prompt met velgremmen. “Uit respect voor de collega’s.”

In hetzelfde rapport stelt de WFSGI dat inzake de Doull-case verder onderzoek nodig is, maar dat de eerste conclusies niet wijzen op een schuldige schijfrem. Desondanks – zich baserend op alternatieve feiten en in een poging van zich te laten horen – riep de rennersvakbond op om het potentiële moordwapen schijfrem uit het peloton te bannen.

Bij Shimano op de High Tech Campus in Eindhoven wil men niet in discussie gaan over de politieke kant van deze affaire. “Als men nu eens de emotie zou bannen, dat zou al mooi zijn”, zegt productcoördinator Tim Gerrits. Hij spreekt tegen dat het de industrie tegen de renners is. “Wij bieden onze disc brakes aan, net als onze concurrenten Sram en Campagnolo bij hun teams, maar wij verplichten niemand om ermee te rijden. Dit is niet tegen te houden. Het is een kwestie van tijd voor elke fiets hiermee is uitgerust.”

Het argument dat schijfremmen een gevaar opleveren voor fietsers die achterop rijden zonder schijfremmen omwille van de kortere remweg wordt door Gerrits ook tegengesproken. “Als de remprestaties zo verschillen, heeft dat eerder te maken met het gebruik van verschillende componenten van verschillende merken door elkaar. Soms halen de remprestaties van een racefiets met allemaal verschillende componenten afgemonteerd, niet eens de industriële standaard die voor een stadsfiets moet worden gehaald.”