Donkerroze
We zijn vandaag toe aan etappe acht in de Giro d’Italia. Het gaat van Foggia naar Guardia Sanframondi. Zuidelijker komt de Giro dit jaar niet en zo zijn we ongemerkt zelfs even onder Napels geraakt. Vanaf nu gaat het naar boven, in alle betekenissen: zowel richting het noorden als bergop. Vandaag al met een aankomst ergens boven, morgen nog zwaarder en weer aan het eind een slotklim, waarna maandag een rustigere etappe volgt en vreemd genoeg op dinsdag de eerste rustdag, daags voor de etappe over de witte landwegen van Toscane.
Volgende week zaterdag staat dan na twee ritten over berg en dal de gevreesde Monte Zoncolan op het programma. Wie dan nog niet van zijn fiets is gevallen van vermoeidheid en nog wat in de benen heeft, krijgt nog een paar interessante bergetappes met – hoe raadt u het – drie aankomsten bergop.
Aan de bazen van Deceuninck-QuickStep volgend dringend verzoek: goed bekeken van jullie om eergisteren nog niet dat roze te pakken, wacht nu maar tot de Zoncolan. Dat maakt het voor ons media wat prettiger, bouwt de spanning op, is ook goed voor de kijkcijfers van Eurosport in de namiddag en Eén in de vooravond. De orgie kan dan een week duren tot in Milaan, waarna we in België de roze polonaise dansen. Vervolgens kunnen we naadloos overgaan in de Euro-euforie rond de Rode Duivels, want die worden Europees kampioen. Daarna nemen we een breakje, met uitzondering van wat etappezeges voor Wout van Aert in de Tour, en halen we een recordaantal medailles in Tokio. Als we daar geraken tenminste.
Maar eerst de Giro naar onze hand zetten. Voor de media hier te lande is het een uitgemaakte zaak: Remco Evenepoel is de topfavoriet en Egan Bernal van Ineos Grenadiers doet het in zijn broek voor maar één renner en dat is die van ons. ‘Hij is goed. Héél goed’ blokletterde een krant gisteren na de etappe van donderdag. Een andere krant drukte op de één een foto af van Remco in korte mouwen, het hondenweer trotserend, en zette daarboven de kop ‘Een kwestie van dagen’.
In deze krant werd het een quote ‘Roze trui veroveren was vandaag niet het doel’ en De Standaard hield het ook rustiger met ‘Remco Evenpoel is héél goed’. Dat weten we al een tijdje. Zijn familie weet dat al van de eerste maand dat hij begon te woelen, zijn voetbalploegen weten dat ook, zijn eerste trainer Fred Vandervennet wist niet waar zijn limiet lag. En nu weten wij dat ook (niet).
Ik weet niet of u begrijpt wat de bedoeling is van dit stukje. Alvast niet spotten met het wonderkind uit Schepdaal, eerder de verwachtingen een beetje temperen. Deze Giro is het Inferno van Dante op twee wielen, vol verraderlijke onbekenden. Hoe heeft dat slechte weer er ingehakt? Wie van de favorieten zal nog vallen? Wie wordt ziek? (Merckx werd ziek in zijn eerste Giro in de derde week.) Wat brengt de mini-Strade Bianche?
En dan het grote mysterie, nu al opdoemend in de Belgische media: hoe doet onze Remco het boven de 2.000 meter? Als je de commentaren mag geloven lukt het tot 1.999 meter nog wel om de zuurstofhuishouding op orde te houden, maar is alles boven de 2.000 meter een aanslag op de rode bloedcellen en mitochondriën. Alsof er bij 2.000 meter een man staat met een hamer.
Zo werkt het dus niet. Je leest weleens over hoogte en minder zuurstof in de lucht. Welnu, u kunt op beide oren slapen en Remco en co. ook: overal in de troposfeer zit ongeveer evenveel zuurstof in de lucht. Die troposfeer is boven de polen maar zes kilometer dik en boven de evenaar tot wel zestien kilometer dik. Daarboven beginnen de problemen echt, maar dat is de stratosfeer en daar wordt niet gekoerst.
Is er dan niks aan de hand met de zuurstof naarmate je hoger gaat in de troposfeer? Tuurlijk wel. Die komt namelijk minder vlot binnen in de longen omdat de luchtdruk minder wordt. De luchtdruk vanop zeeniveau wordt lang niet meer gehaald op hoogte. Op 5.500 meter is die nog maar de helft en op de Everest (bijna 9.000 meter hoog) nog maar 30 procent.
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Remco Evenepoel niet boven de 2.000 meter zou kunnen klimmen en er is nog goed nieuws. Paniek is nergens voor nodig want alleen in de koninginnenrit van maandag 24 mei naar Cortina d’Ampezzo gaan de renners over drie cols van boven de 2.000 meter. De laatste, de Giau, is de kwaadste. Die klimt naar 2.233 meter en daarna is het nog achttien kilometer bergaf naar de aankomst. Tegen dan rijdt Evenpoel in het donkerroze en zal deze natie bij elke bocht, elk viaduct, elk brugje bidden dat hij recht mag blijven.