Column Niet alles is te koop in De Morgen van 20 maart 2017

Niet alles is te koop

Sympathie hebben voor een van beide teams is des columnisten. Bijvoorbeeld: welke club in de bekerfinale verdiende sympathie op basis van het spel? Lastig, want de twee clubs hielden elkaar in evenwicht. Dan maar verder gezocht: welke club verdiende het meest om de beker te winnen op basis van bestuurlijke inspanningen zoals elke euro omdraaien, onbekende spelers lenen en beter maken, uit dat samenraapsel een competitieve ploeg puren en ook nog een tribune vernieuwen en een modern oefencomplex bouwen?

Zulte Waregem!

En daarom vond ik het terecht dat Zulte Waregem won en niet KV Oostende en daarom heb ik het tweetje gepleegd ‘Gelukkig is niet alles te koop in het Belgisch voetbal’ en daarom kreeg ik reacties (meer dan de helft met taalfouten) gaande van ‘onnozel kieken’ tot ‘goed gedaan, die Coucke op zijn nummer zetten’.

Dat laatste was helemaal niet de bedoeling. Marc Coucke weet dat ik sympathie koester voor zijn authenticiteit. Zoals ook voor het sprookje van KV Oostende met zijn kleurrijke figuren in de hoofdtribune en zijn businesscommunity die zo is weggelopen uit een film van Fellini.

Marc Coucke weet ook wat ik over zijn club denk – dat een sprookje zelden een meesterwerk wordt – en dat het succes van KV Oostende kunstmatig is en niet duurzaam zonder zijn miljoenen. (Dat geldt voor nog enkele ploegen, maar die speelden geen voetbal dit weekend.)

Ik citeer uit eerder werk, een column van eind vorig jaar toen een aantal clubs hun jaarrekeningen presenteerden:

“(begin citaat) Vorig jaar 4,5 miljoen euro verlies, nu 7 miljoen en volgend jaar komen daar nog eens de verbouwingskosten voor het stadion bij. Als KV Oostende ooit Europees wil spelen, zullen ze toch eens moeten uitleggen of die verliezen aanvaardbaar zijn. Ze zitten nog niet aan 30 miljoen euro over de laatste drie seizoenen, de grens voor de Financial Fair Play (FFP), maar dat hoeft ook niet om op de vingers te worden getikt: verlies moet enerzijds aanvaardbaar zijn en moet anderzijds worden gedekt door eigen vermogen. De levensvatbaarheid van KV Oostende als topclub blijft precair. Zonder de Couveuse Coucke is dit baby-topteam veroordeeld tot kansarmoede (einde citaat).”

De KVO-community heeft dit niet opgepikt of niet begrepen, dat laat ik in het midden. Dat Coucke een Gentenaar is die investeert en geen Chinees is een meevaller voor ons voetbal, maar is naast de kwestie. Investeringen in voetbalclubs zijn aan andere regels onderworpen dan appartementen bouwen of pretparken openen. Of nog: sportvoeding verkopen. Coucke heeft ooit met Etixx in Engeland meer aan promotie uitgegeven dan er ooit aan sportvoeding is verkocht, maar dat is een sector waar de FFP niet van toepassing is.

Voetbal is anders, meer gereguleerd en maar goed. Als KV Oostende Europees speelt (vooralsnog niet, tenzij ze bij de eerste vier eindigen of Zulte Waregem kampioen wordt) komen ze op de radar van de Financial Fair Play van de UEFA. Dat is een set regeltjes opdat investeringen in het voetbal een economische logica zouden volgen waardoor je niet zomaar geld kunt uitgeven om een team bij elkaar te kopen in de hoop dat daar ooit inkomsten tegenover zullen staan.

De 30 miljoen euro schuld die mag worden opgebouwd over drie seizoenen is een bovengrens, op voorwaarde dat de put wordt gedempt door eigen vermogen. In Oostende betekent dat bijpassen uit de diepe zakken van Marc Coucke. Gebeurt dat niet, dan ligt de bovengrens bij 5 miljoen euro gecumuleerd verlies over drie seizoenen en daar zit KVO alleen al met de laatste jaarrekening ruim boven. Even terzijde: speculeren op een dure transfer van Landry Dimata telt ook niet. Dat alles met de edele bedoeling de teams minder afhankelijk te maken van hun suikerooms zoals Coucke.

Tot zover de Europese regels, op maat van Europese omzetten die al snel rond de 100 miljoen draaien. In de realiteit bedraagt de gemiddelde omzet van de 98 clubs uit de vijf grote voetballanden 155 miljoen euro. In België is de gemiddelde omzet 20 miljoen
euro, vijf keer minder dan de hypothetische 100 miljoen. Als de Jupiler Pro League ooit de moed zou hebben om eigen strenge FFP-regels te hanteren, dan zou de toegestane schuld (met inbreng van eigen vermogen) 6 miljoen euro (30 gedeeld door 5) over drie jaar bedragen. In dat geval zou KV Oostende zijn uitgaven moeten laten zakken naar een niveau in overeenstemming met zijn voetbalgerelateerde inkomen. Volgens een ruwe schatting zou dat ongeveer de halvering van de Oostendse salarissen betekenen. Zo simpel of zo ingewikkeld is voetbal, maar niet aan zee. (Voorlopig.)

 

Niet alles is te koop