Column WK Molshooprijden in De Morgen van zaterdag 28 sep 2018

WK molshooprijden

voor en door eigen volk

Het WK wielrennen komt in 2021 naar Vlaanderen. Ik ben fan. Waar kan ik een petje kopen? Ik ken ook het parcours van de tijdrit, als dat tenminste klopt met wat er in de krant staat. Het probleem met grote organisaties, zelfs in een relatief kleine sport als wielrennen, is dat het finale plan nooit helemaal overeenkomt met de bid. Idem voor de finale kosten die nu worden geraamd op 18,7 miljoen euro.

Het WK naar Vlaanderen halen wordt verkocht als een stunt omdat dit de honderdste editie zou zijn. Goed voor de affiches, maar wie heeft er een boodschap aan dat de Zweed Gunnar Sköld op 4 augustus 1921 een 180 kilometer lange tijdrit won in Kopenhagen, wat dan als WK gold?

Het was een binnenkopper, want de editie van 2020 kregen ze aan de straatstenen niet kwijt. Nederland was eerst kandidaat met de provincies Groningen en Drenthe, maar dat plan kreeg deze zomer geen steun. Tegenkandidaat Veneto kreeg tot overmaat van ramp ook de financiering niet rond. Uit arren moede organiseert de internationale wielerunie UCI dan maar in de eigen achtertuin, met als gevolg dat zowel in 2020 als in 2024 het WK in Zwitserland doorgaat.

In 2025 wil UCI-voorzitter David Lappartient dan naar Afrika. Naar Afrika gaan met je kampioenschap is de snelste weg naar de afgrond. Alleen het voetbal heeft dat overleefd, al scheelde het geen haar. Het is te hopen dat die lapzwans er tegen dan niet meer bij is, maar het valt te vrezen dat een andere lapzwans hem opvolgt.

Het wielrennen heeft veel problemen, niet het minst het niveau van wie daar aan de knoppen draait. Het lijkt wel of na de betreurde Hein Verbruggen vooral is gerekruteerd onder de zwakzinnigen. Met als gevolg dat het WK niks te vroeg naar Vlaanderen komt. Zoals de ploegen nu fuseren en verdwijnen, de fans afsterven en de grote sponsors afhaken of wegblijven, zou het verbazen als het huidige profwielrennen het tot 2021 uithoudt.

Maar we blijven positief. En op onze hoede. De totale kosten van het WK in Vlaanderen zullen om en nabij de 20 miljoen uitkomen. Is dat veel? Ja, dat is veel. Is dat te veel? Neen, dat is niet te veel. Wellicht wordt Vlaanderen 2021 het enige WK uit de recente geschiedenis en ook in de toekomst dat er een euro of meer zal aan overhouden. De economische return, waarover minister Ben Weyts toeterde, is geen fata morgana.

Twee oorzaken. Ten eerste: dat de stroom fans andere bezoekers zou afschrikken, wat voor veel locaties geldt (‘verdringing’ heet dat fenomeen), geldt niet voor Dudzele en Leuven. Niet eind september, niet midden in de zomer, nooit eigenlijk. Anderzijds, mag men ook niet denken dat buitenlanders in de jaren daarna en masse naar onze contreien zullen afzakken. Het blijft Vlaanderen, niet bepaald de mooiste plek op aarde.

Ten tweede, en veel belangrijker: de lokale belangstelling voor wielrennen. Die is niet te schatten. Nergens ter wereld zijn zoveel wielerfans per honderd inwoners als in Vlaanderen. Ze zullen tegen die tijd de gemiddelde leeftijd van 60 hebben bereikt, maar als ook maar een fractie daarvan zich richting parcours begeeft en een pint koopt, zijn Golazo en Flanders Classics uit de kosten.

Lichtjes problematisch wordt het natuurijk als deze beide privébedrijven de eventuele lusten zullen verdelen, terwijl de lasten toch hoofdzakelijk op de rug van de belastingbetaler worden afgewenteld. Blijkbaar is dit nu eenmaal het businessmodel van de moderne sport: de hele maatschappij betaalt voor het sportvertier van een klein deel en de winst van een paar.

Vlaanderen, dus u en ik, draagt 13 miljoen euro bij in de organisatiekosten. Doe daar maar een hele schep bij aan verdoken en lokale kosten zoals ordehandhaving, of het toevallig net dan herinrichten en herasfalteren van straten en wegen waar het WK-peloton over moet. Het zou bijgevolg niet meer dan goed bestuur zijn als de vzw WK 2021 openheid van zaken zou geven, bijvoorbeeld over de fee die is betaald aan de UCI. Daar wordt nu wat geheimzinnig over gedaan, maar waarom? Hoog tijd voor een parlementaire vraag daarover.

Het WK wielrennen in Vlaanderen en vooral de 13 miljoen (en meer) die de overheid daarvoor op tafel zal leggen, is ook verheugend nieuws voor de andere sporten in dit land. Dertien miljoen is ruim meer dan de helft van het totale topsportbudget van Vlaanderen. Als men dat bedrag uit een apart potje op tafel kan leggen voor een tanende, regionale sport als koers, moet dat ook lukken om grote toernooien in andere, echt grote sporten, waarin we ook meetellen, naar Vlaanderen te halen.

Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn dat we in tijden van budgettaire krapte geen geld vinden om het topsportbudget te verhogen voor steeds beter presterende sporters en teams, maar wel 13 miljoen op tafel kunnen leggen voor het WK molshooprijden voor en door eigen volk, omdat we toch zo graag nog een keertje wereldkampioen zouden worden.

 

 

WK Molshooprijden