Leegloper
Was het 2013 of toch 2012? Ik werd dat jaar gebeld door twee broers die in het veldrijden al wat naam hadden gemaakt. Hun ambitie reikte verder dan de cross, maar niet zo heel veel verder. Ze wilden van mij (toen in een andere functie) weten hoe dat zat met de subsidies van het toenmalige Topsport Vlaanderen en of ze daar niet wat van konden krijgen voor wat zij in gedachten hadden.
Ze wilden iets meer dan veldrijden, een offroadteam was hun natte droom, maar veldrijden zou hun core blijven, en af en toe zouden ze er de weg bij doen, kwestie van bezig te blijven. BKCP-Powerplus, zo heette hun team en Niels Albert was hun kopman. 2014 zou hun laatste seizoen onder die naam zijn. Het was het laatste van Albert, die stopte met hartproblemen, maar ook het eerste van hun nieuwe kopman, de toen negentienjarige Mathieu van der Poel, die won in Gieten en in Diegem.
Tien jaar later zijn Christoph en Philip Roodhooft met hun Alpecin-Deceuninck in de WorldTour de norm in het klassieke voorjaar. Zondag pakten ze met Mathieu van der Poel, die ook al Milaan-Sanremo won, en Jasper Philipsen één en twee in een mythische Paris-Roubaix, de snelste editie (46,84 kilometer per uur) uit de geschiedenis en een van de meest spectaculaire.
De Vlaamse reacties op de winst van Van der Poel op de sociale media waren zo te voorspellen: “Die Hollander van een Van der Poel heeft smerig geprofiteerd van een leegloper bij Onze Wout.” In Vlaanderen zal het bij decreet voortaan afgelopen zijn met ook voor Van der Poel te supporteren. Dat de Hollander bij een Belgisch team rijdt en de Belg een halve Hollander is en voor een Nederlands team uitkomt, zal daarbij niet van tel zijn. Op de weg (en in het veld, maar dat is nog even) worden het voortaan oorlogjes tussen de Lage Landen.
Jawel, Mathieu van der Poel is (veel) harder gaan rijden toen hij merkte dat Wout van Aert een probleem had. Van Aert stak het ook niet weg, hij meldde het over de radio. Is dat gemeen van Van der Poel? In een wedstrijd die mee bepaald wordt door bandenselectie en aanverwanten, en dus lekrijden, is profiteren van een leegloper bij de concurrent de logica en deel van de wedstrijdtactiek.
Veel schuldgevoel moest Van der Poel overigens niet hebben. Jazeker, Van Aert had voor het bos van Wallers hoogstpersoonlijk aan de boom geschud, maar daarna werd hij in de kopgroep met drie renners van Alpecin-Deceuninck tot aan zijn leegloper toch een beetje een klaploper. Als hij al eens op kop kwam, ging hij heel snel weer van kop af. En toen hij op Van der Poel reageerde en ze even samen voorop geraakten, had hij geen zin om vol mee te rijden. Wel integendeel, hij volgde zijn nemesis kilometerslang als een schaduw, een beetje zoals op het WK cross in Hoogerheide.
De tweede poging van Van Aert om weg te rijden, die dus eindigde in die leegloper, kwam er na een bijna val van Philipsen en Van der Poel. Daar had geen van alle renners, en Van Aert nog het minst, schuld aan. Maar zijn mislukte zet om op dat moment het gas open te draaien is vergelijkbaar met de gelukte van Van der Poel een minuut of wat later bij zijn leegloper.
Ten slotte nog dit: Team Jumbo-Visma, die hadden het toch zo goed voor elkaar inzake banden en wielen en velgen en ventielen en druk al of niet aanpasbaar? Welnu, wellicht reed geen enkel ander team voorin zo vaak lek als TJV. Dat heeft niks te betekenen, behalve dat pech in geen enkel ander monument als in Paris-Roubaix zo vaak de uitslag bepaalt.
De voorlopige verliezer van het klassieke voorseizoen is Soudal-QuickStep. De transformatie van The Wolfpack die iedereen opvreet in eendagswedstrijden naar een rondeploeg laat zijn sporen na, zoveel is duidelijk. Maar dat de beste SQS’er zowaar Tim Merlier is, op plaats 23, is een regelrechte aanfluiting.
Voor TJV geldt dan weer enige verschoning. Ze wonnen in 2023 ongeveer alles waar ze aan de start kwamen – Jonas Vingegaard reed de voorbije week nog iedereen op een hoopje in het Baskenland -, alleen kwamen ze in de monumenten drie keer tekort. Twee keer was Van Aert in een kopmannengevecht niet goed genoeg (in Sanremo en in Oudenaarde) en zondag besliste pech mee over de uitkomst in Roubaix.
Toch blijft het een opmerkelijke vaststelling dat sinds Van Aert in Milaan-Sanremo en Primoz Roglic in Luik-Bastenaken-Luik, allebei in 2020, het beste team van de wereld geen grote klassieker meer heeft gewonnen. De druk om in de Giro (Roglic tegen Evenepoel) en in de Tour (Vingegaard tegen Pogacar) uit te pakken is alleen maar toegenomen. Het wielerseizoen 2023 kan al niet meer kapot en wat zich aankondigt maakt het alleen maar mooier en spannender.