Rags and riches in De Morgen van 18 aug

RAGS AND RICHES

De Belgische olympiërs van vrijdag, zaterdag en zondag hoeven zich niet boos te maken en hun fans en familieleden moeten niet beginnen twitteren, ook in de sport is er zoiets als een redelijke probabiliteit. Die zegt dat vandaag de laatste dag is met een kans op één of meerdere Belgische medailles. Het siert het BOIC dat ze pas zondag om 12 uur hun round-up zullen houden. Het getuigt alvast van respect voor wie nog bezig is en ze weten natuurlijk ook dat dit gekke Olympische Spelen zijn. Voor je het beseft, wint Koen Naert, de marathonloper uit mijn gemeente, ook een medaille. Zou zomaar kunnen, zouden ze op de VRT zeggen, als het wielrennen was.

De helft van de redelijke probabiliteit is al ingevuld, want van één medaille zijn we zeker. Rond 23.15 uur vanavond weten we of het twee keer goud, twee zilver en twee brons, dan wel drie goud, één zilver en twee brons wordt. In beide gevallen is dat het beste naoorlogse resultaat op Olympische Spelen, maar dat leggen we in de zaterdagkrant wel eens uit.

Met veel geluk, maar we zijn on a roll dus waarom niet, hebben we na vannacht zelfs acht medailles als Jaouad Achab en Raheleh Asemani al het goede waarmaken wat over hen wordt verteld. Het verhaal van de taekwondoka’s is dat van één koppige ex-atlete – Laurence Rase – in dienst van de Vlaamse bond, één gedreven coach – Karim Dighou – en enkele getalenteerde jongens met een migrantenachtergrond.

Taekwondo is een vechtsport en in vechtsporten wordt altijd gevochten, op de mat en ernaast. Dat is wat Laurence Rase heeft gedaan, gevochten als een leeuwin voor haar atleten in een sport die een paar jaar geleden de topsportgelden tot een minimum zag gekort. Uitgerekend daarna werd de ene na de andere medaille behaald en toen Laurence ook nog eens een kans zag om de Iraanse vluchtelinge Raheleh Asemani aan een Belgisch paspoort te helpen, liep ze zich ook daarvoor het vuur van onder de sloffen. Weer met succes.

Asemani geldt als een topper en in tijden van migratie en paspoortveranderingen moeten we niet heiliger zijn dan de paus. Het talent van dat meisje is van Iraanse makelij, maar zonder de Vlaamse omkadering had ze het ook niet gered. Iets na 22 uur vanavond weten we of een Belgische taekwondoka in de finale staat. Vijf uur later pas wordt de finale gevochten.

Twee werelden

Voor het eerst in de geschiedenis van de naoorlogse Olympische spelen is het zeker dat op een welbepaalde dag op een vastgelegd uur een Belgische medaille zal vallen. Wat een ongekende luxe voor onze sportwoestijn. Alleen de kleur kennen we nog niet. Het is het voorrecht van in een teamsport de halve finale te hebben gewonnen, dat je eerst een dagje mag uitblazen om dan voor goud te spelen. Of zilver. Doe maar goud, heren hockeyers, we zijn nu toch bezig alle prognoses naar de filistijnen te spelen, dan is het beter om meteen buiten proportie te scoren.

Goud zou erg verdiend zijn na knalprestaties het hele hockeytoernooi door. De Britten weggespeeld, het thuisland opgepeuzeld, niemand in de buurt laten komen en dan in de halve finale van de Olympische Spelen staan. Daarin winnen van Nederland, niet op een gelukje, niet met verdedigen en hopen op een gelukkige strafcorner, maar met agressief, snel aanvallend hockey, het is een van de grote Belgische prestaties op deze Olympische Spelen. Als daar nog goud op volgt, is dat een van de grote momenten in de Belgische olympische geschiedenis.

Na de oorlog zijn we in teamsporten nooit meer in het stuk voorgekomen en ook al is dit hockey, de kleinste van alle teamsporten, het blijft een prestatie waar tien jaar hard aan is gewerkt binnen een uitgekiend model.

Vandaag, donderdag 18 augustus, kan een symbolische dag worden. De dag van uitersten, de dag van – dichterlijke overdrijving – de rags and riches, van de elite van het hockey die op dezelfde dag als een Marokkaanse jongen en/of een Iraans meisje voor België een medaille winnen. Geen twee sporten op deze Spelen die zo ver van elkaar afstaan als hockey en taekwondo, golf en boksen misschien uitgezonderd. De ene een sport voor bijna uitsluitend blanke, welstellende Belgen en expats, de andere bijna uitsluitend een sport van migranten.

Misschien hebben we over vier jaar in Tokio een taekwondoka uit Sint-Martens-Latem mee en een hockeyer uit Molenbeek, maar vooralsnog bestaat de taekwondoselectie alleen uit migranten en de hockeyploeg alleen uit blanke Belgen uit de middenklasse en daarboven.

Het zou fantastisch zijn als na Nafi Thiam – een moslima die geen hoofddoek draagt, was dé meest onzinnige opmerking van het toernooi – hockey en taekwondo allebei een medaille zouden winnen op dezelfde avond en samen zouden worden gehuldigd. Twee totaal verschillende werelden die heel even samenkomen omdat ze hetzelfde doel voor ogen hadden: excelleren in de sport. Sommigen noemen dat Olympisme.

 

 

20160818_De-Morgen_p-24-25-mail