Verhaal Graaicultuur op de grasmat in De Morgen van 27 juli 2017

Graaicultuur op de grasmat

Morgen trappen Anderlecht en Antwerp onze nationale competitie op gang. De Morgen zorgde vier dagen lang voor een stevige warming-up met een financiële doorlichting van de voetbalsport. Vandaag het laatste deel: de kamelenhandel die de transfermarkt is Het Belgisch voetbalbestel leeft op grotere voet dan ooit door een aparte vorm van mensenhandel: de voetbaltransfer. Of die transfer ooit wordt afgeschaft, is niet de vraag, wel wanneer. Een eerste schot voor de boeg is gelost bij de Europese commissie.

België mag dan niet langer het nummer één zijn op de FIFA-ranglijst, er is een andere klassering die we wel aanvoeren, en met ruime voorsprong: die van de duurste transfer van het seizoen. Romelu Lukaku heeft volgens de gespecialiseerde sites een marktwaarde van 50 miljoen euro, maar werd toch van Everton naar Manchester United gesluisd voor een goede 85 miljoen. Niemand komt daarmee in zijn buurt. Voorlopig althans.

Voor zijn vier eerdere transfers of uitleenbeurten opgeteld (Anderlecht-Chelsea-West Brom-Everton-Man United) is al dik 138 miljoen euro betaald en dat voor de spits van de Rode Duivels die na twee gemiste kansen op de Heizel steevast wordt uitgefloten. In beide lijstjes – duurste transfers en opgetelde transferbedragen – staat hij in de top vijf aller tijden.

Belgische spelers zijn al langer gegeerd en er wordt steeds meer voor betaald. Daniel Van Buyten was bij zijn vertrek van Standard naar Marseille in 2001 de eerste grote – lees: dure – Belgische transfer. Hij bracht volgens bronnen 11,5 miljoen euro op. Van Buyten werd dan getransfereerd van Marseille naar Hamburg voor 3,8 miljoen euro en verhuisde in 2006 naar Bayern voor 8 miljoen. Hij staat niet eens meer in de top twintig van duurste Belgische transacties. Marouane Fellaini was in 2008 al duurder met zijn bijna 22 miljoen euro. Dit jaar werd dat record voor een uitgaande Belgische transfer verbroken toen Youri Tielemans van Anderlecht naar Monaco vertrok voor 25 miljoen euro.

Van de allergrootste bedragen die voor Belgen werden neergeteld zijn slechts kruimels in Belgische kassa’s terechtgekomen. In de zomer van 2012 verhuisden Eden Hazard van Lille naar Chelsea en Axel Witsel van Porto naar Sint-Petersburg voor 35 en 40 miljoen euro. Christian Benteke en Kevin De Bruyne kostten Liverpool en Manchester City in de zomer van 2015 respectievelijk 46,5 en 74 miljoen euro. En sinds enkele weken is er Romelu Lukaku.

Als de Belgische clubs hun totale omzet de laatste twee seizoenen hebben zien stijgen, heeft dat drie oorzaken: hogere tv-gelden, meer inkomsten uit Europees voetbal, maar ook het overschot op de handelsbalans tussen inkomende en uitgaande transfers. Omdat meer cash voorhanden is, wordt duurder ingekocht en ook duurder verkocht. Er waren jaren dat België in de solden van de Zeeman zijn gading moest zoeken, vandaag is dat de buurtsupermarkt. De delicatessenzaken zullen nooit spek voor onze bek zijn.

Geen gamechanger

Transfers van spelers van de ene naar de andere club zijn een universeel gegeven en doen zich voor in alle windstreken en sporten, maar alleen in voetbal worden astronomische bedragen betaald. Basketbal is een propere tweede, maar op ruime afstand. 12,9 miljoen euro is het grootste bedrag dat ooit werd betaald voor een speler in die sport, en dat was dan nog een afkoopsom die het NBA-team Houston Rockets in 2002 betaalden aan de Chinese basketbalcompetitie (dus de Chinese staat) voor de rechten op Yao Ming. Dat gebeurde met instemming van de andere NBA-eigenaars, omdat die een opening naar de Chinese markt wel konden smaken.

In de Verenigde Staten is het verhandelen van spelers voor geld niet toegestaan of (in de NBA) gelimiteerd tot 2,6 miljoen euro pasmunt. In de VS hebben de atleten in 1975 hun volledige rechten teruggekregen door de afschaffing van de zogeheten’reserve clause’. Tot 1975 kon een club rechten laten gelden op enkele spelers naar keuze, waardoor die nooit konden veranderen van club. Die situatie leek bijzonder goed op die van voor het Bosman-arrest in het voetbal. Dat Europees geïnspireerde vonnis viel precies twintig jaar na dat in de VS.

‘Bosman’ werd toen een gamechanger genoemd, maar door allerlei opengelaten achterpoortjes en het gebrek aan verdere regulering werd het een maat voor niets. De spelers en hun makelaars gingen meer verdienen en het verhandelen van mensen ging ongehinderd door. Meer zelfs, na een aanpassingsperiode nam de omloopsnelheid van de gemiddelde voetballer toe.

Spelers die bijna einde contract waren, tekenden onder druk een nieuw contract met daarin al dan niet een royale afkoopsom waarvan ze een deel konden opeisen en waarvan ook hun makelaars veel beter werden. Vóór het Bosman-arrest was de duurste speler Gianluca Vialli, die in 1992 voor de astronomische som van 16,5 miljoen euro van Sampdoria naar Juventus verhuisde. In 1995 kwam dan dat arrest: spelers waren vrij na het uitdienen van hun contract. Het zou meteen afgelopen zijn met de dure transferbedragen, dacht men. Nog geen jaar later verhuisde Alan Shearer voor 21 miljoen naar Newcastle, en in 2000 moest Luis Figo bij zijn overgang van Barcelona naar Real al 60 miljoen kosten.

Makelaarsmarkt

De duurste transfer ooit staat voorlopig op naam van Paul Pogba, voorlopig de niet helemaal geslaagde box-to-boxspeler van Manchester United. Pogba kostte de Mancunians 105 miljoen euro. Hij is een heel apart geval: Pogba was al een keer lid van Man United toen hij als zestienjarige voor een habbekrats aan opleidingsvergoedingen werd weggehaald bij Le Havre. Hij schopte het tot het eerste team in Manchester, maar voldeed niet helemaal voor Alex Ferguson. Die verkocht hem als een miskoop voor 1,8 miljoen euro naar Juventus, zonder een terugkoopsom af te spreken.

 

Vier jaar later keerde hij als zwarte parel terug voor 105 miljoen euro, die 123 miljoen kan worden inclusief boni. In een minder krankzinnige economische omgeving zou zo’n kapitaalsvernietiging het hele management de kop hebben gekost, maar in plaats van Ferguson met pek en veren te besmeuren, zit de manager van weleer nog elke wedstrijd te blinken in het Theatre of Dreams.

In twee decennia zijn de transfersommen op alle niveaus van het topvoetbal vervijfvoudigd. Na Bosman in 1995 kwam de FIFA in 2001 met Regulations on the Status and Transfers of Players (RSTP). Dat bepaalde dat contracten maar maximaal vijf jaar mochten duren en dat spelers die drie maanden niet waren betaald einde contract waren.

“Het zal afgelopen zijn met de hoge transferbedragen,” kakelde Sepp Blatter nadat Zinedine Zidane voor bijna 75 miljoen euro naar Real was getrokken. Het duurde inderdaad tot 2009 voor nieuwe records werden gebroken. Een nieuwe poging tot regulering van het ultrakapitalistische voetbalbestel was de Financial Fair Play van de UEFA. Gevolg: clubs deden nog gauw wat inkopen voor sluitingstijd. Cristiano Ronaldo, Gareth Bale en uiteindelijk Paul Pogba doorbraken de barrière.

Opvallend zijn de hoge sommen die ook voor B- en C-spelers worden betaald, en dat sijpelt door tot de lagere niveaus. Wat vooral tegen de borst stuit, zijn de gigantische bedragen die makelaars verdienen als ze een overgang van een erg gewilde speler tot stand brengen. In België zouden die volgens de laatst beschikbare jaarrekeningen – dus van het seizoen 2015-2016 – samen 22,4 miljoen euro hebben verdiend aan allerlei transfers of contractonderhandelingen. Dat betekent een kwart van de totale transfertransacties. Dat kwart is vergelijkbaar met wat in grote voetballanden richting makelaars gaat. In Nederland was dat overigens maar 9 procent.

In de Verenigde Staten is ook dat aspect van de markt veel beter gereguleerd. De best verdienende agent heet daar Scott Boras en die verdiende de laatste jaren steeds tussen de 9,5 en de 11 miljoen euro, gemiddeld 4,7 procent van alle spelerscontracten die hij had onderhandeld.

In de NBA en NFL mogen agenten niet meer dan 3 procent van het contract van hun speler afromen. In Europa staat daar geen limiet op en de spelershandel is een makelaarsmarkt geworden: zij en niemand anders bepalen wie waar gaat spelen en voor hoeveel geld. Neem nu Mino Raiola. Er zal straks weer een lek nodig zijn om te weten wat hij heeft verdiend aan de overgang van Romelu Lukaku, maar dat zal nooit minder zijn dan 20 miljoen euro. Destijds kreeg hij voor de terugkeer van Pogba naar Manchester United 27 miljoen euro toegestopt, zo leerden we uit Football Leaks. Gedurende de vijf jaar van het contract van zijn poulain zal hij ook nog eens in totaal 19,5 miljoen euro opstrijken.

Als de afschaffing van het huidig transfersysteem – meer een kamelenhandel dan een tewerkstellingsmarkt – een kans maakt omdat de kamelen stilaan in opstand komen, dan heeft dat ook te maken met de graaicultuur van enkele tussenpersonen.

 

 

‘De vraag is niet of dit systeem voor de bijl moet, maar wanneer’

De FIFPRO is de luis in de pels van het topvoetbal. De koepelvakbond van 65.000 profvoetballers heeft van de afschaffing van het transfersysteem een doel gemaakt.

Wat stoort u aan het huidig transfersysteem?

“In 2001 is dat ingevoerd volgens een afspraak tussen de Europese Commissie, de UEFA en de FIFA. Het doel was het competitief evenwicht te herstellen tussen de liga’s en de clubs. Daar is niets van in huis gekomen, want op lager niveau blijven de clubs failliet gaan en straks kijken de mensen nog naar twee competities.

“Wat ons nog meer stoort, zijn de exorbitante bedragen voor een handvol topspelers en de tussenpersonen die soms tot een kwart van die som krijgen, maar vooral de onheuse behandeling van 60 procent van onze contractspelers. Soms zien die hun geld niet op tijd of nooit, soms worden ze uitgeleend aan een club waar ze niet heen willen, soms zijn ze eigendom van meerdere personen en aan het eind van hun contract worden ze een speelbal.

“Dit systeem is zo onrechtvaardig en schiet zo zijn doel voorbij, dat het ooit voor de bijl moet gaan. Het is alleen de vraag wanneer.”

De voorstanders van transfervergoedingen wijzen erop dat de opleidende clubs zo ook een graantje kunnen meepikken.

“Dat de opleidende clubs worden vergoed voor de investeringen in de opleiding is niet meer dan normaal, maar drie jaar opgeleid worden bij een topclub als Anderlecht wettigt geen vergoeding van een miljoen euro of meer. Er zijn alleen maar studies die aangeven dat het grote geld aan de top blijft en niets doorsijpelt naar de bodem.”

Als je het transfersysteem afschaft, hoort daar een resem regulerende maatregelen bij.

“Het eerste doel is transparantie. Er moeten maatregelen worden genomen om deze bedrijfstak weer een beetje normaal te krijgen: standaardcontracten en een beperking van de hoogste lonen, zoals in de VS, maar ook een minimumsalaris voor de minder goede spelers. Voorts: een herziene transferperiode en een beperking op het aantal spelers in dienst. Chelsea had bij de laatste telling rond nieuwjaar 46 spelers op de loonlijst die nog nooit een minuut bij Chelsea hadden gespeeld, maar overal in Europa waren gestald, al dan niet bij clubs die ze zelf in leven houden.”

En de makelaars?

“Willen we nu echt dat het voetbal een business wordt waar de boven- en onderwereld elkaar treffen? Als een derde van het transfergeld weglekt uit het voetbal, dan hebben we een groot probleem.”