Column Sportzomerzondag in De Morgen van maandag 21 juni 2021

Sportzomerzondag

Een dag in het leven van een sportjournalist. Laatst moest ik een afspraak maken en de mevrouw vroeg wanneer het kon. Ik zei: “Altijd, want ik ben thuis.” “Met pensioen?”, vroeg de mevrouw. Ik antwoordde: “Neen, ik werk thuis.” “Komen we dan best na de kantooruren?” “Neen mevrouw, mijn kantoor is altijd open”, antwoordde ik. “Voor mijn werk lees ik kranten en kijk ik hele dagen naar sport op televisie.” De repliek was voorspelbaar: “Olala, mooie job heeft u.”

Al bij al had ze gelijk. Ik heb er ook bij vermeld dat ik soms achter mijn toetsenbord zit en dan stukjes of stukken moet tikken.

Gisteren was zo’n dag, een typische sportzomerzondag. Het begon met het BK wielrennen voor vrouwen. Dat was – ik wik mijn woorden – geen te beste reclame voor vrouwenwielrennen. Als de Nederlandse vrouwen er niet zijn, en in een Belgisch kampioenschap kan dat wel eens voorvallen, is het Belgische vrouwenwielrennen maar een saaie bedoening.

Er vielen twee ontsnappingen te noteren die naam waardig en met een gerede kans op succes. De eerste was van een vroegere Belgische kampioen tijdrijden Ann-Sophie Duyck. Die ging nergens heen, dat zag je zo. Waarop een tweede volgde van de huidige Belgisch kampioen tijdrijden, Lotte Kopecky. Die kreeg een meter, vijf meter, tien meter en na een paar minuten reed ze honderd meter voorop. Dat was geen demarrage, maar gewoon harder rijden dan de anderen en zo weggeraken. Kopecky won. Vriendelijke atlete, gedreven, het is haar gegund.

Vervolgens heb ik enkele hoofdstukken in een boek over Japan gelezen. Het plan bestaat nog steeds om op 12 juli het vliegtuig naar Japan te nemen, maar de kans bestaat ook dat ik dat land nooit binnen geraak. Althans als ik alle mails van de organisatie moet geloven. Mijn zogeheten activity plan, waarbij ik van naald tot draad uitleg waar en hoeveel dagen ik in quarantaine ga (drie, in mijn hotel) en waar ik de daaropvolgende elf dagen mij naartoe wil begeven, dat heb ik nu al een keer of drie doorgestuurd.

Blijkbaar hebben Japanners niet de gewoonte mensen die hun oekazes hebben opgevolgd, niet langer te bestoken met mails. Ze antwoorden ook niet of die laatste versie helemaal naar hun zin is. Ik las dus dat boek om te weten hoe ik moet reageren als ze in de vroege ochtend van 13 juli op de luchthaven Haneda vervelend doen.

Het boek zegt: niet vervelend terug doen. Gewoon altijd yes zeggen, en hai (dat is Japans voor ja) is nog beter. Wat ik vooral heb onthouden: je mag je niet boos maken, want dat vindt de Japanner een teken van zwakte. En ik had nochtans gedacht om voor de lol een T-shirt te laten bedrukken met daarop ‘I survived the Tokyo Olympics and I killed … Japanese’. Misschien maar beter niet doen, of alvast niet aandoen.

Daarna was het tijd voor de Belgian Cats. Dat is mijn favoriete ploeg van alle ploegen die straks namens België op de Olympische Spelen uitkomen. Gisteren vond ik het niets. Hoe ze er in de laatste minuten na een steal nog in slaagden om twee keer een makkelijke lay-up te verkwanselen zonder dat een Turkse een vinger uitstak, dat was café-basketbal. De Cats zorgen zelf voor de spanning, zei de commentator, en zo was het maar net.

Die wanprestatie kwam nog eens bij die wedstrijd tegen Bosnië waarin ze op een hoopje werden gespeeld door één zwarte Amerikaanse die een Bosnisch paspoort heeft genomen om in de Russische competitie als Europese te kunnen spelen. Dat moet beter als ze straks in de kwartfinale een kans willen maken en helemaal als ze naar Tokio afreizen. Dat laatste geldt natuurlijk ook voor de Belgische hockeymannen.

Nadat de Cats de wedstrijd hadden uitgedribbeld, waren de wielrenners aan de beurt voor het BK voor mannen. Wout van Aert won en dat was heel terecht. Edward Theuns sleepte een beetje aan het eind en Van Aert neutraliseerde de demarrages van Remco Evenepoel. Het BK in Waregem leverde het bewijs dat het de renners zijn die de koers maken, maar in een klassieke teambezetting waren die drie never nooit voorop gebleven.

De zondagse sportzomer eindigde met de laatste twee wedstrijden in poule A van het Europees Kampioenschap. De dag besloot ik op mijn terras met kijken op de iPad naar Italië-Wales en tegelijk volgde ik Zwitserland-Turkije. Italië wordt eerste, Wales wordt tweede en Zwitserland wordt derde. Als België nog eens wil afgaan, zoals vijf jaar geleden, of revanche nemen, moeten ze vanavond vooral verliezen en dan kunnen ze nog eens tegen Wales. Kijk, als dat allemaal geen werkplezier verschaft, wat dan wel? En toch, heel af en toe bekroop mij de gedachte dat ik beter nog wat had doorgeleerd.