FIFA is blind voor doping
Een buitenlandse collega gespecialiseerd in voetbal had een verhaal van mij gelezen waarin ik de link legde tussen het Russisch dopingschandaal rond de Winterspelen van Sotsji (de staatsgestuurde dopingprogramma’s) en de aanstaande World Cup voetbal in Rusland. Hij riposteerde dat ik vooral geen spijkers op laag water mocht zoeken. Van betrokkenheid van voetbal was geen enkel bewijs. En bovendien was voetbal nog wat anders dan pakweg wielrennen en schaatsen of langlauf, waarin uithouding en kracht de medaillestand bepaalden. Met doping is nog geen enkele voetbalwedstrijd gewonnen, besloot hij.
Geen twijfel, de techniciteit van een spelsport in ploegverband, met honderden verschillende situaties in tijd en ruimte, is een stuk complexer dan die van een repetitieve sport, waarbij je van in het begin zo hard als mogelijk moet gaan en aan het eind nog een beetje harder, of minder traag dan de tegenstand.
Het klopt ook dat doping bij die laatste groep sporten flink helpt. Is het niet om direct beter te presteren, dan zeker om meer en beter te kunnen trainen. Maar dat geldt ook voor spelploegsporten, want die hebben evengoed een fysieke component en wie het voetbal van vandaag vergelijkt met dat van twintig en veertig jaar geleden, zal niet alleen het loopvermogen maar ook de hoge snelheden zijn opgevallen.
Heinz Schönberger, centrale middenvelder en marathonman van SK Beveren, liep destijds één keer per week negen kilometer per wedstrijd, zo vond professor Walter Dufour van de VUB dertig jaar geleden na een revolutionair onderzoek waarbij de verplaatsingen van de Duitser in kaart werden gebracht. Vandaag loopt elke speler op die positie makkelijk een derde meer kilometers, twee of drie keer per week en de helft ook nog eens aan maximale of submaximale snelheid, terwijl Schönberger eerder adept van de cruisecontrol was.
Voetbal is een technisch bijzonder moeilijke sport met als discriminerende factor de fysieke conditie. Wie snel is en kan blijven lopen, creëert voor zichzelf tijd en ruimte die een beperkte technische bagage kunnen compenseren.
Natuurlijk helpt doping ook in voetbal en zeker als wedstrijden elkaar kort opvolgen. Doping is minder massaal maar even snel in het voetbal geïntroduceerd als in andere meer fysiologische sporten: de verhalen rond Les Bleus van het WK 1998 en de bewijzen aangedragen in het proces tegen Juventus zijn overduidelijk.
De Europese voetbalbond UEFA weet dat en de UEFA is bijvoorbeeld wereldwijd de meest controlerende bond van alle sportbonden. Misvatting twee is hiermee uit de wereld geruimd: het voetbal controleert wel degelijk op doping, al laat het whereaboutssysteem in voetbal – de verplichte beschikbaarheid is gekoppeld aan de trainingsuren – veel ruimte voor een farmaceutische donkergrijze zone.
Het gemak waarmee de wereldvoetbalbond FIFA de beschuldigingen in de diverse rapporten over de Russische staatsdoping naast zich neerlegt, is ronduit stuitend. Het is niet duidelijk wat FIFA nog meer nodig heeft om de getuigen te horen. Grigori Rodtsjenkov, de gevluchte labdirecteur van Moskou, heeft onder ede verklaard dat “dozijnen voetballers” onder het dopingprogramma vielen.
FIFA beweert onderzoek te voeren, maar heeft nog niet met Rodtsjenkov gesproken en weet ook niet of het dat zal doen. Het wereldantidopingagentschap WADA ziet de bui al hangen en heeft zaterdag een brief geschreven naar de FIFA om hen aan te manen tot meer daadkracht.
De timing klopt alvast. Aanstaande vrijdag wordt in Moskou geloot voor de World Cup. Voetbaljournalisten uit alle windstreken – ook hier vandaan – zullen massaal naar Moskou vliegen om daar verslag uit te brengen over de balletjes en de draaiende trommels en de tegenstanders van onze Rode Duivels.
Ongetwijfeld erg spannend, maar benieuwd hoeveel vragen over de dopingproblemen van het gastland zullen gaan. De FIFA kijkt de andere kant op en de Russen laten het alvast niet aan hun hart komen en wijzen met een trumpiaanse negatie van het niet te negeren bewijs elke schuld af. Meer zelfs, de voorzitter van het lokale organisatiecomité is Vitali Moetko, ook vice-eersteminister in de regering van Poetin. Hij legde vorige week de schuld van de Russische doping bij het WADA. Hij heeft niet helemaal ongelijk, maar de Russen zijn wel begonnen en Moetko zelf is door alle betrokkenen en klokkenluiders aangewezen als de eindverantwoordelijke.
Als het Internationaal Olympisch Comité op dinsdag 5 december beslist alleen de bewezen cleane Russische olympische atleten te laten deelnemen onder een neutrale vlag en de facto het Russisch team te weren, en alle tekenen wijzen daarop, zal de druk op de FIFA toenemen. Als WADA daarop ook nog eens FIFA kalt stellt, kennen we de grootste internationale sportcrisis in dertig jaar.