Twee en een half punt
Hoe verzinnen ze het. U zult drie zien staan in de rangschikking, maar het verschil tussen leider KRC Genk en Club Brugge is wel degelijk twee en een half punt, met nog twee wedstrijden te gaan. Genk is kampioen als het Club een puntje voor blijft. Komen beide ploegen op gelijke hoogte na volgende zondag, dan is Club aan het feest.
Niks aan de hand wat Genk betreft, gewoon even winnen en/of gelijkspelen in Anderlecht en/of thuis tegen Standard. Het 3-2-verlies gisteren in Brugge, daar kon geen Genkse speld tussen. De twee doelpunten van Genk kwamen letterlijk uit de lucht vallen en 3-2 is geenszins een weerspiegeling van de onderlinge verhoudingen.
Althans tot minuut 85. Daarna was het nog tien minuten al Genk wat de klok sloeg en kopte Ally Samatta in blessuretijd op de paal. Het had in de week van de gekke wedstrijden zomaar ineens 3-3 kunnen staan en dan was Genk kampioen, virtueel, maar ook zo goed als reëel.
Met welgemeende excuses aan beide ploegen, maar sowieso krijgen we na deze play-offs geen grote kampioen. Kleine kampioen zou in het geval van Genk een onderwaardering zijn, gezien het geleverde spel in het seizoen. Maar een ploeg die als een Groot Kampioen de geschiedenisboeken wil ingaan, mag zich niet zo van het veld laten spelen als gisteren.
Ook als Club het haalt – daar mag je na gisteren nog altijd niet van uitgaan – is het geen grote kampioen. Daarvoor is het dit seizoen te wisselvallig geweest en bleef het thuis al te vaak onder de middelmaat. En wat het gisteren na de 3-1 op de mat legde, niet te vergeten nadat het de 4-1 miste door die strafschop de deklat, was geen kampioen waardig. Club deed het in de broek terwijl daar geen enkele reden toe was.
Bij Genk zullen ze zeuren over die vermeende elleboog van Wesley bij de 2-1. Dat was geen clear error. Een speler die wordt belaagd, maakt zich nu eenmaal breed om wat steviger op de benen te staan. Was er een slaande beweging, liep Aidoo opzettelijk tegen die arm aan of heb je dat automatisch als twee spelers die een kwart meter in lengte verschillen met elkaar duelleren? Niet duidelijk, maar als de grote VAR-baas of de UEFA in al hun goddelijke onfeilbaarheid alsnog zouden beslissen dat Wesley een kaart had moeten krijgen en het een vrije trap voor Genk had moeten zijn, dan kan dat dienen ter compensatie voor die ongelukkige hands van Brandon Mechelen in de heenwedstrijd in deze play-offs.
Er was wel meer VAR. Neem nu het doelpunt van Sébastien Dewaest dat Genk op 0-1 zette na enkele minuten heen en weer voetballen. Uitgerekend Dewaest scoorde met wat dan wordt omschreven als een heerlijke baltoets. Heerlijk en Dewaest in één zin, dat ligt toch wat lastig. Het was een baltoets en het resultaat was heerlijk, maar laat het hem nog duizend keer proberen en never nooit gaat die bal erin.
Of het doelpunt al dan niet buitenspel was – de VAR vond van niet – is met deze technologie gewoon niet te zeggen. Nu wordt een lijn getrokken ter hoogte van de voeten, maar bij buitenspel komt meer kijken. Elk lichaamsdeel waarmee je een doelpunt kunt scoren, kan je buitenspel zetten: schouder, hoofd, knie, borst telt allemaal mee. Er moet dus een driedimensionale lijn komen en dat is dan een soort 3D-muur die men in Spanje heeft. In dat geval had het hoofd van Dewaest evengoed voorbij de voeten van de laatste Club- verdediger kunnen zijn.
Wie gunt voetbalminnend België nu die titel? Als het om de trainers gaat, heb ik een voorkeur voor Ivan Leko in wat misschien zijn allerlaatste passage in België is. Over afzienbare tijd wordt Leko meegesleurd in de Veljkovic- rollercoaster waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Naar kan worden verwacht, zal Leko er misschien beschadigd en ook wel berooid uitkomen. Toch lijkt hij iets meer mens dan Philippe Clement, die je na zijn carrière toch eerder ziet intreden als woordvoerder van een trappistenklooster.
Wie gunt Genk de titel? Heel België, ook de VAR, Dat grapte Club-manager Vincent Mannaert. Jawel, grapte, want hij vroeg uitdrukkelijk om er (lacht) achter te zetten. Mannaert is geen grappenmaker. Bovendien, om van een grap sprake te zijn bij Mannaert moet die zijn uitgesproken vóór de lunch.
Mannaert heeft gelijk, maar het is genuanceerder dan hoe hij het stelt. Behalve de Club-fans, en die zijn met erg veel, gunt geen enkele voetballiefhebber in België die titel aan de Club uit Brugge. Dat is bepaald vreemd, want ooit was Club de sympathieke hemelbestormer uit Belgiës eigen Madurodam, de tweede favoriete ploeg van veel voetbalsupporters.