Column WK-zonder-Mathieu in De Morgen van 15 jan 2020

WK-zonder-Mathieu

Wordt u ook badend in het zweet wakker, piekerend over wie zich zondag op het strand van Sint-Anneke tot kampioen kroont? Voelt u de spanning ook al? Neen? Jammer hé, hier ook niet. Maar het bevreemdt wel, dat opgeklopte gedoe, nu al dagenlang, over wie het WK-veldrijden-zonder-Mathieu zal winnen.

Ergens stond dat jongens als Eli Iserbyt, Laurens Sweeck of Tim Merlier ineens startpremies tot 10.000 euro per wedstrijd zouden kunnen vragen. Als ze tenminste dat WK-zonder-Mathieu zouden winnen en een jaar in een tricolore kampioenentrui zouden mogen rijden. Zou, zou, zou… Voor Mathieu van der Poel zelf verandert er niks. Hij vangt tot wel 12.000 euro voor een cross vertelde mij een oud-crosser die ik in Brussel vorige week tegen het lijf liep. Een andere bezwoer mij dan weer dat hij niet onder de 15.000 ging en van een tv-mens heb ik zelfs al 20.000 euro gehoord.

Er zijn niet te veel sporters en alvast geen wielrenners die zoveel worden betaald voor een openbare intensieve training als Mathieu van der Poel. Die plant in het weekend een uur submaximaal gelardeerd met blokjes en halfweg rijdt hij in een van die blokjes alles wat nog in zijn wiel hangt in de vernieling. Gaat het daarna te snel en is het niet leuk meer voor het publiek, dan speelt hij dat hij een fout maakt en valt gecontroleerd, zodat de anderen weer op zijn wiel kunnen komen. In een volgend blokje is het dan definitief prijs. Iedereen content, en kassa.

Mathieu doet zeker niet mee want hij mag dan al klinken als een Noorderkempense Belg, hij heeft een Nederlandse identiteitskaart. Daarom de vraag: is 10.000 euro startpremie voor the best of the rest niet wat overdreven? Wout van Aert, ook met Nederlandse roots en rijdend voor een Nederlandse ploeg maar wel een echte Belg, doet ook al niet mee voor de prijzen en die is wel van het kaliber Mathieu.

Wel even met twee woorden spreken: Wout van Aert speelt normaal niet mee voor de prijzen, maar die jongen is zo’n klasbak en die nationale trui is zo gegeerd en de rest zal zo naar elkaar kijken, met name die drie van die ene ploeg (zie verder), dat Van Aert de dark horse is van het WK-zonder-Mathieu aan ’t strand van Sint-Anneke.

Nu gebeurden er in de loop van de voorbije weken wel een aantal wereldschokkende dingen in het crosswereldje en die zullen – volgens de gespecialiseerde pers – hun invloed hebben. Neem nu de benen van Tim Merlier. Die heeft een lief: Cameron Vandenbroucke, dochter van de betreurde Frank. Met plotse liefde kan het twee kanten uit: of de benen zijn van fluweel en het wordt niks, of ze zijn van staal en Merlier vliegt zoals ooit in de Vuelta zijn schoonvader die hij nooit heeft gekend. (Al was daar in zijn geval misschien nog wat anders in het spel.)

Iemand met veel kilometers in het veldrijden beweerde begin december al dat Merlier het WK-zonder-Mathieu ging winnen. Dat zou een unicum zijn: nog nooit mocht een renner in hetzelfde seizoen de tricolore trui op de weg en in het veld dragen.

Er was nog gedoe. Tussen Michael Vanthourenhout, Laurens Sweeck en Eli Iserbyt met name. De ene verweet de andere dat hij op zijn wiel reed en niet had meegeholpen om een gat te dichten, erger nog, zelfs een gat had dichtgereden met een concurrent in het wiel. Naar het schijnt pakt de mayonaise weer – hebt u ‘em? – bij Pauwels Sauzen-Bingoal (de naam alleen al) en is een en ander uitgepraat. Welnu, reken maar van niet. Donderdag stond in de krant hoe dat moet gaan: we mogen alleen achter elkaar rijden als er geen concurrent meekomt. Maar elkaar helpen, dat doen we niet, tenzij we ons niet te best meer voelen. Met dien verstande dat in dat laatste geval ook helpen niet meer kan, maar dat zeggen ze er niet bij.

Om de druk wat af te houden is er een bliksemafleider gezocht. Toon Aerts die moeilijk vooruit geraakt met zijn ribben, dat verhaal geloven de mayonaisemannen niet. Iserbyt had eens een maat en die had eens één gebroken rib en die kon eens een week zijn bed niet uit. Dat Aerts met drie gebroken ribben kan fietsen, daar loopt slimme Eli niet in.

Ten slotte hoorde ik in Brussel van een oud terugkerend fenomeen. Men stelde mij de vraag wat ik ervan vond dat een aantal toppers de Spaanse zon ineens verkoos boven rijden in de DVV-trofee. En of dat niet te maken had met even uit competitie verdwijnen, kwestie van met corticoïden te kunnen klooien. Als er morgen een wint die nog geen platte prijs heeft gereden, dan wordt het interessant.

 

20200111_De-Morgen_p-19-mail