Column De Bal is Bijzaak in De Morgen van zaterdag 13 mei 2017

De bal is slechts bijzaak

Een man van Anderlecht reageerde van de week op iets wat hij had gelezen over zijn club en wat hem niet was bevallen. Hij vroeg of ik soms ging golfen samen met Michel Preud’homme en Marc Degryse. Gaan die twee dan golfen, vroeg ik mij af? En waar zou dat dan zijn? In Damme wellicht, of sporadisch in Knokke of De Haan misschien, wie weet occasioneel Oostduinkerke. En als ze gaan golfen, zouden ze dan over voetbal spreken? Die kans lijkt groot. Neen, ik golf niet met Degryse en Preud’homme, maar ik weet waarom ik die sneer kreeg. Ik had Anderlecht een bleke kandidaat-kampioen genoemd en dat vinden ze bij Anderlecht niet leuk.

Van de week verscheen in Voetbalmagazine een verhaal over René Weiler en Anderlecht en onder meer over hoe ze omgingen met de kritiek. Toen het voetbal niet om aan te zien was, en (aldus Weiler) de pers Weiler had opgegeven, gaf Weiler de pers op. Sindsdien verschijnt Weiler niet meer standaard op persconferenties voorafgaand aan de wedstrijden. Het is vooralsnog niet duidelijk of we daar veel bij inschieten.

Anderlecht ís een van de slechtst voetballende kampioenen van de laatste jaren, áls ze al kampioen worden, want gerede twijfel daarover is meer dan op zijn plaats. Daartegenover staat dat Anderlecht voorlopig de terechte kampioen is, tenzij Club in de laatste drie wedstrijden, te beginnen morgen, ongenadig uithaalt en Anderlecht alsnog helemaal inzakt. Gezien die stevige uitwedstrijd bij Gent laatst lijkt dat onwaarschijnlijk, maar met het Anderlecht van dit jaar weet je nooit en je krijgt ook niet echt de indruk dat hun sportieve baas René Weiler het weet.

Wie Anderlecht analyseert, heeft er een hele klus aan. Er valt geen peil op te trekken. Het is een rijke verzameling aan talent waar achteraan een stevig slot op staat, met voorin een spits die oorlog maakt. Daartussen doet iedereen maar wat en gezien het overaanbod aan talent komt daar af en toe voetbal uit. Af en toe. Er zit geen enkele lijn in dit Anderlecht, maar er loopt wel een rode draad door de prestaties: tegen goed voetballende ploegen is Anderlecht top, tegen ploegen die zich tactisch slim instellen op Anderlecht, is het bagger. Tegen Zulte Waregem vorige week was het bij momenten dweilen met de kraan open. De linies opereerden zelfstandig, zonder consideratie voor wat de rest van de ploeg van plan was, en de enige verbindende factor was marathonman Leander Dendoncker.

Anderlecht had 40 procent balbezit, op het eigen veld alstublieft. Nu is balbezit geen voorspellende factor voor winst of verlies. De twee Belgische ploegen met het meeste balbezit zijn Genk (niet in play-off I) en Gent (bijna niet in play-off I). De enige statistiek die voor meer dan 90 procent correleert met winst of verlies, is het aantal schoten tussen de doelpalen en daar is Anderlecht dan weer erg goed in. Dat heet efficiëntie. En hun voetbal heet reactievoetbal, géén countervoetbal, wat het natuurlijk wel is. En aan gegenpressing – een fancy woord voor snel, hoog, gegroepeerd druk zetten – doen ze ook al niet echt. De echte gegenpressing heeft één gouden regel: door de tegenstander de bal te gunnen, laat je hem in de waan dat hij aanvalt en dan is hij niet met verdedigen bezig. Die bal onverhoeds weer afnemen, gebeurt bij voorkeur zo hoog mogelijk op de helft van de tegenstander, maar dat doet Anderlecht ook niet (behalve onlangs op Gent). Ze plooien heel gewillig terug en proberen de bal pas vanaf de middenlijn te veroveren om dan razendsnel van de ontstane ruimte gebruik te maken.

Van de week stond in een krant een interessante statistiek. Van alle ploegen in play-off I heeft Anderlecht het minste balbezit in uitwedstrijden: 46 procent. Eén procentje meer dan Club, dat soms een beetje voetbalt als Anderlecht maar meestal twintig meter hoger. Maar, en nu komt het: van alle thuisploegen heeft Club Brugge het minste balbezit: 47 procent. Morgen spelen twee ploegen tegen elkaar die de bal liever bij de tegenstander zien maar die zoveel intrinsiek talent hebben dat er soms geen andere keuze is dan goed te voetballen. Op papier is Club-Anderlecht van morgen opgeteld 93 procent balbezit. Eén, twee, drie, wie wil de bal? Wie zal die 7 procent opeisen?