Black pride (v)
Serena Williams (33) kan deze week op de US Open voor het eerst sinds Steffi Graf in 1988 de grand slam halen: alle vier grote toernooien winnen in één kalenderjaar. Het begon allemaal met een 78 pagina’s dik ‘ontwikkelingsplan’ van haar vader.
Zestien jaar zit er tussen haar eerste grand-slamzege op de US Open en de editie van vandaag waarvoor ze weer favoriet is. Maar zo hard als in september 1999 zal de Amerikaanse Serena Williams wellicht niet moeten werken, als ze ten minste haar hoofd erbij houdt en het bijna 34-jarige lichaam mee wil.
Net geen 18 was ze in 1999 en al zevende reekshoofd in New York, maar niets liet vermoeden dat de hardhitter, de jongere zus van Venus en de dochter van big mouth Richard, de eerste stap zou zetten naar een fabelachtige carrière. In de grand slams (de vier majors: Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en US Open) had ze na twee jaar op het profcircuit hooguit een paar keer de derde ronde gehaald. Ook de Australian Open en Roland Garros gingen dat jaar de mist in, hoewel ze in Parijs al reekshoofd was.
Op Wimbledon was ze niet verschenen – dat getik op gras was voorlopig geen spek voor haar bek – en nu wenkte New York. In de derde ronde klopte ze de toen 16-jarige Kim Clijsters. Tien jaar later zouden ze nog eens tegenover elkaar staan in wat één van haar dieptepunten zou worden en hét hoogtepunt voor de tweede carrière van Kim Clijsters, maar tegen Kim I liep het net goed af met 7-5 in de derde set.
Vierde ronde: drie sets tegen Conchita Martinez (6-2). Kwartfinale: drie sets tegen Monica Seles (6-2). Halve finale: drie sets tegen Lindsay Davenport (6-4). In de finale stond ze tegen Martina Hingis, een Justine Henin avant la lettre. Hetzelfde geniale tennis, maar te weinig power. In haar drang joeg Serena veel ballen buiten, maar nog meer binnen, Het werd 2-0, met een felbevochten tiebreak in de tweede set die redding bracht: 6-4, 7-6 (7-4).
De wereld maakte kennis met de jongere zus van Venus, die spontaan toegaf dat ze revanche wilde voor de nederlaag van Venus in de halve finale tegen de Zwitserse. In de tribunes plengden Oracene en Richard Williams, toen nog een koppel, samen met Venus na die goede afloop vele tranen, maar tijdens de wedstrijd was in die box toch vooral fist pumping te zien geweest. Het klassieke tennispubliek fronste de wenkbrauwen: zwart, veel praatjes en geen dankbaarheid, als dat maar goed zou komen.
Compton als leerschool
Rewind naar 8 september 1980. Richard Williams zit thuis in zijn huisje in Saginaw, Michigan en kijkt sport. Tussen baseball en American football door worden hoogtepunten getoond van de sport van het weekend, waaronder het vrouwentoernooi in Salt Lake City. Een vrouw van 25, Virginia Ruzici uit Roemenië, krijgt een cheque overhandigd van 40.000 dollar. Het commentaar daarbij: “Niet slecht voor vier dagen werk.”
In zijn boek dat vorig jaar verscheen met de niet mis te verstane titel Black and White: the way I see it vertelt pa Williams wat hem toen overkwam. “Ik had leren tennissen, nogal vreemd voor een zwarte man en ik speelde niet onaardig, ik had een goeie service. And I loved it. Ik geloofde niet wat ik op tv had gezien en ben een dag later een krant gaan kopen om te checken of dat klopt: zo veel geld voor een sportvrouw. Jawel, het stond ook in de krant en toen dacht ik: ik wil twee dochters en ik leer ze tennissen.”
Aldus de biografie, maar Venus Ebony Starr was al geboren op 17 juni 1980. Haar zus Serena Jameka Williams kwam op 26 september 1981. De familie verhuisde kort daarna naar Los Angeles omdat de industrie in Michigan op haar laatste benen liep. Richard Williams schreef een plan van 78 pagina’s voor hun ontwikkeling en in de harde wijk Compton leerde hij zijn dochters tennissen. Helemaal alleen, zegt hij, maar in de realiteit met de hulp van enkele tennisleraars in de buurt die nu nog een tenniscentrum voor kansarme buurtjongeren leiden.
Compton staat in de VS bekend als bakermat van de gangstarap, maar ook voor zijn hispanic bendes: de Bloods, Crips en Sureños. Halfzus Yetunde uit het eerste huwelijk van haar moeder, zou er sterven door een Crips-kogel die eigenlijk voor haar vriend was bedoeld.
Het was een harde leerschool en Richard vertelt hoe hij de toekijkende kinderen uit de buurt speciaal opzette om zijn dochtertjes bij elke slechte bal uit te joelen. “Alle beledigingen waren goed: ze moesten zelfs ‘nigger’ roepen. Ik wilde hen harden voor de wereld waarin ze zouden terechtkomen: een white upper middle class die hen niet met open armen zou verwelkomen.”
Haat en nijd
Bij de Williamsen draaide het om een klassen- en rassenstrijd, wat ook te begrijpen was. Vader Williams was opgegroeid in Louisiana, in de Deep South, waar zijn alleenstaande moeder op een katoenplantage werkte. “In een soort halve slavernij. Ja, daar heb ik toch wat nijd aan overgehouden”, gaf hij later toe.
“Ik heb de zussen op het circuit weten komen, het was van in het begin ‘wij tegen de rest van de wereld'”, zegt Sabine Appelmans, ooit 16de van de wereld. “Ze spraken haast tegen niemand. Ik herinner mij dat een speelster Venus Williams aantikte met haar tennistas en zich excuseerde. ‘Sorry hoor, was niet express.’ Waarop Venus terugsnauwde: dat zal wel.”
Eens ze hun plaats aan de absolute top hadden ingenomen, en de familie was bijgedraaid, is eerst Venus veel socialer in de omgang geworden. Serena Williams, de meest agressieve van de twee zussen, is daar ook van teruggekomen. In een poging om haar in een recent portret in The New York Times Magazine nog even te laten fulmineren, kwam de zwarte Jamaicaanse activiste en dichtster Claudia Rankine van een kale reis terug. Serena: “Je begrijpt mij niet. Het draait bij mij gewoon om winnen.”
Uiteraard werd in dat interview het incident van Indian Wells in 2001 opgerakeld, toen zus Venus forfait gaf met een knieblessure voor haar halve finale tegen Serena. Een dag later werd de hele familie uitgejouwd in dat overwegend blanke nest van rijken met pensioen. Ze won in een bijzonder vijandige sfeer die finale van Kim Clijsters die de Amerikanen op haar hand had.
Richard Williams vond er tijdens die finale niet beter op dan de ‘black power’ (gebalde vuist) te brengen. Time Magazine wijdde enkele maandan later een cover aan hen: Sisters against the world. In 2002 zou Venus de nummer één worden. Jarenlang boycotten de Williamsen de stad in de woestijn, tot dit jaar. Serena keerde terug, wellicht omdat het een verplicht toernooi was, maar gaf op… in de halve finale… met een knieblessure.
Indian Wells 2001 speelde nog bij een tweede incident, in 2009 op de US Open, niet toevallig weer met American darling Kim Clijsters als tegenstandster. Serena Williams, niet al te fit wat haar wel eens meer gebeurde, had het niet naar haar zin, stond in het verlies
en bij een voetfout-call van een lijnrechter ging het dak eraf. De laatste zin van haar tirade waarin ze in elke zin fucking had gebruikt, luidde: “Ik ga die fucking bal door je fucking keelgat rammen.” Ze kreeg een penalty aangesmeerd, de tweede waarschuwing al nadat ze eerder een racket had gesloopt, en de wedstrijd was ineens voorbij.
Casper de Rolls-Royce
Dat was 2009. We zijn nu 2015 en met haar zus op weg naar de uitgang en vader minder aanwezig, leidt Serena Williams haar eigen leven. Haar klassenstrijd lijkt afgelopen. De Williamsen zijn collectief opgestegen in de vaart der Amerikaanse volkeren en gedragen zich navenant. Serena woont met haar zus Venus in Palm Beach Florida in een mansion in een gated community. Ze hebben een kok ter beschikking en een personal assistent die elke ochtend de passende kleren klaarlegt en alles regelt. Er is een masseur stand-by en een vaste hitting partner woont dichtbij. Serena heeft een witte Rolls-Royce die ze Casper noemt.
Dat kan ze zich permitteren, want ze tikte vorig jaar 9 miljoen dollar prijzengeld bij elkaar. Niemand deed beter, maar commerciële inkomsten zijn belangrijker: van alle sporters stond Serena Williams op plaats 47 met 13 miljoen dollar, 10 miljoen minder dan de Russische Maria Sjarapova, die nu al elf jaar lang van Williams niet meer wist te winnen. Het vermogen van de 28-jarige Sjarapova wordt geschat op 170 miljoen dollar. Williams, vijf jaar ouder, zit aan 130 miljoen dollar. Tennislegende Chris Evert in The New York Times: “Ik denk dat de bedrijfswereld nog steeds valt op mooie blonde vrouwen.”
Of racisme alle verschil verklaart, is niet duidelijk. Imago is een vreemd fenomeen. Roger Federer verdient ook stukken meer naast de tenniscourts dan Rafael Nadal of Novak Djokovic. De meest gesponsorde atleten ooit zijn twee zwarten: Michael Jordan en Tiger Woods, maar geen van beiden heeft zich ooit als de boze zwarte geprofileerd zoals Serena Williams.
Tussen Ali en Jordan
De zwarte boze feeks uithangen helpt niet, maar het siert haar dat ze dit niet wil veranderen. “Ik heb woede nodig om te presteren, het spijt mij.”
Vergeleken bij de lange, slanke, blonde en blanke Sjarapova die als een langpootmug beweegt, is Serena Williams met haar atletisch lichaam een soort pantserwagen die harde slagen afvuurt vanaf de baseline en kan serveren als geen tweede. Eenmaal op gang, walst ze schreeuwend over de tegenstand.
In oktober 2014 werden zij en haar minder fysiek imponerende zus door de voorzitter van de Russische tennisbond en voornaam lid van het Internationaal Olympisch Comité Sjamil Tarpisjev nog ‘de Williams-broers’ genoemd. Hij werd prompt een jaar geschorst en mocht het gaan uitleggen bij het IOC waar hij wegkwam met wat semantiek.
Wie aan Serena Williams raakt – ook wie gewoon haar powertennis niet al te erg kan smaken – wordt door zwart Amerika meteen weggezet als racist. Wie opmerkingen maakt over haar opmerkelijke fysiek, zou daarmee automatisch insinueren dat zwarte vrouwen te mannelijk en niet-attractief zijn. Dat is een begrijpelijke reactie. Serena Williams is het eerste vrouwelijke sporticoon voor de zwarte Amerikanen. Ze hoort thuis in een rijtje, maar op respectabele afstand, met Muhammad Ali en Michael Jordan.
Haar dominantie in een van oorsprong blanke sport die in de VS als laatste (op golf na) met tegenzin de segregatie liet vallen, is opmerkelijk. De zwarte Althea Gibson ging haar in de jaren ’50 voor, Zina Garrison kwam later.
Maar deze mevrouw heeft alles in de pan gehakt wat er in de pan te hakken viel en dat al zestien jaar lang. Serena heeft in haar jonge jaren zelfs nog tegen Steffi Graf gespeeld (één keer gewonnen en één keer verloren) en tegen Martina Hingis tegen wie ze dertien keer speelde en toch zes keer verloor. Zelfs Arantxa Sanchez kruiste haar pad en dat is de enige speelster van wie ze meer verloor dan won (vier-drie in haar nadeel).
Nog beter geworden
Dat Serena Williams überhaupt het vrouwentennis domineert met een niet al te uitzonderlijke techniek en met een onmiskenbaar te hoog vetpercentage (ze geeft ridderlijk toe dat eten haar zwakke punt is), zegt ook iets over het vrouwentennis. In die sport zijn fysiek en techniek blijkbaar moeilijk te verenigen. Williams steekt boven het veld uit inzake atletisch vermogen en tennissen kan ze uiteraard ook: ooit had ze een half jaar niet gespeeld, deed twee kniebuigingen op haar strand in Florida en trok naar Australië waar ze prompt de Open won.
Justine Henin was eventjes meer dan haar evenknie door een paar jaar doorgedreven fysieke arbeid te koppelen aan een verbluffend slagenarsenaal. Haar track record ten opzichte van Serena Williams is de beste van alle toppers die de Amerikaanse in haar gloriejaren tegen het lijf liep: Henin won zes keer en verloor er acht.
“Serena wordt 34, dat is stokoud in tennis”, zei Sabine Appelmans deze week in De afspraak op Canvas. Appelmans (43) speelde in haar nadagen ook een paar keer tegen haar en was vooral onder de indruk was van haar kracht. “Ze is de laatste jaren nog verbeterd. Ik vind haar beter bewegen op de baan, wellicht door haar nieuwe coach.”
Het zou maar des Williamsen zijn als er nu nog iets zou misgaan in die laatste rechte lijn naar de 22ste grand-slamoverwinning, want een beetje drama is nooit ver weg bij die familie. Hoewel, van haar 25 grand-slamfinales won ze er 21. Eén grand-slamtoernooi scheidt haar nog van Steffi Graf, die er tien jaar over deed tussen de eerste en laatste overwinning.
Er is er nog één die beter deed: de Australische Margaret Smith-Court sloeg tussen 1960 en ’74 liefst 24 grand-slamzeges bij elkaar. Die mijlpaal kan ze volgend jaar halen en ook meteen haar vijfde (!) olympisch goud ophalen: ze won drie keer het dubbel met haar zus en de enkel in Londen in 2012.
John McEnroe weet echter nu al: “Serena is de allerbeste speelster ooit.”