Column over dopingrecords in De Morgen van zat 6 mei 2017

Dopingrecords

Stefka Kostadinova is boos. Nu vraagt u zich af: wie is Stefka? Voorzitter van het Bulgaars olympisch comité, 52 jaar oud en, belangrijker, wereldrecordhoudster hoogspringen met 2,09 meter. Inderdaad, 2,09 meter. Als de beste hoogspringsters van het moment naar een lat op 2,09 meter kijken, barsten ze in huilen uit. Stefka sprong die 2,09 meter op het WK in Rome, in 1987, dat is van de zomer dertig jaar geleden. De bronzen medaille ging toen over 1,99 meter. In Rio op de Olympische Spelen vorig jaar sprongen goud, zilver en brons 1,97 meter hoog.

Van die 2,09 meter van Kostadinova denkt iedereen meteen: hmmm, verdacht, doping … Het belangrijkste in de vorige zin is niet het begrip doping, maar het werkwoord denken. Wie denkt, weet niet. Wie denkt, heeft vermoedens en kan daar geen staalharde conclusies aan vastknopen. Daarom is het schrappen van de atletiekrecords van vóór 2005 een lichtjes van de pot gerukte, onrealistische en arbitraire maatregel.

Tegelijk alle begrip voor wie het idee heeft geopperd, want er is wel degelijk een probleem met die oude records. We zitten dus met een klassiek dilemma: een probleem waarvoor geen oplossing is, althans geen goede.

Enerzijds heb je die records en die zijn op zijn zachtst gezegd verdacht. Zoek op YouTube naar Marita Koch, Canberra, 1985. Kijk, geniet en trek grote ogen. Je ziet de Oost-Duitse Koch in baan twee. In baan één loopt namens de USSR de coming woman Olga Vladikina. In baan zeven loopt de toenmalige wereldrecordhoudster Jarmila Kratochvilova uit Tsjecho-Slowakije. Veel wordt verwacht van Vladikina, maar het is Koch die doorkomt aan de 200 meter in 22.4, twee tienden boven het Belgisch 200 meterrecord van Kim Gevaert, en finisht in 47.6 waarmee ze drie tienden van het vorige wereldrecord haalt. Waarop ze drie keer diep ademt, in haar handen klapt en aan een ereronde begint. Dat allemaal in oktober aan de andere kant van de planeet. In Rio vorig jaar liepen de drie medailles in de 49 seconden.

Doping? Ik denk het wel, met de nadruk op denk. Want net zoals over Stefka Kostadinova, over Florence Griffith-Joyner en over al die andere records uit de jaren 80 in kracht- en snelheidsnummers kan je niet met zekerheid zeggen dat bij Marita Koch doping in het spel was. Is er dan een andere reden waarom de prestaties vooral bij de vrouwen zo zijn achteruitgegaan na 1988, behalve de trainingscontroles op anabole steroïden die zijn ingevoerd na Ben Johnson?

Misschien. Jawel, de DDR, de USSR en alle die andere Oostbloklanden waren bewezen structureel met doping bezig, maar ze hadden ook een doorgedreven sportmodel gericht op selectie en veel training. Bij goed presteren volgde beloning, onder meer in de vorm van sociale promotie. Dat systeem klapte na de val van de Muur in elkaar.

Doping en de verbeterde controles zijn niet de enige verklaring voor de fantastische prestaties en evenmin voor de terugval in de laatste kwarteeuw. Men heeft in Duitsland tijdens de DDR-processen de Oost-Duitse prestaties tot doping proberen te herleiden, maar de boemerang kwam terug toen nadien ook bleek dat in West-Duitsland evenveel werd gedopeerd, maar alleen minder genoteerd.

Een argument dat ook een prestatieval kan verklaren, is het verminderde aanbod aan toptalent. Het communistisch sportmodel is samen met het politiek model gecrasht en in de westerse wereld kiest atletisch talent niet meer automatisch voor een klassieke sport als atletiek, maar vaker voor andere sporten waarin meer geld en roem te behalen valt. Nog een aspect dat vaak onderbelicht blijft: wetenschappers wijzen al langer op de nefaste invloed van sedentarisme op sportprestaties. Wat als dat effect zich eerder heeft gemanifesteerd bij de vrouw dan bij de man?

Overigens is het onzin te beweren dat vooral de vrouwenrecords een probleem zijn. Van de 24 olympische atletieknummers komen zowel bij de mannen als de vrouwen dertien records van voor 2005 in aanmerking voor schrapping. Maar dat jaartal 2005 slaat werkelijk nergens op. Als men bedoelt dat dan ongeveer is begonnen met het biologisch paspoort, dan is ‘ongeveer’ een juiste omschrijving. Het is een fabeltje dat vanaf 2005 alle stalen zijn bijgehouden. De huidige dopingcontrole, die beter is dan ooit en van jaar tot jaar verbetert, zit pas vanaf 2008 op volle kruissnelheid toen voor het eerst in de aanloop naar de Spelen van Peking heel wat sporters werden geschorst.

Supertijden van Bolt

Begrijpelijk dat het heel vervelend moet zijn voor Dafne Schippers en anderen om tegen die 10.49 van Florence Griffith-Joyner aan
te kijken, maar ze zullen er toch mee moeten leren leven. ‘Fast Flo’ is nooit betrapt. Ze is ook dood, dus zij zal niet meer protesteren als de recordlijsten op nul worden gezet. Andere atleten wel. Zo zou Paula Racliffes fenomenale marathonrecord van 2u15 uit 2003 niet voor erkenning in aanmerking komen. Als één afstandsrecord verdacht is, dan wel dat van Radcliffe. Het enige argument om haar te geloven en al die anderen niet, is haar keurige Engels en haar Brits paspoort. Ook dat andere Britse wereldrecord van Jonathan Edwards op de hink-stap-sprong zou bedreigd zijn, waardoor de Britten ook al op hun achterste poten staan.

Een grens in de tijd impliceert dat men een hele periode als verdacht labelt, terwijl daar ook weleens een zuiver record zal tussen hebben gezeten, en omgekeerd de laatste twaalf jaar als maagdelijk clean. Maar wat dan te denken van de supertijden van Usain Bolt, nu we weten dat in de aanloop naar de Spelen van Londen in Jamaica geen enkele dopingcontrole is gebeurd? En van de Kenianen, na alle recente onthullingen over epo-ziekenhuizen?

Copyright © 2017 gopress. All rights reserved

Een tweede lijst hanteren zou een tussenoplossing kunnen zijn; records op nul zetten niet. De dreiging van verspringer Mike Powell – de Amerikaan die 8,95 meter sprong in 1991, dus in verdachte tijden – om de atletiekbobo’s een proces aan te doen als ze records gaan schrappen, zou moeten worden gesteund door iedereen die iets van sport begrijpt.