Wie wil nog Spelen?
Wat een breuk met de traditie, als volgende week in Lima wordt bevestigd dat Parijs zonder slag of stoot de Olympische Spelen van 2024 krijgt en Los Angeles die van 2028. Maar daarna? Het IOC dreigt zijn extravaganza aan de straatstenen niet meer kwijt te raken.
Die Donald Trump toch. Op 11 juli speelde hij golf en tweette: “Working hard to get the Olympics for the United States (L.A.)”. Had hij het een beetje gevolgd, dan had hij geweten wat iedereen wist op 9 juni toen de Executive Board van het Internationaal Olympisch Comité in een nooit geziene beslissing de ledenvergadering (de Sessie) adviseerde – dus instrueerde – om in één move de edities van 2024 en 2028 toe te wijzen. De weg lag open voor Parijs en Los Angeles, de enige twee kandidaat-steden die met een redelijke kans op succes Olympische Spelen konden organiseren, zonder de economie te ontwrichten en de bevolking te bruuskeren.
Op 11 juli besliste de Sessie dat advies te volgen en op 31 juli berichtte het IOC dat er een deal was met en tussen de twee steden, de enige overgebleven kandidaten voor de Spelen van het volgende decennium. Op 31 juli feestte Trump ongevraagd mee en tweette: “For the first time in a generation, the Olympics are coming back to the United States, and I am proud to support LA 2028.”
En de stad kon opgelucht ademhalen, want hun democratische burgemeester had donkere wolken zien hangen over zijn bid na de anti-immigratiewetten van zijn politieke vijand/president.
Als kapitalist zal Trump wel trots zijn geweest op hoe die left softy mayor de buit voor Los Angeles had binnengehaald. Om te verzaken aan de ambitie voor 2024 vroeg Los Angeles van het IOC een handgift en kreeg die ook. 1,5 miljard euro hebben de Amerikanen al binnen, en dat nog vóór de kraan van de olympische tv-rechten en sponsoring wordt opengedraaid. Misschien dat ze daardoor deze keer wel goede Spelen organiseren, want de twee voorgaande edities op Amerikaanse bodem – Atlanta 1996 en Los Angeles 1984 – waren dan wel winstgevend, organisatorisch waren ze ondermaats.
Misschien ook dat er wel nog wat oudere IOC-leden in hun wiek zullen zijn geschoten omwille van dit zoveelste cadeau aan de Amerikanen, maar wat haalt het uit? Het IOC is al lang blij dat ze voor een tijdje gerust zijn. Ze hebben een decennium stabiliteit gekocht en hebben de tijd tot 2025 om hun Zomerspelen aantrekkelijker te maken voor organisatoren.
Het zal wel wennen zijn, geen echte verkiezingen, en wat een tegenvaller voor de dure hotels in Lima nu de delegaties met een minimumbezetting afreizen. Normaal wordt elke twee jaar een olympische stad toegewezen en vooral de uitverkiezing voor de Zomerspelen staat meestal borg voor een mooi spektakel: steden presenteren zich van hun fraaiste kant en laten prominenten invliegen. Obama kwam in 2009 naar Kopenhagen en greep met Chicago naast de Spelen van 2016, maar Poetin haalde in Guatemala in 2007 wel Sotsji 2014 binnen. De steden bewerken er de stemgerechtigde IOC-leden een laatste keer, dat alles volgens de spelregels die zijn opgesteld na Birmingham 1991 waar Nagano als winterstad voor 1998 werd verkozen en de Japanse cadeaus voor de bevriende IOC-leden niet weg te slepen waren. Voor een aantal hardleerse leden bleken die regels niet streng genoeg, zo leerde het Salt Lake City-schandaal. Die stad kreeg de Winterspelen van 2002 en was in 1991 verliezer van Nagano, waarna ze maar hetzelfde deden. Het kostte enkele kardinalen van de sport hun lidmaatschap.
In 1999 werd de blauwdruk van het huidige verkiezingsproces neergeschreven: de honderd of wat IOC-leden mochten niet meer reizen, geen geschenken meer ontvangen en geen intieme banden onderhouden met de kandidaat-steden. Alleen stemmen voor de kandidaat-stad mochten ze nog onder Jacques Rogge, die tussen 2001 en 2013 het IOC voorzat. En zie, nu wordt ook dat laatste beetje macht hun afgenomen. De stedenverkiezing op de Sessie in Lima wordt een hamerstuk: Parijs krijgt 2024 en Los Angeles 2028.
Dat had helemaal anders moeten lopen. Voor de editie van 2024 hadden zich naast Parijs ook nog Boston, Boedapest, Hamburg en Rome gemeld. Boston was de eerste stad die afhaakte en Los Angeles sprong in het gat. Burgemeester Eric Garcetti, een democraat, zag in de olympische bieding een opportuniteit om de stad te renoveren waar nodig. Sportinfrastructuur hadden ze genoeg en er komt tegen 2020 nog een stadion bij voor de American-footballclubs Rams en Chargers. Garcetti’s motto was van in het begin niet ‘de stad aanpassen aan de Olympische Spelen’, maar ‘kijk wat de Olympische Spelen kunnen betekenen voor de stad’. In planologische kringen heet dat het Barcelona-effect. Die stad is de enige in de moderne Olympische Spelen die zichzelf op kosten van de belastingbetaler en de internationale sport duurzaam heeft getransformeerd van een grauwe havenstad tot een aantrekkelijke toeristische metropool.
In Boston had men geen boodschap aan dat verhaal. Toen er ook voor de burgemeesters van Boedapest, Hamburg en Rome – telkens na protest en na peilingen waarbij de steun voor de Spelen soms maar 20 procent bedroeg – niks anders opzat dan hun dossiers
terug te trekken, zag men in Lausanne de bui al hangen. Ineens zat het IOC met het scenario van 1979: te weinig kandidaten om de Olympische Spelen te organiseren. Los Angeles profiteerde toen maximaal, dwong ‘Lausanne’ op de knieën door voor eeuwig de olympische rechten te verwerven voor Noord-Amerika en kreeg zonder slag of stoot de editie 1984. Een herhaling van het scenario van 1932, toen ze ook alleen kandidaat waren. Conclusie: Los Angeles krijgt voor de derde keer de Spelen zonder echte tegenkandidaat, tenzij dan heel even Parijs, dat ook al organiseerde in 1900 en 1924 en honderd jaar na datum het olympische circus opnieuw ziet passeren.
Maar het kon nóg erger. Voor de Winterspelen van 2022, die in 2015 moesten worden gekozen, trokken maar liefst zes Europese en Aziatische steden hun kandidaturen in, weeral na protest. Uiteindelijk ging het nog tussen Almaty en Peking. Die laatste stad werd gekozen en ook dat was een primeur, want nog nooit had een stad van Zomerspelen ook de Winterspelen georganiseerd. Dat laatste wordt een probleem, omdat het in Peking in de winter weliswaar koud is, maar er bijna nooit sneeuw ligt. De Chinezen hebben al gezegd dat ze desnoods sneeuw zullen aanvoeren vanuit Tibet. Bij wijze van spreken, want op 100 kilometer ligt meestal wel sneeuw, maar het grapje over Tibet viel internationaal een beetje verkeerd.
Weer olympische corruptie?
Olympische Spelen – zomer, maar winter nog meer – kreunen onder het gigantisme van het evenement, de megalomanie van de plaatselijke organisatoren en de corruptie. Op het niveau van het IOC leek alles zuiverder te verlopen dan pakweg bij wereldvoetbalbond FIFA onder Sepp Blatter, al raakte dit jaar bekend dat de familie Diack (papa Lamine is lid en was oud-voorzitter van de internationale atletiekfederatie IAAF) in de aanloop naar de succesvolle verkiezing van Rio geld zou hebben ontvangen van een Braziliaanse bouwmagnaat.
De Diacks werden wereldvermaard toen bleek dat ze tegen betaling positieve plasjes van de Russen hadden laten verdwijnen. Een deel van dat geld zou vervolgens van de Diacks naar Frankie Fredericks zijn gegaan. Die oud-atleet en IOC-lid was toezichthouder bij de verkiezing van Rio in 2009, maar stemde zelf niet. Het onderzoek loopt nog, maar de IAAF heeft Fredericks wel preventief geschorst. Van de week raakte bekend dat in Brazilië het voorname IOC-lid Carlos Nuzman, ook organisator van Rio 2016, is opgepakt. Hij zou collega-IOC-leden hebben omgekocht. Als dat hard wordt gemaakt, en de omkoping verder gaat dan Diack, is dat ongewild ook een smet op het palmares van Jacques Rogge, die zuiverheid hoog in het vaandel had staan.
Gigantisme blijft het grootste struikelblok voor een olympisch organisatiecomité dat tegelijk een erfenis wil achterlaten en niet de publieke rekeningen wil plunderen. Dat is wat is gebeurd bij de laatste Zomerspelen in Rio. Dertien miljard dollar (10,9 miljard euro) zouden de Spelen hebben gekost. Een deel daarvan werd besteed aan de aanleg van linha 4, de nieuwe metrolijn die 3 miljard dollar zou hebben opgeslokt. Die is uiteraard blijven liggen nadat de Spelen zijn vertrokken, maar de vraag kan worden gesteld of een prestigeproject tussen twee chique wijken (Ipanema en Barra da Tijuca) een prioriteit was in een stad die gebukt gaat onder verpaupering en vervuiling. De erfenis van Rio 2016 is verwaarloosbaar, zeggen de Carioca’s, zoals de inwoners van Rio de Janeiro genoemd worden. “De metro is winst en het havengebied is mooier, maar alle sportinfrastructuur staat te verkommeren en de bevolking is er echt niet beter van geworden.”
Dertien miljard is misschien nog te overzien, maar het zijn vooral de enorme bedragen die Peking in 2008 en Sotsji in 2014 hebben uitgegeven (in beide dossiers wordt uitgegaan van 45 miljard dollar) en de extravaganza die daarmee gepaard ging, die veel kandidaat-steden afschrikken. Londen organiseerde in 2012 dan wel kleinschaliger, maar niet elke stad heeft infrastructuur die met enkele aanpassingen kan dienen voor een olympisch event.
Parijs en Los Angeles wel. Die begrootten hun budget op respectievelijk 6,2 en 5,3 miljard dollar, maar misschien kunnen ze voor de uiteindelijke kostprijs hun oren te luisteren leggen bij Tokio, dat in 2020 de Zomerspelen organiseert. Ondanks waarschuwingen zoals een economische studie van de Universiteit van Oxford die de ‘cost overrun’ (de niet-gebudgetteerde extra kosten) bij Olympische Spelen aan de kaak stelde, zijn de Japanners er nu al in geslaagd om de helft meer uit te geven dan ze initieel van plan waren.
Verbindend project
Parijs 2024 en Los Angeles 2028 zijn vooral projecten van burgemeesters. Die van Parijs, de socialiste Anne Hidalgo, geloofde er eerst niet in, tot het bid committee haar kwam vinden en enthousiasmeerde. Wat ook hielp, was de steun van François Hollande voor het olympische idee en Hidalgo was hem nog enige trouw verschuldigd. Ze kondigde haar steun aan in februari 2015, een maand na de moordende raid op de redactie van Charlie Hebdo. “Parijs heeft een verbindend project als de Olympische Spelen nodig.”
Het olympische dorp en het zwembad worden gebouwd in Saint-Denis, de voorstad waar de terroristen die in november van datzelfde jaar in de Bataclan negentig concertgangers doodschoten, zich schuilhielden.
Eric Garcetti was meteen gewonnen. Aanvankelijk bestreden de twee favorieten elkaar, maar naarmate de rest afhaakte, groeiden Hidalgo en Garcetti naar elkaar toe. Hun beider strijd tegen hun inmiddels nieuw aangetreden president, werkte verbindend, zo verklaarde Garcetti aan sportzender ESPN. Garcetti was de initiatiefnemer van de beweging van 338 burgemeesters die de uitstap van de VS uit het klimaatakkoord van Parijs door de regering-Trump naast zich wil neerleggen. Garcetti en Hidalgo vonden elkaar in de C-40, de internationale vereniging van burgemeesters die de akkoorden van Parijs onveranderlijk willen uitvoeren. Het idee om onder elkaar de koek te verdelen, kwam uit hun koker, en werd uiteindelijk gefiatteerd door het IOC omdat het geen andere uitweg zag. Parijs beledigen door de stad een vijfde keer af te wijzen, was geen optie. En meer dan veertig jaar wegblijven uit de VS, de grootste sportmarkt, evenmin.
Dit kan het begin zijn van een gewijzigd olympisch biedingsproces, zoals eerder dit jaar voorgesteld door een man die onlangs is overleden. Hein Verbruggen, de oud-UCI-voorzitter en voormalig vooraanstaand IOC-lid, wijdde zich tijdens de laatste maanden van zijn leven niet alleen aan zijn verdediging, maar ook aan het schrijven van blogs over de internationale sportpolitiek.
Verbruggen vertrok van de vaststelling dat Zwitserland, het thuisland van het IOC, in geen tachtig jaar de Olympische Winterspelen heeft georganiseerd, terwijl het een wintersportland is. Alle pogingen dienaangaande werden door de bevolking van de regio’s afgeschoten, maar nu is er voor de wintereditie van 2026 een nieuwe kandidatuur, met Sion als gaststad. Het project omhelst drie kantons, waaronder Vaud, waar het IOC huist.
Die laatste kandidatuur moet het IOC koste wat het kost koesteren, volgens Verbruggen. Zijn stellingen zijn duidelijk. De belastingbetaler mag niet opdraaien voor de sportinfrastructuur en organisatorische kosten, wel voor de bouwsels die nadien de regio ten goede komen. Het IOC moet zelf op zoek naar regio’s en landen, in combinatie met grote steden, die zo’n mega-event kunnen dragen. En het IOC moet zelf veel meer organisator zijn in plaats van miljarden door te sluizen en toe te kijken hoe elke vier jaar een andere ploeg het wiel uitvindt en maar hopen dat het goed komt.
Ten slotte is het niet aan de IOC-leden om de stad te kiezen, want die kennen er niks van, is de kort-door-de-bochtvertaling van Verbruggens pleidooi. Voor de Spelen van 2032 werkt de Duitse regio Noordrijn-Westfalen een innovatief project met maar liefst dertien steden uit. Die editie wordt toegewezen in 2025 en na twaalf jaar Thomas Bach (gekozen in 2013 en wellicht herkiesbaar in 2021 voor vier jaar) kan dit als een soort afscheidsgeschenk dienen. Ook Bach heeft onlangs gezegd dat de verkiezingen op de schop moeten en hij heeft een commissie van zwaargewichten aangesteld om met ideeën te komen.
Het concept van compacte Spelen zal ook worden verlaten, maar volgens het olympische charter moeten Spelen worden toegewezen aan een stad en niet aan een land of regio, zoals wel het geval bij de World Cup voetbal. Ook grensoverschrijdende projecten zijn nog niet voorzien, maar dat kan snel veranderen met een simpele wijziging van het charter.
Andere kandidaten voor 2032 zijn voorlopig Brisbane in Australië en New Dehli in India. Die laatste stad is een Rio in het kwadraat, met hele families die op middenbermen van ringwegen wonen en nog veel meer onnoemelijke ellende. Ze hebben daar wel andere prioriteiten dan de organisatie van een miljardenevent als Olympische Spelen, maar wellicht geldt dat voor nog wat regio’s, zelfs in het rijke Westen. In elk geval moet het de betrachting zijn van het IOC om de Spelen zo goedkoop en kleinschalig mogelijk te houden. Wat dat betreft is Tokio 2020 al een slag in het water, want men gaat van 28 sporten naar 33. Het animo om een gooi te doen naar de meest complexe organisatie die de mensheid heeft uitgevonden, zal er niet meteen op vergroten.