Peking 2022
Het Internationaal Olympisch Comité is verguld. De voorbije G20 in Rome heeft in haar eindverklaring een zin opgenomen over de Olympische Winterspelen in Peking begin volgend jaar. Dat is voor het eerst.
Die zin luidde: “We kijken uit naar de Peking Winter Olympics en Paralympics 2022 als een competitie voor atleten van over de hele wereld die een symbool zal zijn voor de veerkracht van de mensheid.” Of zoiets, want dit is een vertaling van een zin in krakkemikkig Engels.
Volgens de website Politico is de passage – puntje 60 van de 61, te vinden op pagina 18 van de verklaring – een vinding van de Chinese delegatie en klonk die eerst anders. Het laatste deel had volgens de Chinezen als volgt moeten luiden: …en die een symbool zal zijn voor de veerkracht van de mensheid en globale eenheid in het overwinnen van Covid-19.
De VS en Canada vonden dat geen goed idee en dus kwam een compromis uit de bus. Het is niettemin een signaal waar de Chinezen op minder dan honderd dagen van hun openingsceremonie erg blij om zijn en het Internationaal Olympisch Comité zo mogelijk nog meer.
De uitkomst van die G20 verschilt daarmee behoorlijk van de dwingende suggestie van de Amerikanen en hun Angelsaksische bondgenoten om te gaan voor een diplomatieke boycot van Peking 2022. Een kopie dus van de boycot van de Paralympics van Sotsji 2014 toen Rusland op de vingers werd getikt voor de inval in de Krim. Die vond niet toevallig in de twee weken na de eigenlijke Olympische Spelen plaats, zo slim was die Poetin wel.
Zo’n diplomatieke boycot houdt in dat de Spelen niet mogen worden bezocht door regeringsleden. Sporters worden daarbij met rust gelaten, zij mogen afreizen. Een sportieve boycot is dan weer iets van de jaren tachtig toen in 1980 het Westen (USSR-Afghanistan) en in 1984 het Oost-Europees blok (revanche voor 1980) massaal afwezig bleven met hun atleten. Een sportieve boycot zouden de atleten niet meer pikken en de brede diplomatieke boycot maakte in Rome geen schijn van kans omdat China en Rusland in de G20 hun veto hadden gebruikt. De VS hebben wel al te kennen gegeven dat zij alvast geen politici zullen sturen.
De reden? De Oeigoerse kwestie. En Tibet een beetje. En Hongkong, meer dan een beetje. Op de achtergrond: Taiwan en de dreiging van mainland China om dat weerbarstig vrijstaatje voor hun kust voor eens en voor altijd in te lijven.
Vooral de Oeigoeren spelen de Chinezen parten. Getuigenissen over heropvoedingskampen, verplichte sterilisaties, vernietiging van erfgoed en andere minder fraaie praktijken vanuit het centraal gezag richting Xinjiang, hebben van de Oeigoerse kwestie een symbooldossier gemaakt. De Olympische Winterspelen in Peking van 2022, aldus actiegroepen, mogen niet dienen voor iets verwerpelijks als sportswashing.
Sportswashing is het misbruiken door een organiserend land van een groot sportevenement om de aandacht af te leiden van mensenrechtenkwesties en zichzelf een gunstige pr te bezorgen. Dat is precies wat alle landen doen die grote kampioenschappen organiseren. Dat is wat Peking heeft gedaan in 2008. Met succes. Nooit meer onder de indruk geweest van Olympische Spelen dan toen in die hete Pekinese zomer. Van toen dateert de boutade: niets beter dan een dictatuurtje om Olympische Spelen te organiseren.
Peking 2022 is sportswashing, natuurlijk wel, maar de vraag of het IOC daarvoor met alle zonden moet worden beladen, is ook legitiem. Natuurlijk is het makkelijk van sportpaus Thomas Bach om de kritiek af te doen met de vaststelling dat “het IOC geen superregering van de wereld is” (die alle mondiale problemen kan oplossen). Dat laatste, tussen de haakjes, is wat zijn voorganger Jacques Rogge ter verschoning wel eens placht te zeggen toen men hem onder weg naar Peking 2008 de mensenrechtenkwesties in China voor de voeten gooide. De minzame Rogge kwam er toen nog net mee weg, de onpopulaire Bach vandaag niet meer.
Bach weigert de naam Oeigoeren in de mond te nemen. Dat is flauw, en zou als randje laf of wereldvreemd kunnen worden omschreven. Het IOC zit wel degelijk in de maag met die Chinezen, getuige hun vraag aan ondergetekende hoe ik in dit dossier
zou reageren. Ik antwoordde als columnist. Zeg eerst ‘et alors’, begin dan met het opnoemen van alle politieke en commerciële samenwerkingsakkoorden tussen het Westen en de Chinezen en besluit met “als dat allemaal is opgezegd, kan de sport volgen”. Mijn raad zullen ze niet opvolgen.
Aan de lijdensweg van het IOC en Thomas Bach komt pas een einde op zondag 20 februari 2022. Tot dan is het nagelbijten.