Boerenleute
Wij inwoners van groot-Oostkamp, zelfs inwijkelingen die de taal niet machtig zijn zoals ondergetekende, konden gisteren gratis naar het veldrijden in Ruddervoorde. Het volstond je naam en adres op te geven en dan kreeg je een ticket toegestuurd. Ter plekke moest je dan nog met je identiteitskaart bewijzen dat je de rechtmatige eigenaar van het ticket was en dan kon je zo naar binnen, langs een aparte ingang voor Oostkampenaren zowaar.
We hebben er geen gebruik van gemaakt. Waarom zouden we ook? Wat voor lol beleef je tegenwoordig aan een middagje veldrijden op de weide van de Pyfferoens? Niks, helemaal niks. Ik heb er ooit nog Sven Nys zien rijden met Niels Albert die hem op de hielen zat. Albert kwam tot op een paar meter en stierf in het wiel van Nys. Dat was ooit, toen veldrijden nog spannend was. Toen Sven Nys veel won, maar niet altijd, Later zou Niels Albert veel winnen, maar ook niet altijd. Of Lars Boom. Of Zdenek Stybar. Het WK in Hoogerheide heb ik van minuut 1 tot minuut 65 gebiologeerd zitten kijken naar een formidabele tweestrijd. Stybar won, het was 2014, amper drie jaar geleden.
Sindsdien zijn Nys, Wellens en Albert gestopt, Stybar en Boom op de weg gaan rijden en is van de oude garde alleen Kevin Pauwels overgebleven. Die doet aan veldrijden omdat hij niks anders kan en omdat Jurgen Mettepenningen zo gek is hem nog een contract te geven.
Ongeziene dominantie
Vorig jaar kwam dan de aflossing van de wacht: Wout van Aert namens België en Mathieu van der Poel namens Nederland. Een nieuwe crosshype diende zich aan. Van der Poel toonde zich in het begin vaak de beste en dat was een teken aan de wand. Zonder noemenswaardige voorbereiding reed hij af en toe de hele zooi zoek, om dan rond Nieuwjaar terug te vallen en door pech naast de wereldtitel te grijpen.
Niks zegt dat Van der Poel dit seizoen wel wereldkampioen wordt, maar nu hij een mooie zomer heeft afgewerkt, is zijn basis breder dan ooit en hij is een jaartje ouder. Zijn dominantie is nooit gezien. Het moet geleden zijn van Roland Liboton dat één crosser zo het hele veld domineert. Van der Poel heeft al op alle mogelijke manieren gewonnen: weg van bij de start, weg in de eerste ronde, weg in de tweede ronde, de derde, halfweg er een lap op geven of wachten tot het eind.
Hij heeft ook al een keertje niet gewonnen, zoals in Ronse toen hij niet achter Lars van der Haar aan wilde en Wout van Aert evenmin. Van der Haar won. Of vorige week omdat hij tegen een omheining reed. Een dag later, de schouder helemaal ingepakt in de kinesiotape, reed hij van bij het begin weg in de Koksijdse duinen en ze zagen hem niet terug.
Zaterdag had hij al gewonnen in Rosmalen en gisteren won hij ook: hij reed van de eerste ronde weg en hield de tegenstand spelenderwijs op een handvol seconden.
Sport in verval
Veldrijden heeft een probleem en dat heet competitief onevenwicht. Niks laat uitschijnen dat daar verandering in komt. De enige die Van der Poel min of meer aankan of kan volgen, is Van Aert, maar die werkt aan een andere afstelling van zijn motor, met het oog op zijn uitstap volgend jaar naar de weg. Als Van Aert – een klasbak, vergis u niet – dat wegavontuur een beetje serieus aanpakt, en daar ziet het naar uit, zal hij van de winter nog meer kilometers moeten maken dan ooit tevoren. Dat duurwerk moet ten koste gaan van zijn anaeroob vermogen.
Veldrijden heeft zelfs een groot probleem als de inwoners van een hele grote gemeente gratis binnen mogen bij een cross die voor een paar jaar bulkte van de belangstelling. Veldrijden heeft nog een veel groter probleem als straks Mathieu van der Poel bij gebrek aan tegenstand ook de weg opzoekt.
Het blijft verbazend stil rond kijkcijfers en toeschouwersaantallen en dat is geen goed teken. Het gaat bergaf met deze tak van wielrennen die ooit verkeerdelijk door de VRT als topsport in de markt is gezet. Misschien wordt veldrijden nu herleid tot de essentie: boerenleute in een wei, hooguit een trainingsvorm, maar ook niet meer dan dat. Vreemd genoeg hebben we die teloorgang te danken aan de twee beste atleten die ooit hebben gecrost.