Column Grande Assurdità over de Giro in De Morgen van maandag 9 mei 2022

Grande Assurdità

De Giro heeft drie non-ritten achter de rug en ze zijn al toe aan een rustdag. Vandaag verhuist het hele circus van Boedapest naar Italië. Niet naar Milaan (959 kilometer), Verona (811 kilometer) of Venetië (700 kilometer). Neen, dat was logistiek te makkelijk geweest. In 24 uur wordt verwacht dat het hele hebben en houden een rit van 2.000 kilometer afhaspelt naar Avola.

Avola, jawel, bekend van de nerodruif en de wijn die past bij een barbecue met het betere vlees. Zoek het maar op, het ligt op Sicilië, veel dieper dan Avola kun je niet geraken in Italië. Renners vliegen uiteraard, maar de autokaravaan niet en die moet ook nog eens een veerboot nemen.

Een grande partenza in Boedapest, de commerciële logica erachter is duidelijk, maar hebben die renners en die teams dan geen inspraak? Er zou door Hongarije vele miljoenen zijn betaald aan RCS om het Italiaanse wielercircus naar daar te halen. Vele miljoenen zijn altijd welkom voor een ondergefinancierde en logistiek erg dure sport als wielrennen, maar wat als je beslist dat Sicilië de volgende stop is? Wat als dat ten koste gaat van de acteurs en vooral van hun entourage? Wat als zo’n chauffeur die gisteravond in Balatonfüred in zijn camion/bus/camionette/auto is gestapt en 2.000 kilometer verder uitgewoond meteen aan de slag moet, wat als daar ongelukken van komen onderweg?

De grande partenza is de grande assurdità, de grote absurditeit. Let wel, dat geldt evengoed voor de grand départ van de Tour deze zomer in Kopenhagen en de gran salida van de Vuelta in Utrecht. Alleen vertrekt de Tour na Denemarken niet uit Nice maar in het noorden van Frankrijk, en de Vuelta niet in Malaga maar in de buurt van Bilbao. Zo’n buitenlandse stad wil natuurlijk waar voor haar geld, waardoor de Giro drie dagen in Hongarije fietst, de Tour drie dagen in Denemarken en de Vuelta zowaar begint met Utrecht- Utrecht, Den Bosch-Utrecht en Breda-Breda. Hoe verzinnen ze het?

Mathieu van der Poel heeft op dag één de roze trui van leider in het algemeen klassement gepakt. De aankomst was op zijn lijf geschreven. Dat hij een dag later ook bijna de korte tijdrit won, was minder verwacht. Hij is de elfde renner die in zijn debuutronde zowel het geel van de Tour als het roze van de Giro heeft gedragen. We moeten dat met zijn allen heel bijzonder vinden.

Die obsessie van eerste te staan in een klassement waarvan je weet dat het er op dat moment helemaal niet toe doet, en dat als de eindprijzen worden uitgedeeld je er niet aan te pas zal komen, dat is iets van de laatste jaren. In de vorige eeuw telde maar één trui, dat was die gele, roze of rode trui. En dan niet de exemplaren van dag 1 tot en met dag 20, maar wel degelijk dag 21. Ook de groene, witte, blauwe of welke kleur dan ook, en doe daar nog bolletjestrui en andere bergtruien bij: spielereien, niet de moeite om je druk over te maken.

Zelfde verhaal voor een rit winnen onderweg in een grote ronde. Dat heeft de laatste jaren dezelfde waarde als een klassieker winnen. Vreemd, want nergens zijn minder kandidaten voor winst dan in een rit in een grote ronde.

Helpers moeten in de eerste plaats helpen en dat gaat al op voor drie vierde van het peloton. Vervolgens heb je kandidaten voor de top tien die bezig zijn met hun eindklassering en energie sparen. Daarnaast zijn er nog de overlevers die na halfweg alleen maar denken en hopen het einde te halen. Wat overblijft pikt er de ritten uit als krenten uit de pap, maar de sprinters laten de bergetappes schieten en klimmers de vlakke etappes.

Daarom is het ook bij de haren getrokken om op basis van zijn ritwinst over de dubbele Ventoux Wout van Aert kansen toe te dichten om de Tour de France te winnen. Die rit spreekt misschien het meest tot de verbeelding, maar de sprintwinst op de Champs-Elysées en de tijdrit in de Bordeaux-streek waren hoger in te schatten omdat hij daar alle specialisten klopte.

Bij Jumbo-Visma zijn ze slim genoeg om te weten hoe sterk het elastiek van Van Aert is en welke rek er nog op zit. Voor alle andere waarnemers, co- en andere commentatoren, geldt het advies: kijk niet te ver terug in het verleden. Baseer u op de laatste tien, hooguit vijftien jaar als u de typologie van de groterondewinnaar wilt kennen. Iedereen die tussen 1990 en 2005 op de laatste dag het geel, roze of rood aantrok, deed dat wellicht met de hulp van epo of transfusies. Wie Van Aert durft te vergelijken met Miguel Indurain, omdat ze beiden tachtig kilogram wogen/wegen, is helemaal van het padje af en moet dringend terug naar school.