Column over Maradona (en de journalistiek) in De Morgen van zaterdag 28 november 2020

Als de bal toch vuil is

Dé foto in de Belgische kranten van donderdag was die van de zes Rode Duivels die oog in oog met de Grote Maradona doodsangsten uitstaan. Iconisch beeld, staat daar bij. Uitzoomen… Het beeld is niet iconisch. Het is Belgische navelstaarderij, weliswaar overgenomen door The Guardian en die cover werd dan gisteren door L’Equipe geteleporteerd naar Mexico ’86.

Uitzoomen… Dan zou je misschien zien dat het een uiteenvallende muur bij een vrije trap betreft – vandaar die zes Duivels op een hoopje. Neen, het was ook geen foto uit 1986 maar uit de World Cup van 1982, uit de openingswedstrijd, gewonnen door de Rode Duivels met 1-0. Niks speciaals aan die hele Maradona toen.

Vier jaar later kegelde hij wel hoogstpersoonlijk de Belgen uit de halve finale. De voetballiefhebber in mij, die avond voor een repo op bezoek in Beerse in de tent in de tuin van de ouders van Patrick Vervoort, kon een gilletje niet onderdrukken toen Maradona een tweede keer de Belgen oprolde. Rond mij stortte de wereld in elkaar.

Een stationnetje eerder op die World Cup was ik ook al op de hand van Maradona en de Argentijnen toen ze het Engeland van Margaret Thatcher klopten als revanche voor de smadelijke militaire nederlaag die ze hadden geleden in de slag om de Malvinas, sindsdien nog meer de Falklands.

Was er een VAR geweest, schreef een VAR-hatende collega deze week, geen van beide goals van Diego Maradona zou zijn goedgekeurd. Imperfectie is dus toch niet zo mooi. Die goal met de hand van God, groter bedrog is op een World Cup niet gepleegd. Jaren later, in gesprek met Gary Lineker, legt hij uit hoe dat ging: het was, aldus de Heilige Diego, geen bedrog, eerder een ingeving van God. Die tweede goal, de fenomenale rush, zou zijn begonnen met een fout op een Engelsman. Ik vind daar niks van terug en vreemd genoeg zeggen ze ook in de Engelse reconstructies niks over een voorafgaande overtreding. So what, die solo staat op zichzelf, is fenomenaal en werd goal van de eeuw.

Nu is Diego Armando Maradona dood en plots is hij en niet langer Lionel Messi weer de allerbeste voetballer aller tijden. Zo gaat het altijd weer. Als je wilt voortleven in het collectieve geheugen als cultfiguur, gedraag je vooral niet zoals het hoort en ga niet op een normale manier dood.

Messi en andere voetballers weten wat hen te doen staat. Doen zoals Maradona of zijn illustere voorganger, George Best van Man United. Raak verslaafd aan drank en drugs en word een cultheld. Best werd net geen zestig. Als je muziek of film maakt, ga extra vroeg dood, bij voorkeur op je 27 en aan drugs. Als je koerst, wees dan Frank Vandenbroucke die twee klassiekers won maar alsnog de godenstatus kreeg door zijn tragische dood. Hij werd 34. Of Marco Pantani, ook 34. Kreeg een film over zijn leven. Titel: De toevallige dood van een wielrenner.

Wat hebben die met Maradona gemeen? Bijvoorbeeld dat er niks toevalligs is aan hun dood. Van Best weet ik het niet zeker, maar al die andere helden hebben meer kilo’s cocaïne gesnoven dan prijzen gepakt. Voor alle duidelijkheid, die hoeven daar niet voor te branden in de hel en alle begrip voor de fans die hun lot bewenen.

Idolatrie, randje hysterie, allemaal goed en wel, maar laat dat aan de straat. Van sportjournalistiek verwacht ik dat ze niet de erfenis van dode sporters herleiden tot dat ene en misschien ook dat tweede moment waarop ze de wereld hebben verbaasd.

Zo hoort bij elk portret van Maradona in de inleiding te staan dat hij, de fenomenale dribbelaar, zich twee keer gewillig overgaf aan
de maffia. Eerst aan de camorra in Napels, later aan het Sinaloa-kartel in Mexico. Dat het bepaald jammer is dat zijn hart het heeft begeven, maar wel een logisch gevolg van dertig jaar cocaïnegebruik. Trek de plussen (twee landstitels en een Europa-bekertje met Napels en een wereldtitel) af van de minnen (zijn nalatenschap is puin, zowel in het voetbal als sociaal) en je hebt de uitkomst: een af en toe geniale voetballer die eindigde als een marginale schertsfiguur verslaafd aan alles waaraan een mens verslaafd kan worden.

Ter compensatie voor deze ontheiliging doe ik zijn aanbidders zijn laatste woorden cadeau toen hij in zijn Bombonera zijn Boca-fans kwam groeten: “Voetbal is de mooiste en meest gezonde sport ter wereld. Als een enkeling het verkloot, moet niet het hele voetbal betalen. Ik heb het verkloot en ik heb betaald. Pero la pelota no se mancha. Maar de bal is nooit vuil.” Hij meende het ook en had tranen in de ogen, toen op 10 november 2000. Daarna heeft hij nog twintig jaar onzin uitgekraamd en de clown uitgehangen, zoals trainer worden in Culiacán, de wereldhoofdstad van cocaïne – zie onder meer Maradona en Sinaloa op Netflix. Zijn bal was wel degelijk vuil.