Als u de cross topsport vindt, ook goed
Vorig jaar won hij ook op de Koppenberg, maar toen kon hij niet genieten: het was geen mooi weer en hij had Sven Nys in zijn nek. Volgens de veldritorakels Paul Herygers en Michel Wuyts was die overwinning vorig jaar een grote verrassing, maar nu niet. Kijk, dat hadden we ook kunnen verzinnen, maar alle respect: een uur vollullen over iets waarvan je weet hoe het afloopt, het is niet iedereen gegeven. Eind november zou Wout Van Aert een beetje weerwerk moeten krijgen. Als je de context niet kent, heeft de hunker van de oudere tv-commentatoren naar de piepjonge Mathieu van der Poel een licht pedofiele inslag, maar die is dan ook weer te begrijpen.
Wout Van Aert heeft dit seizoen tien keer aangezet en al acht keer gewonnen. In Valkenburg op 18 oktober won Van Aert voor het eerst niet en dat was geleden van vorig seizoen waarin hij de laatste drie crossen van 2014-15 domineerde. Lars van der Haar was één in Valkenburg. Goed voor de business van het veldrijden dat een Nederlander wint in een Nederlandse World Cup. U mag dat toeval vinden. Net zoals eergisteren Wout Van Aert weer van Lars van der Haar verloor, in de Niels Albertcross in Boom. Dat is eentje die je kan weggeven want hij telt nergens mee. Nadien sprak Wout verontrustende woorden en de hiernavolgende quote is schaamteloos gepikt van de Sporza-site.
“Ik ben blij dat ik koers heb kunnen maken. Ik hoopte na de wedstrijd nog wat reserves over te houden voor de Koppenbergcross in Oudenaarde, maar deze Niels Albertcross kostte heel wat krachten. Het is nu afwachten hoe goed ik recupereer van deze wedstrijd.”
21 jaar, zo hard kunnen rijden en zo oprecht kunnen liegen, het is niet elke kampioen gegeven. Ik wil uw pret niet bederven – of maar een klein beetje – en als u de cross topsport vindt, ook goed. Blijf dan vooral elke zondag kijken: naar de VRT, naar Vier, naar Play Sports of waar ze desgevallend die ongein op de buis brengen.
Dat was slaan. Nu komt zalven. Zonder overdrijven en zonder spot: Wout Van Aert is een fe-no-me-na-le renner, een gi-gan-tisch talent en veel te goed voor de marge van het wielrennen. Je kan alleen maar dromen wat ze met die jongen zijn motor in het Verenigd Koninkrijk of Australië zouden hebben aangevangen. Alvast geen meter zou hij in de modder hebben gereden en hij zou volgend jaar wellicht deel uitmaken van de achtervolgingsploeg die goud zal winnen in Rio. Vervolgens zouden ze hem na zijn 25ste een mooi plekje geven in een wegploeg en zou hij de ene na de andere grote wedstrijd winnen, wie weet zelfs een ronde.
De Wout Van Aert van tien jaar op rij, Sven Nys, stapte gisteren af op enkele ronden van het einde. Jammer. Hij rijdt rond met de mooiste fiets uit zijn twintigjarige carrière, maar af en toe gaat iets mis. Op je 39ste hapert het binnenwerk al genoeg waardoor je ketting- en derailleurproblemen wel kan missen. Zelfs afstappen deed Sven Nys in stijl. Hij blijft voor eeuwig de seigneur van het veld en het is een opluchting dat zijn afscheidstournee geen aaneenschakeling is van amechtige beleefdheidsbezoekjes maar dat hij voorin blijft meedraaien. Ergens diep van binnen leeft zelfs het vermoeden dat hij in de planning van zijn laatste seizoen één superpiek heeft gepland. Die ene overwinning wens ik hem nog toe. Waarom geen kampioenentrui in januari?