F1 is geen sport
Een spel, een bezigheid, een tijdverdrijf moet aan een aantal criteria voldoen om als sport te kunnen doorgaan. Die is destijds in Keulen aan de Sporthoch-schule in een zomercursus met een groep journalisten gedefinieerd. Er moet ten eerste sprake zijn van een fysieke activiteit, met een effect op de bloedsomloop. Een hartslag die omhoog gaat van de spanning alleen, dat telt niet. Denk in dat verband aan gamen. Of hengelen. Of biljarten. Of schieten.
Ten tweede moet er sprake zijn van vooraf opgestelde, afgesproken en algemeen geldende regels. Ten derde: de regelgebonden inspanning moet onder de vorm van een competitie tegen een tijd, volgens een score of om ter eerst.
Er is een vierde criterium nodig om van volwaardige sport te kunnen spreken: het moet een beetje eerlijk verlopen en de beste sporter (m/v/x) moet de meeste kans hebben op winst. Oké, voetbal heeft af en toe weinig vandoen met eerlijkheid. Het verschil tussen voetbal en toeval is de letter b van bal, ook deze wijsheid van deze rubriek vol wijsheden moet u inmiddels kennen. Desalniettemin haalt door de competitievorm van opeenvolgende wedstrijden ook in voetbal de kunde het vaker van geluk dan omgekeerd.
De meest oneerlijke sport ter wereld, en dus geen sport, dat moet formule 1 zijn. Er is sprake van een inspanning, dat zeker. De rijders zijn topatleten, getraind tot en met. Er is sprake van regels, meer dan ons en de rijders lief is. Om alle regels te kennen moet je burgerlijk ingenieur in bijstudie hebben gedaan. En er is uiteraard sprake van competitie, te beginnen met de strijd om in leven te blijven terwijl je strijdt tegen andere rijders. En tegen andere auto’s. Maar de F1 is geen eerlijke sport.
De laatste keer dat ik naar de F1 keek, was vorig jaar ergens in het Midden-Oosten waar de laatste wedstrijd van het jaar werd gereden en die werd gehypet als de ultieme showdown tussen de twee beste rijders van het lot: Max Verstappen en Lewis Hamilton. De laatste keer dat het in deze rubriek over de F1 ging was dan ook in de eerstvolgende column na die race. Dat resulteerde in de verwondering van iemand die al zijn hele leven professioneel naar sport kijkt en tot zijn niet geringe verbazing ziet hoe een voorsprong wordt afgepakt door een externe factor.
Die factor was het ongeval van een andere collega. En daardoor won niet de rijder die een comfortabele voorsprong had en zou gaan winnen, maar wel een andere rijder en een andere auto. Correctie en nog erger: het waren de nieuwste banden die wonnen. Hoe Max Verstappen won van Lewis Hamilton, dat was oneerlijk naar de standaarden van 99,999 procent van de sporten. Dat onze Nederlandse vriend (met Belgische moeder, dat moet er ook altijd bij) wellicht intrinsiek de beste stuurman is van het hele veld, dat deed niets ter zake.
Lewis Hamilton is deze winter van de beste en vervolgens op één na beste ineens een hele slechte rijder geworden. Gisteren moest hij op de zestiende plek starten nadat hij in de oefensessies niet eens een bocht deftig kon nemen. Was hij een wielrenner geweest, dan lagen de vragen voor de hand. Corona gehad? Te laat beginnen trainen? Te veel gezopen in november en december? Voor een voetballer waren die vragen gelijklopend, denk maar aan de pudding Eden Hazard, hoe die in Madrid in elkaar is gezakt.
Sporza kwam met antwoorden opgetekend uit de mond van hun analist Sam Dejonghe, die zelf in een onderklasse van een autocompetitie rijdt. In het voetbal zou het raar zijn als een spits uit tweede provinciale analist zou zijn voor de Champions League, maar in de supertechnische F1 is dat niet erg. Nu, die Dejonghe kent er wat van. Hij had het over porpoising, het op en neer wiebelen als een bruinvis (a porpoise is een bruinvis, jawel) van de wagen. Die bruinvis in het chassis van Lewis is een hoofdpijndossier bij Mercedes.
Ik citeer verder: “Ze hebben geprobeerd om veel aan de vloer van de auto te veranderen. Dat ging de goede richting uit, maar in de F1 zit het in zulke kleine dingen… Misschien ligt het zwaartepunt nu weer iets te hoog. Elke gewijzigde millimeter kan een enorme impact hebben.” Of nog: “Het zou kunnen dat ze bij Mercedes het aspect van de nieuwe benzine onderschat hebben.”
Porpoising. Zwaartepunt. Nieuw benzine. WTF? In echte sport mag dat er allemaal niet toe doen. In formule 1 wint niet de beste rijder, maar de rijder die de beste auto onder zijn kont heeft. F1-fanaten vinden dat heel erg oké, zelfs deel van de sport, maar dat is het niet en F1-fanaten zijn derhalve geen echte sportliefhebbers. F1 zal pas echte sport zijn als ze allemaal aan de start komen met dezelfde auto, bij voorkeur een elektrische. Zelfde carrosserie, zelfde PK’s. Tot dan, geen woord meer over de ongein F1.