Verhaal over het verdeelde dorp Veldrijden in De Morgen van 28 jan 2017

Ultieme slag in veldritoorlog

Koers is het verhevigde leven, veldrijden het verhevigde dorpsleven: een microkosmos van achterklap, verdachtmakingen en afgunst. Hoe het Noord-Kempens wereldkampioenschap het lieflijke dorp Veldrijden verdeelt.

Ooit lag dat dorp in Oost-Brabant, getuige daarvan een recent interview met Roland Liboton die zichzelf nog steeds als de nummer één aller tijden ziet (en dus niet de Oost-Vlaming Erik De Vlaeminck of streekgenoot Sven Nys), waarop die laatste in een tweet brandhout maakte van Liboton. “Af en toe lees ik toevallig de krant en dan zie je dit. #niveau.”

Vandaag ligt het epicentrum van het veldrijden in de Noorderkempen, een gebied dat zich uitstrekt van Mol in het oosten tot Kapellen in het noorden. In dat Kapellen woont de Nederlander Mathieu van der Poel, tussenin in Lille woont Wout van Aert. Zij zijn de enige twee topfavorieten voor de wereldtitel zondag in het Luxemburgse Bieles.

Heel even was er een derde schaduwfavoriet – Toon Aerts uit Rijkevorsel, uiteraard ook de Noorderkempen – maar die kwam twee weken geleden zwaar ten val en is out. Op slag bleek ook de regerende wereldkampioen Van Aert niet gezond: hij had het aan zijn knie. En in Hoogerheide op de laatste World Cup, waar Van Aert forfait gaf, zonk Mathieu van der Poel weg naar een 24ste plaats nadat hij eerst het pad had geëffend voor zijn landgenoot Lars van der Haar.

Het mysterie is compleet. Of toch niet?

#janker

Sven Nys verkende het parcours in Bieles en trok meteen de kaart Van der Poel. “Het is een technische omloop, met steile afdalingen en nijdige klimmetjes, zeer technisch ook, een hele mooie ronde. Op het lijf van de technische crosser Mathieu geschreven, tenzij
het begint te dooien en regenen, want in de blubber maakt de power van Wout van Aert weer meer kans.” De weervoorspelling voor zondag in Bieles is lichte regen op een bevroren ondergrond.

Met dat parcours begon een psychologisch spelletje dat nu al weken aanhoudt. Van Aerts ploegleider Niels Albert tweette op 10 januari dat hij het een schande vond dat Adri van der Poel in Bieles het parcours had gebouwd. Waarop Mathieu van der Poel terugtweette dat Albert wel niet had geklaagd toen hij op het parcours van zijn pa wereldkampioen werd in Hoogerheide.

Dat Adrie van der Poel ook de parcoursbouwer is van de Grote Prijs Niels Albert in Boom was misschien nog opvallender, maar alle aandacht ging naar Van der Poels hashtag #janker. Het dorp Veldrijden had zijn twist, misschien wel zijn oorlogje en Albert, die had eindelijk zijn zin. “Concurrenten moeten niet te lief zijn voor elkaar, het mag best wat knetteren,” had hij al eens gezegd.

In het recente verleden was al eens een slip of the tongue gepasseerd, zoals toen vader Adrie vond dat Wout van Aert in een jaar tijd “drie keer langer en zes keer breder” was geworden. Overigens was dat geen echte dopinginsinuatie en het passeerde, al zorgde het wel voor een verwijdering tussen de nabije entourages van de renners.

Vorig jaar bij het WK in Zolder realiseerden de Van der Poels zich voor het eerst dat zij de Hollanders waren, de opvolgers van de gehate Hennie Stamsnijder en Reinier en Richard Groenendaal, en dat ze vooral niet moesten denken het Vlaams veldritfeestje
te kunnen verstoren. Van der Poel die in Kapellen woont en in België school heeft gelopen en dus moeiteloos overschakelt van (Nederlands) Brabants naar (Belgisch) Kempens en als het moet ook Frans, was tot het WK van Zolder in 2016 in alle opzichten een grensgeval.

In 2015 was hij in Tabor als 20-jarige wereldkampioen bij de profs geworden en daarom was hij een jaar later in Zolder samen met Van Aert favoriet. Tot de twee in elkaars wielen verstrengeld geraakten en de halve Belg een hele Hollander werd. Ondanks de gedeelde schuld kreeg hij in de ronden nadien alle shit van het publiek over zich heen. Zijn ploegleider Christoph Roodhooft zag het effect. “Mathieu was echt geschrokken van de vijandigheid. Dat heeft hem de benen afgesneden want in normale omstandigheden was hij samen met Wout terug aan de kop verschenen.”

Een Albertje doen?

Toen Niels Albert de zaken op scherp zette, had dat ongetwijfeld een psychologische bijbedoeling. Mathieu van der Poel is een stuk wisselvalliger dan zijn eigen Wout van Aert, dat had hij zelf van nabij meegemaakt als ex-ploegmaat van Van der Poel tijdens zijn eigen laatste twee jaar als renner. Als Van der Poel van slag is, dan meteen goed. Van Aert is amper een jaar ouder maar is niet van de wijs te brengen. Ook als het niet te best loopt, blijft Van Aert overeind. 24ste zal hij nooit eindigen, zoals Van der Poel in Hoogerheide. “Ik zou mij zorgen maken, als ik Mathieu was”, schreef Albert meesmuilend afgelopen maandag in zijn column in Het Laatste Nieuws.

Waarop Mathieu repliceerde dat hij zich helemaal geen zorgen maakte, dat hij twee dagen rust zou nemen, dan nog een dagje zou trainen en dan weer rust zou nemen. En dan zou het wel in orde komen tegen zondag.

In Hoogerheide het voorbije weekend, waar Van Aert niet deelnam door zijn knieproblemen, gonsde het van de geruchten en insinuaties. Is het wel een knieprobleem? Wat doen renners als ze veertien dagen uit competitie verdwijnen? Een retorische vraag, beantwoord met: aan het verboden potje zitten. Zou hij nu corticosteroïden mogen spuiten, zogezegd voor die knie? En vervolgens een Albertje doen, zoals in Koksijde? Met dat laatste werd bedoeld: vertrekken als een speer en nooit meer omzien. Nys zei daar ooit over, met rollende ogen: “Ik had al veel gezien in het zand van Koksijde, maar dat nog nooit.”

 

Maandag kwam Kevin Pauwels ineens met een tweet. Kevin Pauwels godbetert, de minst communicatieve atleet van het hele melkwegstelsel: ‘Weer een controle achter de rug.’ Vergezeld van een jpg’tje van zijn dopingcontroleformulier. Bij de speciale opmerkingen had hij de notities ‘geen medicatie, geen supplementen’ netjes met rood omcirkeld.

Kort daarna gaf Mathieu van der Poel met een identieke tweet nog meer voeding aan de insinuaties: ‘Groot gelijk, sta ik volledig achter.’ Met ook een jpg’tje van zijn dopingcontroleformulier. Bij de ingenomen geneesmiddelen stond multivitamines. Hij zei: “Dat was om te bewijzen dat ik geen cortisone heb genomen.”

Alleen oenen worden betrapt

Hoe de zeden in sommige families met de generaties kunnen veranderen. In 1983 testte Adrie van der Poel positief op strychnine en verzeilde daardoor op de all-time lijst van domste uitvluchten: “Ik had duifjes gegeten bij mijn schoonouders (Raymond Poulidor is zijn schoonvader, HVDW) en die bleken gedopeerd zonder dat ik dat wist.” Afgelopen week gooide zoonlief Mathieu zijn dopingcontroleformulier op twitter om aan te tonen dat hij geen medicijnen nodig had om te koersen, dus geen therapeutische uitzonderingen (de zogeheten TUE).

Hij niet, maar wie dan wel? Noemen we toch gewoon de dingen en de mensen bij hun naam: Wout van Aert wordt door enkele van zijn collega’s ervan verdacht van zijn knieblessure gebruik te zullen maken om corticosteroïden te kunnen spuiten. Waarop Van Aerts ploegleider Niels Albert – over wie destijds dezelfde geruchten de ronde deden – categoriek ontkende: “Wout heeft geen TUE.”

Wout van Aert reageerde pas gisteren. Hij zou zijn dopingcontroleformulier niet openbaar maken, wat meteen de geruchten versterkte dat hij allerlei medicijnen zou nemen. Maar van een TUE, aldus Van Aert, was geen sprake.

Het tegendeel zou pas verbazen. Nu we zijn beland bij de van horen zeggen en wat als-scenario’s : als Wout van Aert (of een ander) zijn knie of nek of schouder toch zou zijn behandeld met cortisone, is daar geen TUE voor nodig want dan is intra-articulair, in of naast de pees gespoten, wat is toegestaan.

Zelfs in de parochiale variant van het wielrennen leiden blijkbaar alle wegen onvermijdelijk naar corticosteroïden. Of misschien juist in het veldrijden, die inspanning van een uur knallen en kijken waar het schip strandt. “Een goeie Diprophos helpt om er van bij het begin zwaar in te vliegen en dat een uur vol te houden, wees daar maar zeker van,” getuigt een ex-gebruiker. “Je voelt gewoon de vermoeidheid niet. Je moet alleen de timing in de gaten houden en dat test je best op voorhand uit. De klassieke truc is twee of drie dagen van tevoren een spuit zetten, maar ook niet te veel of je blokkeert.”

Een ander populair middel is het voorloperhormoon ACTH, bekend als Synacthen. Dat is sinds 2006 opspoorbaar, maar alleen in het bloed, via een test die heel zelden wordt toegepast.

Hoe effectief cortico’s en hun voorlopers wel niet zijn, werd dit jaar gepresenteerd op een dopingcongres in Seattle. Ze verbeteren de samentrekking van de spieren, de uithouding en kracht. In dezelfde presentatie werd ook gesuggereerd dat ze zelfs anabool zouden werken.

Volgens dokter Hans Cooman van het Vlaams antidopingagentschap worden corticosteroïden nog steeds gebruikt. “Ze mogen niet in competitie, wel op training, maar lokaal gebruik is altijd toegestaan. Voor een spuit in of rond de knie hoeft dus geen therapeutische uitzondering te worden gevraagd, een melding bij de controle volstaat. Alleen kan de dopinganalyse onmogelijk uitmaken hoe die stoffen in het lichaam zijn gekomen. Bovendien is de drempelwaarde zo hoog dat je al een hele domme oen moet zijn om te worden betrapt.”

Winnen = uitleggen

Daar ging het over achter de coulissen van Hoogerheide: wat Van Aert uitspookt, of hij aan het spul zou zitten. Het ging niet zozeer over zijn knie. Zijn blessure kreeg als diagnose prepatellair frictiesydroom. Voor wie al ooit een ilio-tibiaal frictiesydnroom heeft
gehad (aan de zijkant van knie), dit voelt hetzelfde aan, maar de ontsteking zit boven op de knieschijf. Bij elke omwenteling (waarbij frictie ontstaat) doet het steeds meer pijn en wanneer echt kracht moet worden gezet op de pedaal, is de pijn niet te harden. Tachtig omwentelingen per minuut betekent tachtig keer pijn per minuut en dat maal zestig. Het is een zeer vervelende blessure die in België een naam én faam kreeg door het bekende orthopedistengeslacht Claes (vader Toon en zonen Steven en Tom) : alleen een operatie of lange rust bieden soelaas.

Er is geen reden om te twijfelen aan de diagnose of aan de ernst van de blessure van Wout van Aert, maar zoals Sven Nys niet onterecht zei: “Het zou wel heel vreemd zijn als hij na die gedwongen rust door die blessure nog steeds zou meedoen om de wereldtitel. Je bent toch al snel 10 procent minder. Als Wout wereldkampioen wordt, zal hij heel wat moeten uitleggen.”

Inmiddels baadt het kamp Van der Poel in schijnbare rust. De non-prestatie van Hoogerheide wordt weggelachen. Door Lars van der Haar (van de Telenet Fidea-ploeg) voorin te laten wegrijden en zelf af te stoppen, heeft Mathieu er voor het WK in eigen Hollandse rangen voor goodwill gezorgd.

Om met de echte sport te besluiten, Nys nog eens over hun kansen: “Mathieu van der Poel is de favoriet, want de meest explosieve en technische van de twee, maar Wout van Aert kan langer tegen een zeer hoog vermogen rijden. Maar Van Aert moet zich haasten want als Mathieu sterker wordt, zal er geen maat meer op staan.”

Christoph Roodhooft was vorig weekend nogal zeker van zijn stuk. “Zonder ongelukken wordt het Mathieu. Dit haalt Van Aert niet op en bovendien verkeert Mathieu in bloedvorm.” Waarop Roodhooft zijn smartphone uithaalde en testwaarden liet zien van de stage in Spanje. “Zie je dit? Identieke test, twee dagen na elkaar. De tweede dag had hij bij dezelfde wattage tien hartslagen minder. Ik zeg je: Mathieu vliegt.” Een uur later reed hij als 24ste schuddebollend over de streep en nu weet het dorp Veldrijden het weer even niet.