Sportzomer 27 juni-2 juli: van zeer goed tegen Hongarije tot de afgang tegen Wales in De Morgen

27 juni

België eindelijk in turbo-modus

Het surplus aan talent is komen bovendrijven en het ondenkbare is niet gebeurd. Hongarije was kansloos op papier en uiteindelijk ook op het veld. Voor het eerst dit toernooi trokken de Rode Duivels alle registers open en toch wonnen ze ‘maar’ met 4-0. In de kwartfinale wacht het stugge Wales.

Het is ook weleens comfortabel – niet alleen voor de tegen de deadline tikkende journalist – zo rond minuut elf al op voorsprong komen en vervolgens een eerste helft afleveren waarvan je na afloop denkt: dit gaat echt niet meer mis.

Het was bovendien op een standaardsituatie dat de Belgen scoorden en was dat niet een van de verwijten geweest aan Wilmots’ adres en zijn staf: nooit eens gevaar op stilliggende fases? Delicatessenzaak De Bruyne trapte een bal haarfijn naar het hoofd van twee Belgen. Eén ging er gelukkig onder, de andere – Toby Alderweireld – kopte staalhard voorbij Gábor Király.

Niet te geloven dat het maar 1-0 stond aan de rust. Acht keer kreeg België in de eerste helft een bal tussen de palen, maar vaak stond de veertigjarige doelman in zijn flodderbroek in de weg. Wat waren die Duivels goed in die eerste helft. Hoge druk, snel inspelen bij balbezit en een snelheid van handelen die drie keer hoger lag dan in de eerste wedstrijd van het toernooi. En wat flitste Eden Hazard zoals in zijn beste Chelsea-vorm. Vervelend was het ontbreken van die geruststellende doelpunten.

Doorslagje van Duitsland

Vreemd dat uitgerekend gisteren de Rode Duivels hun ware gelaat toonden. Voorafgaand aan de wedstrijd van België speelde Duitsland om 18 uur in Lille tegen Slowakije en dat was een demonstratie van looplijnen, driehoekjes, ruimte creëren en kansen afdwingen. Het werd 3-0 voor de Duitsers. Dit zouden wij ook moeten kunnen, sms’ten collega’s naar elkaar, in de wetenschap dat we weer eens op onze honger zouden blijven zitten. Niets van. Een dik uur later zaten we ons te vergapen aan een doorslagje van Duitsland. Het werd 4-0 en jawel, wij kunnen echt goed voetballen. Laat ons maar te zijner tijd tegen Duitsland spelen of Spanje of weer Frankrijk en Italië, maar laten we eerst Hongarije, Wales en/of Portugal inpakken.

En toch was er dat minpuntje. Door niet snel de 2-0 of zelfs 3-0 te scoren, kregen de Hongaren weer wat moed en kwamen ze toch af en toe in de buurt van Thibaut Courtois. Niets vergeleken bij de Italianen en de Zweden eerder in het toernooi, maar toch: een snelle tweede goal na de rust was de grootste wens van alle Belgen en die viel pas in minuut 78. En daarna nog één, een minuut later. En aan het eind nog één.

Van het Belgisch voetballend personeel was iedereen beschikbaar, behalve Mousa Dembélé, van wie de verzwikte enkel maar niet genezen geraakt. De twee controleurs op de middenveld heetten net als tegen Zweden Radja Nainggolan en Axel Witsel. Op de vleugel kwam Dries Mertens in de plaats van de weinig effectieve Yannick Carrasco, die wel later zou invallen en de 4-0 op snelheid scoren.

De Hongaren stelden op één speler na de elf op die ook de vorige wedstrijden hadden gespeeld. Beide ploegen hadden in de groepsfase exact 53 procent balbezit. Hun passingnauwkeurigheid was ook identiek: 84 procent. Haast evenveel passes en evenveel passes die goed aankwamen. De Hongaren klopten de Rode Duivels wel in doelgerichtheid: 17 van de 37 doelpogingen belandden in het doelkader, met zes doelpunten tot gevolg. De Rode Duivels kregen er ook 17 in het doelkader, maar trapten 59 keer op doel: er werd vier keer gescoord.

In de wedstrijd van gisteren liet België na het eerste doelpunt gewillig de bal aan de Hongaren. Dat leverde aanvankelijk al bij al weinig gevaar op, tenzij dan voor het doel van Király, want deze Rode Duivels zijn ook dodelijk in de omschakeling. Maar 1-0 blijft 1-0 en dan is het zo 1-1. In de tweede helft kantelde het spelbeeld licht en kwamen de Hongaren een paar keer dicht bij een onverdiende gelijkmaker.

Net op een moment dat het echt linke soep werd in de buurt van Courtois, deed Eden Hazard iets raars. Hij verstuurde een pass naar niemand en liep er dan maar zelf achteraan. Daaruit volgde een voorzet en de net ingevallen Michy Batshuayi tikte eenvoudig binnen. Een minuut daarna deed Hazard wat hij het beste kan, naar binnen komen, de tegenstand oprollen en scoren: 3-0 en een applausvervanging was zijn deel. Yannick Carrasco krikte zijn moreel op door na zijn invalbeurt het vierde en zijn eerste doelpunt te scoren.

Een droomscenario, dat was het. Zijn de Rode Duivels nu vertrokken? Zou kunnen, maar je weet in een teamsport nooit of je zelf fenomenaal was, dan wel of de tegenstand jou niets in de weg heeft gelegd. Voor het zelfvertrouwen is alvast de manier waarop de wedstrijd werd aangevat en de tegenstander verstikt, een heel goede zaak.

Kritiek

Er was tot gisteren behoorlijk wat gefundeerde kritiek. De 1-0 tegen Zweden werd door de internationals en de bondscoach gepercipieerd als een mooie overwinning, behaald met goed voetbal. De buitenwereld zag dat lichtelijk anders.

Marc Wilmots had in de persconferentie een dag voor de wedstrijd nog eens realisme gepredikt. “Het enige wat mij interesseert, is de wedstrijd winnen en doorgaan. We spelen anders en beter dan vier jaar geleden.” Van dat laatste was niet iedereen, om niet te zeggen haast niemand, in het gevolg van de nationale ploeg doordrongen. Ook de buitenlandse meningen waren unaniem: België bracht niet genoeg.

 

Marc Wilmots liep ongelukkig omdat de kritiek zijn gezin trof. Jammer is dat, maar als het geheel minder goed is dan de som van de delen, zoals in de wedstrijd tegen Italië en opnieuw tegen Zweden, is het de verdomde plicht van de media om daar op een beleefde manier op te wijzen. En in België is alle kritiek beleefd.

Laten we na de zegetocht tegen Hongarije ook onze blijheid een beetje intomen, want twee goede wedstrijden op rij zijn we van deze Rode Duivels al een tijdje niet meer gewend. Vrijdag spelen ze in Lille om 21 uur de kwartfinale tegen Wales. De laatste vier jaar was dat onze moeilijkste tegenstander met twee gelijke spelen, een keer winst en een keer verlies. Jammer voor de defensie die na vier wedstrijden ingespeeld lijkt, maar Thomas Vermaelen zal er door twee gele kaarten niet bij zijn. Wordt dat Jan Vertonghen naar het midden halen en Jordan Lukaku op de vleugel en nog meer aanvallen? Dat het maar snel vrijdag is.

28 juni

Doe maar Italië in de finale

De weg terug naar België verliep voorspoedig. De vooruitzichten zijn gunstig, niet het minst voor de persoonlijke agenda. Nu de Belgen nog nauwelijks meer dan gemeenplaatsen afscheiden op hun persbabbels en de bondscoach zich als revanche op de kritiek plots als schaars goed positioneert, is aanwezigheid op het oefencentrum in Le Haillan een haast overbodige luxe. Gisteren verscheen niemand voor de media, maar de training van de spelers met weinig competitiekilometers was helemaal open, een waar voorrecht.

Elk nadeel heeft een voordeel, zei de grote Cruijff. Aanstaande vrijdag is het drie kwartiertjes rijden van thuis voor we in Villeneuve d’Ascq aan parking A2A van het Stade Pierre Mauroy arriveren en – na de autokoffer te hebben geopend – de parkeergarage mogen binnenrijden. Na de wedstrijd gaat het weer naar huis. Straks gaan we dat Euro 2016 nog leuk vinden.

Libérés. Bevrijd. Zo stond het op de één van L’Equipe gisteren. Terechte titel, dacht ik, terwijl de krant op de iPad werd gedownload. Het ging over de Fransen natuurlijk, de chauvinisten. De eerste zestien pagina’s werden gewijd aan die lullige 2-1 van Les Bleus tegen diezelfde Ieren die wij Belgen al eerder in het toernooi een 3-0 hadden gegeven. Daarna kwam op twee paginaatjes de Mannschaft aan de beurt en toen pas was het aan Les Diables Rouges, ook over twee pagina’s.

La Belgique s’amuse, was de kop. De Rode Duivels hebben zich geamuseerd, maar ze zijn ook bevrijd. Je kan alles dood relativeren, maar dit was een hele goeie wedstrijd en dat had dit team van talenten nodig, na eerder in het hele toernooi één goeie helft te hebben gespeeld tegen de Ieren, twee zwakke tegen de Italianenen twee matige helften tegen de Zweden. Axel Witsel kreeg in L’Equipe acht op tien, Toby Alderweireld een zeven. Mertens kreeg een vier. Lukaku dient tot weinig als zijn ploeg het spel maakt, was ook nog een conclusie. Hij kreeg een vijf. Eden Hazard kreeg een negen en een apart artikel. Marc Wilmots, bevriende coach, was goed voor een acht. Conclusie van de sportkrant: een van de favorieten heeft zich niet laten verrassen door een zwak Hongarije.

Hallo, was Hongarije dan zwak? Daar vind je weinig van in onze kranten – ook hier niet gisteren, gebiedt de eerlijkheid. De Belgische pers was lyrisch als nooit tevoren: de beste prestatie in jaren en de beste ooit van Eden Hazard. Superlatieven werden niet geschuwd. De meest kritische krant aan Franstalige kant was ineens om. Dat wordt een zekere finale op 10 juli, als nog twee keer dat niveau wordt gehaald. Een Stratosferische Eden die ons naar het Paradijs kan sturen – heeft u de bijbelse connotatie? – stond er ook nog. De punten waren navenant: ergens kreeg Hazard zelfs een tien.

Voetbal hangt aan elkaar van waarheden als een koe. Ten eerste: voetbal en toeval verschillen één letter, de b van bal. Eergisteren was van toeval geen sprake, maar als die Hongaren 1-1 scoren, wordt dit een heel andere wedstrijd. De tweede waarheid houdt verband met de vorige: hoe lager de score, hoe meer je afhankelijk bent van toeval en van geluk. Derde waarheid: geluk kan je afdwingen door slim te spelen, en slim spelen betekent daarom niet altijd aanvallen. Vierde waarheid: het is niet omdat je hebt gewonnen dat je daarom goed hebt gespeeld. Je bent (maar) zo goed als de tegenstander dat toelaat.

Beter Wales dan Argentinië

Ziehier de grote vraag met betrekking tot de Rode Duivels: kan die wedstrijd tegen de Hongaren als maatstaf gelden en wat kunnen we met die 4-0? De Hongaren waren geen zwakke ploeg, anders hadden ze geen 3-3 gespeeld tegen de Portugezen en waren ze geen groepswinnaar geworden. Maar de Hongaren waren ook geen wereldploeg. Het was wel een van de weinige teams die de bal wilde hebben en het spel wilde maken en die derhalve nogal wat ruimte vrijgaf, iets wat wij Belgen wel lusten.

België-Hongarije was te vergelijken met België tegen de VS op de World Cup van 2014, met dat verschil dat Eden Hazard nu een veel hoger niveau haalde en dat het in de reguliere speeltijd al was beslist. Voor de mentale boost is een 4-0 altijd goed, maar dit is de realiteit: we staan vandaag op Europees vlak even ver als twee jaar geleden op mondiaal vlak en dat is bij de beste acht van het toernooi. Er is nog een klein verschil: de volgende tegenstander heet Wales en niet Argentinië en dat biedt net even iets meer mogelijkheden.

Voor het verdere verloop van het toernooi kunnen we met die 4-0 niks. Die 4-0 was een wedstrijd waard uit de groepsfase, maar door de rare toernooiformule met 24 landen werd het een achtste finale tegen Hongarije. Vrijdag begint een ander toernooi, dat van de linke tegenstanders die ons graag uit ons kot lokken en dan ongenadig toeslaan. Van de acht ploegen die nog in de running zijn vanaf de kwartfinales zijn er twee die de bal heel graag willen: Duitsland en België. Engeland is een twijfelgeval, maar de andere vijf laten de bal met plezier aan de tegenstander. Jammer voor het voetbal, maar het is niet anders. Titelverdediger Spanje, dat supergraag de bal heeft en nog veel liever dan wij of Duitsland, was gisteren kansloos tegen een hele sterke Italiaanse ploeg.

Spanje hebben we overladen met complimenten, maar net als op de World Cup zit het nog voor ons thuis. Arme Spanjaarden. Eén fenomenale partij, één gewone en dan een overwinning uit handen gegeven tegen de Kroaten. Domoren. Daardoor kwamen ze in de zware tabelhelft terecht en moesten ze meteen tegen Italië en die blijken voorlopig onklopbaar, als ze dat willen. Laten we daarom hopen dat Italië nog even onklopbaar blijft en laten we duimen voor een heruitgave van die eerste wedstrijd van het toernooi. Zo is Nederland ook Europees kampioen geworden in 1988. De eerste wedstrijd kansloos verliezen van dezelfde tegenstander die het daarna in de finale klopte.

29 juni

Leedvermaak over de Engelsen

En toen waren ze nog met acht. Drie powerhouses van het Europees voetbal: Frankrijk, Duitsland, Italië. Twee outsiders: Portugal en België. Drie bij voorbaat kanslozen: Polen, Wales en IJsland. Alle grote landen zitten samen in een tabelhelft, waardoor we drie finales op rij krijgen: na Italië-Spanje straks Duitsland-Italië en in de halve finale misschien Frankrijk-Duitsland. Een van de powerhouses speelt straks de laatste wedstrijd van Euro 2016 tegen een land uit de andere helft en voor die finaleplaats zijn wij de favoriet. Dit is geen zin die je makkelijk tikt als je houder bent van een Belgische identiteitskaart. Wij zijn geen land dat gewend is finales te spelen, laat staan die te winnen.

Eigenlijk is het grote feest Euro 2016 al voorbij. We hebben 44 wedstrijden gehad en nu volgen er nog amper zeven: vier kwartfinales, twee halve finales en de finale op 10 juli. In die 44 wedstrijden is 88 keer gescoord, precies twee doelpunten per wedstrijd. De spektakelwaarde is niet te best en in de VS zou dat aanleiding zijn voor een reglementswijziging, mailde een Amerikaanse collega.

Die was na het professioneel volgen van de sensationele NBA Finals, die tot een best of seven gingen, op last van zijn voetballende kinderen helemaal opgegaan in soccer. Hij volgde de Copa América, maar vond er al snel niks aan. Hij dacht dat het beter zou gaan met twee margarita’s per wedstrijd, elke helft één, maar hij bleef het saai vinden. Vervolgens raadde zijn schoonvader met Duitse roots hem Euro 2016 aan, want dat zat ook op ESPN. Zijn mail loog er niet om: “In godsnaam, dit is toch niet om aan te zien? Er gebeurt niks en als er wat gebeurt, is het tegen de gang van het spel in.”

Ik moest hem gelijk geven. Voor ons Belgen is Euro 2016 één groot voetbalfeest: we spelen steeds beter – dat maken we onszelf althans wijs – en we winnen steeds makkelijker. Maar de neutrale kijker vindt er vast geen ruk aan, al was Hongarije-België wellicht nog behoorlijk aantrekkelijk.

Efficiëntiespel

Het ís ook een hele rare sport. Neem nu de statistieken na de achtste finales; die zijn zo typisch voor voetbal, de laagst scorende van alle teamsporten. In vijf van de acht wedstrijden won het team dat het minst aan de bal was. Daar is, terloops gezegd, ook die wedstrijd van de Rode Duivels tegen Hongarije bij. Na negentig minuten waren de Hongaren 55 procent van de tijd aan de bal geweest, kwamen 13 keer in het strafschopgebied tegenover 21 voor België. Dat leverde 6 shots on target (in het doelkader) op voor Hongarije en 14 voor België.

Wat bij het begin van het toernooi hier al even uit de doeken is gedaan, blijft overeind: het enige wat positief correleert met winst zijn de goed gemikte schoten op doel. In zes van de acht wedstrijden won het team dat het vaakst on target schoot.

Er is dus evenmin een verband tussen balbezit en ballen in het doelkader. Met andere woorden: voetbal is de enige bal/teamsport ter wereld waarin je meer kans hebt om te winnen naarmate je minder de bal hebt. Tenzij je Duitsland bent, want die houden vol: ze vallen aan en ze winnen.

Voetbal is dus een efficiëntiespel, meer dan welke andere bal/teamsport. Engeland-IJsland gezien? Engeland had bijna twee minuten op drie de bal, gaf dubbel zoveel passes, had 86 procent goeie passes tegenover 71 voor de IJslanders. Engeland kwam 77 keer in het aanvalsderde van het veld tegenover 25 keer voor IJsland. 21 keer kwamen ze in het strafschopgebied, de IJslanders maar negen keer. Maar dan de shots on target: vijf voor Engeland en vijf voor IJsland. Uitslag: één doelpunt voor Engeland – dan nog uit een domme strafschop – en twee doelpunten voor IJsland.

Leedvermaak omwille van de E-exit is niet meer dan terecht. Eerst kiezen ze voor een uitstap uit de EU en een dag later hebben ze al spijt. Nog geen week later worden ze met hun voetbalteam uit het Europees kampioenschap gekieperd door een eiland dat meer vulkanen heeft dan profvoetballers (vrij naar Gary Lineker).

Natuurlijk is dat toeval en natuurlijk is de Europese Unie een andere constellatie dan Europa, waar de Engelsen altijd deel van zullen blijven uitmaken, en natuurlijk zijn die voetballers door de band genomen allemaal EU-gezind, en dan vooral omdat het hun portemonnee goed uitkomt, maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat het een minimaal het ander heeft versterkt. Hoewel Engeland tot dan in het toernooi erg aantrekkelijk had gevoetbald en dat ook eergisteren probeerde, was de sfeer in het stadion ineens vijandig. Door de reacties achteraf liep maar één rode draad: leedvermaak.

De Engelse media waren zo aangeslagen dat ze de kunst van het koppen maken waren vergeten. The Sun vond er niks beters op dan de kleine van Wayne Rooney – die slecht was, oké, maar dan nog – gewoon op de één te zetten met het zinnetje: ‘O pa, wat heb je nu gedaan?’ Coleen Rooney kon er niet om lachen. ‘Dumbs gone to Iceland’, stond er ook nog. Dumbs snap ik wel, maar als iemand de diepere betekenis van de hele kop kan uitleggen, graag. The Star had ‘Cod help us’, waarbij cod kabeljauw betekent. Flauw. De gratis krant Metro had ‘Day of Farce’ in verband met de brexit en daarboven ‘Night of Farce’ voor het voetbaldrama. Verder was ‘vernedering’ het vaakst voorkomende woord.

Voor de Engelse topsporter wordt dit een vervelende zomer. Op de Olympische Spelen in Rio zal dat misschien nog meevallen omdat Brazilië ver van de EU is en in veel olympische sporten het pure talent de doorslag geeft. In de Tour de France, die zaterdag van start gaat, zal de desastreuze publicrelationsoefening van Engeland zeker meespelen. Sky en Chris Froome zijn al niet de populairsten van de bende daar in Frankrijk, en nu hebben ze heel Europa tegen. Ik voorspel vervelende taferelen in het peloton en langs de weg.

30 juni

De crux van Carrasco

Yannick Carrasco heeft antwoord gegeven op een prangende vraag die eerder in deze rubriek aan bod kwam. De vraag luidde: zouden de Rode Duivels kranten lezen? Het antwoord: ja, althans Carrasco.

En meer nog: hij ergert zich aan wat sommige kranten schrijven en hoe ze spelers beoordelen. Uiteraard meer in het bijzonder wat ze over hem schrijven, bijvoorbeeld dat hij in zijn twee wedstrijden die hij in de basis startte maar weinig bijbracht en nogal wat balverlies leed en eigenlijk veel sneller had vervangen moeten worden. Die punten zijn een onnozeliteit, maar spelers zijn er gevoelig voor en hij kreeg nergens meer dan een vijf, als mijn geheugen mij niet in de steek laat.

In de eerste wedstrijd startte Yannick Carrasco niet. Dat was tegen Italië. Hij viel toen wel in, ook niet bepaald adembenemend. Idem voor zijn basisplaats tegen Ierland. Hij was toen de enige die een beetje uit de toon viel. En tegen Zweden was het niet veel beter. Hij werd telkens op lovenswaardige wijze vervangen door Dries Mertens, die dan weer tegen Hongarije in de basis stond en er prompt ook niks van bakte. Een vaststelling die sommige waarnemers doet besluiten dat voorin nog steeds de tactiek doe-maar-iets-Eden-en- Kevin-en-kijk-waar-het-schip-strandt wordt gehuldigd, wat het niet makkelijk maakt voor én Romelu Lukaku én Carrasco en/of Mertens. Toen Carrasco tegen Hongarije Mertens kwam vervangen, liep het beter en scoorde hij zowaar de totaal overbodige maar ongetwijfeld deugd doende 4-0.

Even een bloemlezing van zijn meest opmerkelijke quotes.
“Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan en ons te pushen naar een hoger niveau. “Men probeert een speler te kraken.
“Ik ben ook maar een mens. Ik kan ook al eens een slechtere match spelen. We zijn geen machines. “Met kritiek kan je het moreel van een speler breken, maar mij doet de kritiek niks.”

Een voetballer is ook maar een mens

Yannick Carrasco was op zijn pik getrapt of in zijn wiek geschoten, wellicht allebei. Het zat hem alvast hoog wat er over hem gezegd en geschreven was. Hij loog maar één keer, bij de laatste quote, want anders had hij natuurlijk nooit de verzamelde pers in die tent op de wei in Le Haillan zo de mantel uitgeveegd.

Ik heb meteen het verzameld werk voor deze krant erop nageslagen en tegen Ierland (gewonnen met 3-0) heb ik geschreven dat hij ondermaats was. Ondermaats betekent niet op niveau, en dat mogen we niet zomaar schrijven, vindt Carrasco. We mogen niet rechtstreeks bekritiseren. Neen, we hadden moeten schrijven dat hij zich verdedigend de naad uit het lijf had gelopen en aanvallend op rechts stond, waar hij bij Atlético altijd op links staat. Point taken, maar om een punt te maken is beknoptheid soms een troef, want in die kranten kunnen om de een of andere reden steeds minder woorden op één pagina.

“Ik ben ook maar een mens.” Hoewel iets meer beschilderd en van indianenkapsels voorzien dan de doordeweekse mens, is een voetballer inderdaad een mens, daar zijn we inmiddels achter na al enige jaren in dit vak. Dat de media spelers proberen te kraken, is de perceptie van de speler. Dat de media streng zijn in de beoordeling van jongens in korte broek die achter een bal aanhollen a rato van 1 tot 16 miljoen euro per jaar, dat wel, en geef ons eens ongelijk?

De eerste quote verdient een aparte paragraaf en een eigen analyse. “Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan en ons te pushen naar een hoger niveau.” Ten eerste is het niet zeker dat door géén kritiek te geven het niveau daardoor zou stijgen. Wel integendeel: fouten verdienen op eerlijke wijze in correcte bewoordingen te worden benoemd. Dat doet de trainer ook (en dat gaf Carrasco trouwens ook toe).

Ten slotte: “Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan.” Dat is de crux van de sportjournalistiek: in welke mate moet je supporter zijn van het team/de sporter met wie je op pad bent? In geval van individuele sporters is de journalist (m/v, maar in Le Haillan heb ik geen vrouwen gezien en moest ik het via Stievie doen met Imke Courtois) geneigd iets milder te oordelen. Als judoka Charline Van Snick er straks in Rio in de eerste ronde zou uitgaan, terwijl een medaille wordt verwacht, zal geen mens schrijven dat ze beter wordt vervangen.

Dankbaarheid voor gratis zitje

De Belgische media kunnen niet klagen over de Belgische voetballers en hun bondscoach, maar het omgekeerde is evenzeer waar. Wij hebben een brave pers, niet vooringenomen maar soms (gespeeld) kritisch. Het klopt wel dat de media doorgaans te weinig informatie hebben over de specifieke opdrachten van de spelers en op het zicht vanaf drie hoog in de tribune tot verstrekkende conclusies komen. Het klopt ook dat in voetbal het eindresultaat meer dan welke andere sport van details afhangt. Als Jan Vertonghen morgen lullig in de fout gaat en er valt een beslissend doelpunt, wat schrijf je dan? Dat hij een stoethaspel is? Of denk je: ach, wat jammer van de Jan, zo’n aardige jongen en hij speelde nog wel zo’n goed toernooi. Wellicht dat laatste.

Een team is makkelijker aan te pakken en al helemaal als de coach van het team zich selectief vijandig opstelt en gaandeweg ook het sfeertje ‘wij tegen de rest van de wereld (bond, pers)’ cultiveert. Ooit zei een coach letterlijk dat we maar beter positief konden schrijven want dat wij dankzij hun prestaties nog eens over de grens konden. Dankbaarheid dus, in ruil voor het voorrecht van een gratis zitje op de eerste rij, ergens in het buitenland, betaald door de baas. Waarop ze een pak rammel kregen en de coach werd gesloopt, want zo gaat dat natuurlijk. Wie het conflict zoekt, moet niet komen klagen als de boemerang terugkeert. Net zoals voetballers mensen zijn, zijn ook journalisten mensen. Hij speelt maar beter een goeie wedstrijd, die Yannick Carrasco. Als hij speelt.

1 juli

Wilmots op herexamen

Het eerste Europees examen was tegen Italië: dikke buis. Daarna volgden onderscheidingen tegen Ierland en Hongarije, met tussenin gedelibereerd tegen Zweden. Wales is voor de Rode Duivels het vierde geschenk op rij. De grote talenten moeten het nu maar eens halen van de grote harten.

 

Drie weken na een rampzalige beslissing – toen al fel bekritiseerd door de media – krijgt Marc Wilmots een boemerang vol terug in zijn gezicht. Door de schorsing van Thomas Vermaelen en nu ook nog eens de zware enkelblessure van Jan Vertonghen, speelt de bondscoach vanavond noodgedwongen met de meest onervaren en onuitgegeven defensie in de vier jaar dat hij aan de macht is. En dat allemaal omdat hij zo nodig Nicolas Lombaerts als reserve op de lijst moest zetten.

Het uitvallen van Vertonghen is brute pech voor de Rode Duivels, maar ook voor Wilmots, die eindelijk de rust terug in de (pers)tent had gekregen. Hoe hij de transferperikelen van Thomas Meunier en Michy Batshuayi managede – de spelers mochten de vrijage met PSG en Chelsea in een relatie omzetten – leverde tegenwind op uit conservatieve hoek, maar leek toch eerder op modern peoplemanagement: iets toegeven en meer terugkrijgen.

Het alternatief was twee spelers in de groep die er met hun hoofd niet meer bij waren. Het is de realiteit van het voetbal in de 21ste eeuw: de clubcarrière primeert altijd op de nationale ploeg.

Zwarte beest

De oplossing voor de vervanging van Vertonghen ligt voor de hand: Jordan Lukaku komt op links in de ploeg. Hij is sneller maar minder ervaren. Op de plaats van Thomas Vermaelen komt Jason Denayer of Laurent Ciman te staan. Wellicht wordt het Ciman. Nog een voorspelling: vanavond speelt Michy Batshuayi. Misschien niet van de eerste minuut, maar hij valt zeker in. En hij zal beslissend zijn. En Marc Wilmots zal lof krijgen. Misschien.

Met “zijn wij niet hun zwarte beest?” stelde de Welshe spits van Real Madrid, Gareth Bale, een retorische vraag. De Rode Duivels hebben een beetje schrik van de Welshmen en dat is niet meer dan logisch. In de Wilmots-era hebben de twee landen vier keer tegen elkaar gespeeld. De laatste en enige overwinning in die vier jaar was een 0-2 op 7 september 2012: doelpunten van Vincent Kompany en Jan Vertonghen. Geen van beiden is van de partij. Kompany haalde nooit Euro 2016 en Vertonghen moest het toernooi noodgedwongen verlaten.

Die eerste confrontatie in Cardiff was het begin van een stevige kwalificatiecampagne die leidde tot de worldcup in Brazilië en de kwartfinale tegen Argentinië. Daarna volgden twee gelijke spelen thuis en uit en een jaar geleden werd verloren in Cardiff met 1-0. Dat doelpunt was het gevolg van een teruggekopte bal van Nainggolan, die Bale in dank aannam.

Erger dan het doelpunt was die avond de tactische onmacht van het hele team, de bondscoach voorop. Het was die ene wedstrijd waarin Kevin De Bruyne molenwiekend zijn sportieve baas probeerde duidelijk te maken dat er moest worden bijgestuurd. Wilmots vond geen oplossing en coachte er maar wat op los, waardoor het van kwaad naar erger ging. Alle fouten van de laatste jaren werden herhaald: traag inspelen, inspiratieloos aanvallen, weinig creëren en dat weinige dan ook nog missen. In twee wedstrijden tegen Wales voor de EK-kwalificatie werd geen enkele keer gescoord en geen enkele keer kwamen de Rode Duivels in hun normale spel.

“Wij weten dat ze a good side zijn,” beaamde Chris Coleman, de Welshe coach, “maar we denken ook dat we als team oplossingen kunnen vinden om hun surplus aan talent op te vangen. And we have a lot of heart.” En ze zullen de bal aan de Belgen laten om met hun drie voetballers – Bale, Ramsey en Allen – en zeven werkmensen, van wie vijf achterin, een paar dodelijke counters op te zetten. In de geschiedenis van het voetbal wordt Wales-België niet meer dan een kleine voetnoot, maar voor Marc Wilmots is het een herexamen voor een zwaar buisvak.

Erik Reynaerts R.I.P.

Alle heisa in en buiten België en de massale uittocht naar Rijsel van tricolore landgenoten ten spijt, de Rode Duivels zijn nog nergens. Als ze nu staan waar ze staan, in de kwartfinale, is dat eerder te danken aan de speling van de loting dan aan wereldschokkende prestaties. Tot de halve finale, volgende week woensdag in Lyon, zal België één zware tegenstander hebben gehad: tegen Italië werd in de eerste wedstrijd verloren. Daarna kwamen Ierland, Zweden, Hongarije en nu Wales: het eigenlijke toernooi moet voor de Belgen nog beginnen.

Als de Rode Duivels er vanavond tegen Wales uitgaan, is dat een blamage te vergelijken met Engeland dat niet voorbij IJsland geraakte. Winnen ze, is het de doodnormaalste zaak van de wereld. Winnen van Wales levert een halve finale op, zoals die van 1986 op de worldcup.

Inmiddels heeft het buitenland de terugkeer van Eden Hazard naar Lille aangegrepen om zich over het wonderbaarlijke België met al zijn voetbaltalent te ontfermen. Naast het puur sportieve aspect, worden we ook als een half curiosum neergezet. Gisteren belde de Noorse krant Aftonbladet. Of er in ons verdeeld land nog steeds geen verenigende krachten uitgaan van de Rode Duivels. Die vraag was ook al gesteld vóór Euro 2016 en toen had ik geantwoord met een vette lach.

Ik heb het nog eens uitgelegd: hoe wij een festivalland zijn en dat Euro 2016 beleven als een extra festival, hoe iedereen nu met opstellingen en adviezen komt, hoe de driekleur toch in de eerste plaats een commercieel gadget is, verpakt bij enkele bakken Jupiler.

Maar ook dat een triomfje onder de vorm van nog eens een halve finale, een finale of eventueel winst, welkom zou zijn voor een geplaagd land als het onze. Maar a unifying power for Belgium? No f… way.

Er zal veel meer unificerende en wervende kracht uitgaan van het eerbetoon aan de charmante mens Erik Reynaerts, die voor de wedstrijd zal worden geëerd door de fans van beide landen en – na suggestie van de Welshmen – in minuut 50 zal worden herdacht met een applaus. Reynaerts was de drijvende kracht achter 1895, de supportersclubs van de Rode Duivels. Hij overleed na de wedstrijd in Toulouse aan een hartinfarct, drie weken nadat hij zijn vrouw had verloren aan kanker. Alleen met een overwinning zou de eerste supporter van het land genoegen hebben genomen. Aan onze grote talenten om hun groot hart te tonen.

2 juli

Belgische nachtmerrie in Rijsel

Het niet geheel ondenkbare is gebeurd. Wales, nummer 26 op de FIFA-ranking, heeft de Rode Duivels uit Euro 2016 geknikkerd. Eens te meer heeft het surplus aan Belgisch talent niet gerendeerd omdat het niet wist wat te doen aan de bal en ook nog eens stuntelig verdedigde. Tijd om afscheid te nemen van de man die de meest succesvolle bondscoach ooit werd, ondanks zichzelf.

Aan de Promenade des Belges, de gezondheidswandeling van de Rode Duivels langs Europese tweederangsnaties is in Lille, amper 12 kilometer voorbij de grens en ook een beetje Vlaanderen, een abrupt einde gekomen.Wales deed zijn reputatie alle eer aan, daarbij wel geholpen door blunders in de (jonge) verdediging van de Rode Duivels en een ontstellend gebrek aan spelpatronen.

Nadat België op 1-0 was gekomen en de wedstrijd in zijn greep had, plooide het terug en gaf het al snel een gelijkmaker weg. In de tweede helft volgde nog een geschenk en kort voor affluiten gaf de ingekomen Sam Vokes het nekschot.

Twee landen, twee insteken. Voor Wales, dat voor de wedstrijd al kon bogen op een geslaagd Euro 2016, was dit hun belangrijkste voetbalwedstrijd ooit. Voor België was het hooguit nog maar eens een wedstrijd die niet mocht worden verloren. De Belgische start was er een uit de duizend, Wales zag sterretjes. De Belgische voorhoede fladderde, maar het was Nainggolan die al na veertien minuten met een heerlijke knal in de winkelhaak het rode stadion (Wales in het rood en de Belgen ook, dat kon niet missen) in vuur en vlam zette.

Onervaren defensie

De eerste twee doelpunten van Wales konden misschien nog op rekening van de onervaren verdediging worden geschreven, maar niet het spel van de eerste helft. Wilmots had op de laatste training Jan Vertonghen zien wegvallen. Laurent Ciman, Jason Denayer of Christian Kabasele – gisteren nog verkast naar Watford – waren zijn drie opties. Wilmots mag dan geen tactisch genie zijn, wat gisteren weer eens werd bewezen, hij heeft ballen voor twee: dus koos hij voor de jongste optie, Denayer. Het was niet bepaald een gok, want de jongen stond bij het verlies in Wales vorig jaar ook al centraal in de verdediging en speelde daar een degelijke partij, maar miste dit jaar wel compleet zijn optreden in de voorbereidende interlands.

De verdediging was gemiddeld 23 jaar, de ploeg op het veld 24,7. Jason Denayer trok nog min of meer zijn streng in het begin, maar Jordan Lukaku, op links de logische vervanger voor Vertonghen, was minder gelukkig. Hij ging op het halfuur op een corner onder de bal door, waardoor Ashley Williams van dichtbij Courtois kon vloeren. Eerder al had hij twee keer gehapt en was hij telkens in de wind gezet.

Vooraan was de keuze gevallen op Yannick Carrasco, die tegen Hongarije goed was ingekomen voor de minder goed gestarte Dries Mertens. Het grootste vraagteken bij België was evenwel Eden Hazard, de kleine prins van Lille. Het gerucht deed de ronde dat hij wel degelijk een vervelende blessure heeft aan de dij en dat hij na de wedstrijd tegen Hongarije niet meer heeft getraind. Zou zijn bil een zware wedstrijd aankunnen? En hoe zouden de niet altijd zachtaardige Welshe verdedigers hem aanpakken? Er leek niks aan de hand, behalve dat hij uit de wedstrijd verdween na het Belgische doelpunt.

Verbazingwekkend hoe zo’n ploeg van sterren ineens besluit om terug te plooien en de Welshmen te laten komen. Wij kunnen ook counteren, had Wilmots gezegd. Dat klopt, maar we kunnen niet goed verdedigen. De Rode Duivels bleven maar inzakken en de Rode Draken begonnen zowaar te voetballen. Altijd weer vonden ze de vrije man. Aaron Ramsey liep slim tussen de lijnen en vond niemand die hem opving. Gareth Bale kreeg ruimte en kon dreigen en na goed 25 minuten kwam België er niet meer uit. Van hoge druk was geen sprake meer voor de rest van de wedstrijd. Zelfs in balverlies wisten de Rode Duivels niet wat aan te vangen tegen matige voetballers die wel als team opereren, een ontstellende vaststelling.

Adieu Wilmots?

Wales ís een lastige klant – België won de laatste keer van Wales in september 2012 – maar inzakken was toch de slechtste optie. “We denken dat we weten hoe we hun massive talent moeten opvangen”, had de Welshe coach Chris Coleman gezegd. Het was geen bluf, het was een vaststelling en hij kreeg gelijk.

Welnu, hail Wales voor de moed die ze toonden met hun beperkte middelen. In de beginfase gooiden ze zich met alle middelen voor de schoten van de Belgen en daar putten ze moed uit. Het doelpunt bracht hen niet van de wijs en ze domineerden uiteindelijk de eerste helft op balbezit en op schoten in het doelkader. Wales godbetert.

In de tweede helft bracht Wilmots Marouane Fellaini in voor Carrasco, ongetwijfeld om controle te krijgen over het middenveld. Maar waarom niet Moussa Dembélé? De Bruyne ging op rechts spelen. Het moet gezegd: de wissel werkte aanvankelijk. Fellaini recupereerde al snel drie ballen, Eden Hazard was ineens weer aanspeelbaar. En toen deed Hal Robson-Kanu iets wat hij nooit meer zal kunnen. Hij draaide zich simpel vrij van twee verdedigers, in de kleine backlijn nota bene, en fusilleerde een razende Thibaut Courtois van dichtbij.

Wilmots bracht Dries Mertens voor Jordan Lukaku met nog een kwartier te spelen. Fellaini ging voorin beuken en ook dat leverde gevaar op, maar Romelu Lukaku stond nooit op de juiste plaats of kwam niet voor zijn man. Michy Batshuayi kwam hem vervangen. De ergernis nam toe. Op het veld bij de spelers die elkaar niet vonden en de Welshmen nu echt vervelend begonnen te vinden, en ook op de tribune waar de onmacht van de nationale elf af en toe met een fluitconcert werd bedacht.

De natte avond die zo mooi was begonnen voor de Belgen in het Grand Stade van Lille eindigde in een nachtmerrie. Maar zoals hierboven vermeld, als dit het einde is van Marc Wilmots en het einde van Rode Duivels die als kippen zonder kop over het veld rennen, dan is dat meegenomen. Na het laatste fluitsignaal weerklonk ‘Viva la Vida’ van Coldplay. Met dat ene zinnetje: “And I discovered that my castles stand. Upon pillars of salt and pillars of sand.” De Rode Duivels, het zandkasteel van Wilmots, vertrappeld door Wales, hoe bestaat het. Jammer dat hij geen Engels verstaat, maar iemand zal het hem vast wel uitleggen dat het tijd is om op te krassen.

 

Sportzomer 27juni-2juli-