Column Dropper post in De Morgen van maandag 22 maart 2022

De dropper

Matej Mohoric. Ik heb hem zien winnen, alleen aankomen.

In een verslag stond: …”In de afdaling nam Mohoric alle risico’s, en dit resulteerde in het lossen van de tegenstand. Op de Via Salviati had de Sloveen het echter wel lastig, maar hij behield zijn voorsprong…”

Zoek de fout.

Via Salviati, juist. San Remo heeft geen Via Salviati, wel een Via Roma. Bovenstaande knip- en plakwerk van wieleflits.nl gaat over het WK beloften van 2013 in Firenze. Een goede acht jaar geleden stond ik in de VIP-zone aan de aankomst in Firenze toen Matej Mohoric als eerstejaarsbelofte de tegenstand aan gort reed en alleen op ons afstormde. 

Het was mijn laatste WK als wielerbobo, in één van de mooiste steden van de wereld reed ik elke ochtend over het afgesloten parcours op mijn plooifietsje naar de aankomst. Dwars door de Renaissance, langs het Baptisterium en de Duomo, op die afgesleten, platte plavuizen die er al lagen toen Machiavelli er de straat overstak. 

Bij de juniores op de weg won een lange Nederlander, Mathieu en nog wat, zijn pa had ook gekoerst en heette Adrie. In de tijdrit won een tedere, schuchtere junior van wie ik nog steeds de viering achteraf met de Belgische delegatie op mijn iPhone heb staan. Igor Decraene zou net geen jaar later overlijden.

Wie die tegenstand dan wel was op dat WK voor beloften van 2013? Louis Meintjes werd tweede, de Noor Sondre Holst Enger werd derde. Dat werden geen grote coureurs, neen, dat klopt. Zij waren mogen weg rijden uit de achtervolgende groep die zich gewonnen had gegeven. Daar zat Julian Alaphilippe bij, met wie Mohoric op de laatste klim naar Fiesole dertig seconden pakte, maar de jonge talentrijke Fransman moest net voor de top afhaken. Davide Formolo reed toen ook achter hem, net als Caleb Ewan. En Simon Yates. Onze Jasper Stuyven werd 25ste op 1’14.

Die doodsverachting waarmee Mohoric zich zaterdag van de Poggio naar beneden stortte dat moet er al van bij de geboorte hebben ingezeten, dat kan haast niet anders. Hoe hij zaterdag twee keer een crash kon vermijden, probeer dat niet thuis. Probeer het zelfs niet als collega-wielrennen. Misschien moet Mohoric het zelf ook niet meer proberen, want bij dat recht blijven was meer geluk dan kunde gemoeid.

Hoe hij in die goot terechtkwam en daar uit jumpte, oké, dat kunnen er nog, maar de meesten zouden hun evenwicht dan al zijn verloren. Hoe hij daarna zijn achterwiel onder hem voelde wegglippen en dat corrigeerde, waarna hij weer ternauwernood een muur kon vermijden, dat doet hij wellicht geen twee keer. Voor hetzelfde geld en op een minder stukje wegdek laat hij daar driehonderd gram vel achter op het asfalt.

Je leest nu dat een dropper post op de fiets van Mohoric voor het verschil zou hebben gezorgd. Een dropper post is een zadelbuis die met een druk op de knop kan worden verlaagd en – net zo handig – weer kan worden verhoogd. Die techniek komt uit het mountain biken, en bestaat al sinds 1984. De hoge (normale) zadelstand is handig bij het klimmen om de volledige trapefficiëntie te kunnen gebruiken en de lage stand is dan weer handig bij het dalen.

Volgens Sven Nys heeft Mohoric een fysiek en psychologisch voordeel gehaald uit de dropper. Sven Nys is een groot renner geweest, en een degelijk mountain biker, en ik spreek hem met schroom tegen als het over de fiets en alles wat daarbij komt kijken gaat, maar sta mij toe te twijfelen aan dat voordeel. 

Psychologisch oké, maar dan eerder als placebo. Fysiek? Hoezo dan? Je kan er niet harder mee trappen, want daar voor dient de dropper niet. Wordt hier misschien fysisch, zoals in natuurkundig, bedoeld? Dan kom je al snel uit bij de aerodynamica. De afdaling van de Poggio is geen klassieke afdaling van een Alpencol, waar je negentig haalt zonder te trappen, maar bestaat uit de ene na de andere haarspeldbocht, waarna steeds weer moet worden opgetrokken. Je wint op de Poggio door te trappen, niet door niet te trappen, zowel bergop als bergaf.

Als mountain bikers hun zadel laten zakken, is dat niet om beter te kunnen trappen of een vermeend aerodynamisch voordeel. Ze willen hun zwaartepunt naar achteren kunnen verleggen om in steile afdalingen niet over kop te gaan en om de tractie op hun achterwiel behouden. Zo steil is de Poggio is niet, van aerodynamica zonder trappen is nauwelijks sprake en Matej Mohoric is minstens één, en wellicht twee keer zijn achterwiel kwijt geweest. Hij trapte ten slotte ook nog een keer door met de aankomst in zicht, maar dat loste hij zelf op. Klasse hoor, en hij won verdiend. Matej Mohoric is gewoon de beste daler van het hele peloton. Of de grootste zot, zo u wil. En hij kan vreselijk hard trappen, ook dat nog.