Het relict Lokeren
FC Luik werd in 1896 de eerste kampioen en in hun zog hebben zestien verschillende voetbalclubs in meer dan honderd jaar Belgisch voetbal een landstitel behaald. Elf verschillende voetbalclubs speelden kampioen na de Tweede Wereldoorlog, zes de laatste kwarteeuw en vijf deze eeuw.
KSC Lokeren Oost-Vlaanderen nooit. In de lijst met bekerwinnaars staat Lokeren wel met twee recente overwinningen, die iedereen buiten Lokeren al lang is vergeten: 2012 en 2014. Twee keer met een flauwe 1-0, tegen KV Kortrijk en tegen Zulte-Waregem.
Lokeren was begin de jaren 80 dé club van Oost-Vlaanderen, een frivole hemelbestormer waar goed voetbal te zien was: de drie L’en voorin waren van het beste dat België had te bieden. Lato-Larsen-Lubanski speelden twee seizoenen samen en vermaakten het publiek overal waar ze kwamen. Lokeren haalde in die tijd ook Arnór Gudjohnsen weg uit IJsland, Bouke Hoogenboom – een Amsterdamse grote mond – stond in doel, de sierlijke, valse trage Raymond Mommens op het middenveld naast kilometervreter- regulator René Verheyen en laten we er de sympathieke Eddy Snelders ook maar bij nemen, dát Lokeren was een heerlijke ploeg.
1980-1982 was zowat de topperiode toen steevast de kop van de klassering werd aangevallen en ook Europees enkele goede resultaten werden neergezet. Dichter dan een tweede plek in het seizoen 1980-1981 kwamen ze evenwel nooit en ook dat was nog veraf, want Anderlecht eindigde dat jaar met een straat voorsprong eerste. Neen, dan deed eeuwige Waaslandse rivaal SK Beveren het een stuk beter met die titels in 1978 en 1984, óók met goed voetbal en vooral met veel meer Belgen in de ploeg.
Lokeren was al van in die jaren 80 in de eerste plaats een doorgangshuis voor buitenlands talent. In 2003 werd Lokeren nog eens derde. Na 2010 leek het er zelfs even op dat de club toe was aan een heropleving met twee bekerzeges en drie keer deelname aan play-off 1. Het bleek de zwanenzang.
Vandaag vecht Sporting Lokeren tegen de degradatie en wat zo erg is: niemand – behalve dan die paar duizend Lokeren-fans – zou het erg vinden als deze club, met deze voorzitter, met deze reputatie, met dat stadion, met deze trainer, zou zakken. Jammer voor die fans, de spelers, jammer voor het olijke duo Olli en Steve vooral, maar geen mens buiten Groot-Lokeren zal een traan laten om Sporting.
Glen De Boeck is er nu komen aanwaaien met zijn trackrecord van onmogelijke opdrachten tot een goed einde brengen én (bij zijn collega’s) de reputatie van arrogante zak. De redding van Lokeren zou een mirakel zijn, de degradatie evenwel de logica en de emanatie van een economische realiteit.
Als de eigenaar-voorzitter met zijn rollator moet worden binnengerold, waar ben je dan mee bezig? Roger Lambrecht is 87, zou van zijn oude dag moeten genieten, maar woelend in zijn bed speelt hij ’s nachts de wedstrijden opnieuw en overdag zoekt hij naar een overnemer. De hele eerste klasse B is al aan de man gebracht en zit bij al of niet schimmige buitenlanders, maar voor Sporting Lokeren vindt Lambrecht geen koper. Een blik op de verkorte jaarrekening zal waarschijnlijk volstaan om af te haken.
Het sterfhuis Lokeren is niks meer waard en niet alleen daarom is het ronduit verbazingwekkend hoe Lambrecht door een deel van
de media nog steeds op een voetstuk wordt geplaatst. Hij heeft geen enkele verdienste aan de successen uit het verleden en heeft tegelijk zowat alle schuld aan de ellende waarin de club vandaag zit. Oké, hij werd in 1994 voorzitter en na drie jaar tweede klasse haalde hij Lokeren als kampioen terug naar eerste. De vicekampioen in tweede klasse dat jaar mocht ook promoveren. Dat was KRC Genk, en die hebben het met drie landstitels en een vierde op komst heel wat beter gedaan. Wat presteerde Lambrecht in die 25 jaar? Hij haalde en ontsloeg 25 trainers.
Wat is niet fout aan Sporting Lokeren? Lokeren en Lambrecht zijn de oude voetbalcultuur. Zijn financieringstrucs hebben mee het Belgisch voetbal verziekt. Zelfs wie ooit de inhoud van het befaamde zwarte koffertje heeft meegekregen, is het eens met die analyse. Ik heb het koffertje bij toeval ooit zien staan, geopend, dus ik weet waarover ik spreek.
Van de scheepsladingen Afrikanen die de laatste jaren over het Belgisch voetbal zijn uitgestort en waarvan sommigen in de illegaliteit verdwenen, was één op de twee boten bestemd voor Lokeren en hun toenmalige sportief manager/mensenhandelaar/passeur Willy Verhoost. Dit Sporting Lokeren – als er geen overnemer wordt gevonden – is een relict uit het verleden, klaar voor bijzetting in het museum van de industriële voetbalarcheologie.