Een scheidsrechter tegen financiële doping
Vrijdag trappen Anderlecht en Antwerp onze nationale competitie op gang. De Morgen zorgt vier dagen lang voor een stevige warming-up, met een financiële doorlichting van de voetbalsport. Vandaag deel 3: Financial Fair Play: een controle op het wilde voetbalkapitalisme. Controle op de uitgaven lijkt het minste in het volatiele, ongereguleerde voetbalkapitalisme. De UEFA gaf in 2012 een aanzet met haar Financial Fair Play (FFP). De Jupiler Pro League volgt in de zomer van 2018, maar ‘vergat’ de bedragen aan te passen aan de Belgische realiteit.
In het grote reglementenboek van de Koninklijke Belgische Voetbalbond is onder Titel 4, Clublicenties en -labels, in juni van dit jaar een nieuw hoofdstuk toegevoegd: ‘Hoofdstuk 6, Financial Fair Play België’. Elke club die in het seizoen 2018-19 voor het tweede opeenvolgende jaar in het profvoetbal uitkomt, zal zich moeten onderwerpen aan de financiële regels van de Belgische FFP.
De oorspronkelijke Europese Financial Fair Play ging van start in het seizoen 2012-2013 en is nog een van die verwezenlijkingen van oud-UEFA-voorzitter Michel Platini. Die moest later de wijk nemen nadat hij ervan was beschuldigd geld te hebben aangenomen van Sepp Blatter. Platini was nog zo geen slechte, want hij zorgde er ook voor dat de geldverdeling van de Champions League volgens een iets minder oneerlijke verdeelsleutel gebeurde.
De bedoelingen van de FFP waren edel: clubs mochten zich niet financieel doperen via suikerooms of andere investeringen voor zover die ingebrachte bedragen niet in verhouding stonden tot hun inkomsten die ze uit voetbal haalden. Platini had met lede ogen gezien hoe Oryx Qatar Sports Investments het Franse PSG had opgekocht en met praalwagens vol toeters, bellen en geld in de lichtstad was gearriveerd. Waarna de ene na de andere topspeler, of wie daarvoor moest doorgaan, werd gekocht.
Naar de Belgische praktijk vertaald, volgend hypothetisch voorbeeld: Marc Coucke en KV Oostende verschijnen dit jaar op de radar van de Europese FFP, want alleen clubs die Europees spelen moeten aan de voorwaarden voldoen. Stel dat Coucke deze zomer Lionel Messi was gaan weghalen bij Barcelona voor 200 miljoen euro en een salaris van nog eens 60 miljoen of zo. Dan zou Coucke een probleem hebben, want tegen die uitgaven staan geen voetbalgerelateerde inkomsten. Dus zegt de FFP: overtreding mijnheer Coucke, want u maakt te veel schulden. Ja maar, zegt Coucke, als ik nu dat geld eens omzet in aandelen? Oké, zegt de UEFA, maar niet voor meer dan 30 miljoen euro over de laatste drie seizoenen.
Wat houdt de FFP in Europees verband vandaag precies in? Clubs mogen over een monitoringperiode van drie jaar niet meer dan 5 miljoen euro verlies maken. Als het verlies wordt gedekt door een kapitaalsverhoging, mag dat oplopen tot 30 miljoen euro. (Voor de eerste drie jaar van de Europese FFP was dat zelfs 45 miljoen euro, maar daar zijn we al lang voorbij.) Er zijn uitzonderingen voor investeringen in stadions en jeugd die niet meetellen in de uitgaven. Straffen gaan van kleine geldboetes tot niet-deelname aan Europese competitie of het inhouden van prijzengeld.
Regulering nodig
De laatst gestrafte club is FC Porto. De ex-club van Laurent Depoitre had te veel schulden gemaakt en krijgt nu een boete van 2,2 miljoen euro waarvan 1,5 voorwaardelijk. De volgende twee seizoenen mag Porto maar 22 en 23 spelers aanmelden voor de Europese competities en het wordt verplicht een strikt financieel plan te volgen.
In het wilde kapitalisme van het voetbal was die regulering broodnodig en ze heeft haar vruchten afgeworpen. In het pas verschenen ‘Annual Review of Football Finance’ zingt Deloitte de lof van de FFP. “Hoewel de meesten het als een zoveelste pesterij zagen vanuit het centraal voetbalgezag, zijn de clubs er nu grotendeels over eens dat het de manier is om een gezonde business in stand te houden. De vrees dat investeerders zouden wegblijven, is ongegrond gebleken. Die zijn juist geïnteresseerd omdat de ratio van de cijfers het vaker haalt op de emotie.”
Deloitte rekende voor dat vooral de break-eveneis van de FFP (clubs mogen maar 5 miljoen niet-gedekte schulden maken over drie seizoenen) heeft geleid tot een totaal ander landschap: in de laatste twee jaar vóór de FFP accumuleerden de topdivisieclubs in Europa nog een verlies van 700 miljoen euro. In 2013-2014 en 2014-2015 was dat omgedraaid in 1,5 miljard euro winst. Sinds de introductie van de FFP zijn de nettoverliezen (brutowinst of -verlies min de bedrijfskosten) met 81 procent gedaald.
Een jaar na de FFP in Europa, die alleen geldt voor Europees spelende clubs, kwam ook het Engels profvoetbal met zijn Short Term Cost Control and Profitablity and Sustainability Regulations. Aan het eind van dat eerste seizoen was de geconsolideerde Premier League ineens winstgevend en dat voor de eerste keer in vijftien seizoen. Maar de grootste verwezenlijking deed zich voor in de lagere Engelse reeksen, waar tussen 2009 en 2013 tien clubs failliet gingen en na 2013 geen enkele meer.
De relativerende opmerking dat vooral de stijging van de tv-gelden ervoor zorgde dat de clubs gezond bleven, klopt ten dele. Maar in het verleden hebben zich ook al gigantische stijgingen voorgedaan en toen slaagden de clubs er altijd weer in om het beloofde geld over de balk te gooien nog voor het op de rekening stond.
City en PSG
In 2015 kreeg de FFP een serieuze opdoffer te verwerken. Een van advocaten die destijds mee van Jean-Marc Bosman de martelaar van de voetbalslavernij had gemaakt en die de zaak uiteindelijk in 1995 tot een goed einde bracht, vergreep zich twintig jaar later
aan de FFP. En in een moeite klaagde Jean-Louis Dupont ook het verbod aan op Third Party Ownership (externe partijen die rechten hebben op spelers) en de home grown rule.
Die home grown rule bepaalt dat voor een Europese competitie een club van de 25 namen op de spelerslijst acht spelers moet aanmelden uit de eigen nationale opleiding: vier spelers tussen 15 en 21 moeten drie jaar lang binnen de club zijn opgeleid en nog eens vier spelers drie jaar lang binnen de competitie. Dupont vond FFP, TPO-verbod en de home grown rule drie keer in strijd met het vrije verkeer van personen in de Europese Unie. In tegenstelling tot het Bosman-arrest, dat destijds ook een revanche was op de onwil van de grote voetbalbonden om met de EU aan tafel te zitten, is de FFP er gekomen met de steun van de Europese Unie. De klacht van Dupont werd dan ook afgewezen door Europa.
Eén fundamentele economische kritiek bleef nochtans overeind: de FFP bevestigt een status quo waarbij enkele grote clubs die zich verzekerd weten van genoeg omzet er alles aan doen om nieuwe concurrenten buiten de markt te houden. Wat als door de juiste investeringen een nieuwe markt kan worden aangeboord? Vertaald naar de supermarktsector: wat als Lidl besluit om in de buurt van Aldi een supermarkt te openen en via een prijzenslag een groot stuk markt te veroveren? In de supermarktsector mag dat, in het voetbal niet.
Met andere woorden: met de huidige bepalingen van de FFP hadden Manchester City en Paris St-Germain zich nooit binnen de vijf jaar in de top in Europa kunnen nestelen. Beide clubs kregen in 2014 weliswaar een boete maar hun grootste stappen naar de Europese top hadden ze toen al gezet.
Cercle zoals City
In België stemde de profliga recent over een Belgische vorm van FFP. Die gaat in voege vanaf volgend seizoen, maar de eerste checks volgen in het seizoen 20-21, waarna een jaar later drie volledige seizoenen in ogenschouw worden genomen. De Belgische FFP lijkt grotendeels op de Europese en dat is vreemd, want de gemiddelde omzet van de Europese topdivisie is 155 miljoen euro, zeven keer meer dan de Belgische top.
De achterliggende redenering om FFP ook in België in te voeren, had minder te maken met gezonde financiën dan wel met de vaststelling dat clubs die Europees speelden, strenger werden beoordeeld dan clubs die niet Europees speelden. Daarom zijn de Belgische FFP-bedragen dezelfde als die in Europa. Dat leidt tot de lichtjes absurde situatie dat Westerlo en Cercle Brugge, om maar die kleine ambitieuze clubs te noemen die maar wat graag terug willen naar Eerste Klasse A, hetzelfde mogen als City en PSG: 5 miljoen euro verlies maken, maar als de voorzitter of de rijke eigenaar een beetje meewil en het kapitaal verhoogt, mag dat verlies ook 30 miljoen euro bedragen over drie seizoenen.
Nochtans was de financiële toestand van de meeste eersteklassers ook zonder de druk van de FFP veel gezonder dan enkele jaren geleden, zegt Nils Van Brantegem, die namens de Pro League nu al de licenties en de FFP invoert voor de clubs die in Europa aantreden.
“De situatie is verbeterd omdat we na de faillissementen van Beerschot en Moeskroen strenger zijn geworden, maar we mogen nu niet verslappen, anders ontsporen de financiën. Voor het derde jaar op rij hebben we geen transferverbod moeten uitspreken.”
Zowel in Europa als België geldt dat investeringen in stadions en jeugd niet worden meegeteld in de FFP-afrekening van winst en verlies. Of dat meteen zal leiden tot nieuwere stadions is hoogst onzeker. Dat het zal leiden tot een run op jonge spelers die al twee jaar vóór hun achttiende (in de Europese FFP is dat drie jaar) bij de club zijn opgeleid, staat als een paal boven water. Of het dan jonge Belgen dan wel Afrikanen zullen zijn, moeten we nog afwachten.
‘Liever een deal dan een boete’
Yves Leterme – jawel, onze ex-premier die in Zweden woont en werkt – heeft een bijbaan in het voetbal. Hij is chief investigator voor de Financial Fair Play van de UEFA en legt uit hoe dat in de praktijk te werk gaat.
Iedereen kijkt vreemd op als ze horen dat Yves Leterme de boekhoudingen van de clubs controleert voor de Club Financial Control Body van de UEFA.
Leterme (lacht): “En dat wil ik zo houden. Ik geef daar liever niet te veel interviews over. Het is nuttig werk achter de schermen, bedoeld om een bedrijfstak zo gezond mogelijk te houden. Ik heb het van in het begin boeiend gevonden, want ik zit soms met mensen aan tafel die vragen om te mogen investeren, maar die door ons op beperkende regels worden gewezen. Eigenlijk komen ze ons geld brengen en zeggen wij soms ‘neen, tot daar en niet verder’. In mijn vorig bestaan was dat een totaal ander verhaal: als je een landt leidt, moet je steeds naar geld op zoek.”
Jullie sluiten heel veel deals met de clubs, de zogeheten settlements. Is dat de hoofdmoot?
“Wij zijn de eerste lijn. Wij kijken of ze geen schulden hebben tegenover derden, of de voetbalinkomsten en uitgaven overeenkomen en het deficit niet te groot is en ten slotte ook of er geen meervoudig eigenaarschap van clubs in het spel is of een derde partij bepaalde rechten laat gelden op een speler (third party ownership, HV).
“Wij van de Investigatory Chamber van de CFCB kunnen boetes geven tot 100.000 euro. Voor meer moeten wij doorverwijzen naar de Adjudicatory Chamber, maar ik ga tot de grens van mijn bevoegdheden en daar is niet iedereen bij ons even gelukkig mee. Sommigen willen vlugger straffen maar ik vind dat je beter een deal kunt sluiten dan straffen. De UEFA is het daarmee eens, want die willen zoveel mogelijk competitieve clubs en vinden elk faillissement of uitsluiting een nederlaag.”
Kunt u wat voorbeelden geven?
“Heel recent hadden we een interessante case met Red Bull, dat zowel eigenaar is van Salzburg en Leipzig; ten minste daar leek het op. Het moest snel gaan want een van beide clubs speelt een Europese voorronde. Welnu, na onderzoek blijkt dat het bedrijf Red Bull geen eigenaar meer is van de club in Salzburg en er is een aanpassing gebeurd aan het sponsorcontract, waardoor het sponsorschap van Red Bull bij beide clubs geen aanleiding is om Leipzig uit te sluiten van Europees voetbal.
“We hebben nu nog een twaalftal settlement agreementslopen met clubs die we op de vingers hebben getikt en die dan meestal in een vierjarenplan met een grote zakelijke dienstverlener proberen de zaak recht te trekken. Onder meer FC Porto is daar onlangs bij gekomen. Daarnaast krijgen we ook grote clubs over de vloer, zoals laatst nog de twee clubs in Milaan. Die zijn overgenomen door Chinezen en die wilden weten hoever ze konden gaan met hun investeringen.
“Wij treden ook op tegen inbreuken tegen de fair value, bijvoorbeeld als de rekeningen worden gepimpt door te hoge bedragen toe te kennen aan sponsoring, zoals PSG destijds met hun Qatarese sponsor. Wij brengen die sponsoring terug tot de reële marktwaarde.”
Manchester City kreeg in 2014 een boete van 55,5 miljoen euro en een beperking op de spelerskern voor de Champions League.
“Die maatregel is genomen op basis van een dossier dat door ons is voorbereid. Manchester City heeft die betaald, is hu helemaal in overeenstemming met onze reglementen en heeft daarna een stuk van dat bedrag teruggekregen.”
Wat zijn de beperkingen van het systeem?
“Dat dit alleen geldt voor clubs die in Europees verband optreden, dus ongeveer 240. En dat in sommige landen heel aparte situaties gelden. Neem nu Sjachtjor Donjetsk, dat omwille van de oorlog niet langer in Donjetsk speelt; dat vereist een iets andere aanpak. Ik ben blij dat de Jupiler Pro League nu ook een systeem van financial fair play heeft ingevoerd, maar Belgische clubs zullen niet snel in ons vizier komen omdat de omzetten te laag zijn. Daartegenover staat dat we ongeveer alle Spaanse en Italiaanse clubs al hebben gezien.”