Column Wondermiddel NaHCO3 (en andere onzin) in De Morgen van zaterdag 1 april 2023

Column Wondermiddel NaHCO3 (en andere onzin)

De waan van de heilige Vlaamse koersweek was de voorbije dagen geheel toegespitst op Team Jumbo-Visma. Vooral hun suprematie in Gent-Wevelgem stak de ogen uit. Twee vrienden in hetzelfde koerstenuetje die in een koppeltijdrit naar de aankomst reden en dan de kijkers, de media en de rest niet eens een gekunstelde sprint gunden.

Wout van Aert had moeten wegrijden die laatste keer op de Kemmel en alleen aankomen. Neen, hij verkoos het gezelschap van zijn Franse ploegmaat met wie het lastiger communiceren is dan met de anderen, als je hem tenminste mag geloven. Zo moest hij naar zijn beste Frans zoeken om hem te vragen of hij wilde winnen. Euh… oui, had Laporte geantwoord.

Tom Boonen zei eerst dat hij zo’n mooie overwinning nooit zou hebben weggegeven. Een paar dagen later klonk het dat hij het misschien ook zou hebben gedaan, maar er later heel erg veel spijt zou van hebben gekregen. Nog anderen vonden het chic van Van Aert en zagen er een bevestiging in van zijn genereuze karakter.

De achterliggende reden van dat gebaar, daar ging niemand op in. Het typeert alvast de mens in de wielrenner Wout van Aert, maar niet noodzakelijk omdat hij zo genereus zou zijn, want dat is hij helemaal niet. Wout van Aert is een kampioen in alle vezels van zijn lijf en alle neuronen van zijn hersenen.

Van Aert heeft het autistische, egocentrische, randje narcistische dat kampioenen kenmerkt: me, myself and I. Het koersverloop leende er zich uitstekend toe om goed na te denken of hij die overwinning al of niet moest wegschenken.

Zijn analytische geest heeft tussen Kemmel en Wevelgem de plussen en de minnen op een rijtje gezet en kwam tot de slotsom dat hij zijn dominantie extra in de verf kon zetten door Laporte te laten winnen. Dat geeft hem alvast wat meer krediet om in een echt grote wedstrijd de ploeg naar zijn hand te zetten en bijvoorbeeld Dylan van Baarle in de pas te laten lopen (wat nu achterhaald is).

De hele wereld, zelfs de Franse sportkrant L’Équipe en dat wil wat zeggen, had gezien dat hij Laporte had meegenomen en niet omgekeerd. De hele wereld vindt Van Aert nu een toffe peer. Dat geldt evenwel niet voor een groot deel van het peloton. Die bewonderen hem om zijn fysieke capaciteiten, maar daar houdt het op.

Van Aert is vooral populair buiten het peloton. Dat heeft hij alvast goed ingeschat want alleen daar telt populariteit. Dat geldt ook voor Jumbo-Visma in het peloton: bewonderd, maar nooit echt sympathiek bevonden, een beetje het lot van elke Nederlandse wielerploeg uit het verleden en het heden. “Ze bewegen zich door het peloton als een soort sekte”, liet een renner zich onlangs ontvallen.

Nogmaals, met sympathie koop je niks en de tegenstander buitenspel zetten door samen te klitten geeft een extra dimensie aan de individuele ploegsport die wielrennen nog steeds blijkt te zijn.

Mathieu van der Poel, aldus het peloton, wordt ook bewonderd, maar is een doorgaans sympathiekere concullega. Klassieker of niet, hij fietst de eerste honderd kilometer door het peloton alsof hij op een huwelijksreceptie is en iedereen goeiedag wil zeggen. Op Van Aert na, maar die blijft veilig bij zijn geel-zwarte armada.

Omgekeerd is Van Aert dan weer een groter geschenk voor de media. Als hij gaat zitten voor een interview komt er ook altijd wat zinnigs uit. Bij Van der Poel moet je verdomd veel geluk hebben voor je hem op iets anders dan platitudes kan betrappen.

“Wat denk je van Jumbo-Visma?”, vroeg een collega zondag na Gent-Wevelgem. “Vroeger zouden we dat toch verdacht hebben gevonden?” Ik wees hem erop dat er ook nu wat zat aan te komen. Het Nederlandse Algemeen Dagblad had eerder die week een pagina over het wondermiddel – volstrekt legaal, maar niettemin een wondermiddel – dat de ploeg gebruikte: bakpoeder, NaHCO3 of sodiumbicarbonaat. Ik zei: “Het is wachten tot het bij ons wordt opgepikt.”

Wat ook gebeurde. Eerst dinsdag in een krant, op de algemene pagina’s nog wel, wat nooit een goed teken is als het over wielrennen en ‘middelen’ gaat. Een paar uur later ook op de radio. De krantenartikels waren promo’s voor het Zweedse sportvoedingsbedrijf Maurten.

De radio liet een sportdiëtiste aan het woord die in haar wielerploeg Intermarché-Circus-Wanty tests had gedaan met het middel samen met Maurten. Ze was dolenthousiast. Ik had een pikante slotvraag/opmerking, stijl De ideale wereld, in gedachten: “Zo’n wondermiddel kan dat bakpoeder toch niet zijn? Jullie rijden vooralsnog geen platte prijs in de grotere wedstrijden en jullie kopman Biniam Girmay eindigde zondag als voorlaatste.”